Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- de heer mr. T. Çatak, werkzaam bij West5 Advocatuur (hierna: schuldhulpverlening);
- de heer [naam 2] (hierna: hulpverlener).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 oktober 2020 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure waarin verzoeker, een natuurlijke persoon, een dwangakkoord heeft aangevraagd met zijn enige schuldeiser, Lloyds Bank GmbH. Verzoeker had op 5 augustus 2020 een verzoek ingediend om Lloyds te bevelen in te stemmen met een aangeboden schuldregeling, waarbij hij een betaling van 1,55% van de totale vordering van € 123.329,54 had aangeboden. Lloyds weigerde echter deze regeling te accepteren, met als argument dat de wettelijke regeling van het dwangakkoord niet bedoeld is voor situaties waarin de weigerende schuldeiser de totale schuldenlast vertegenwoordigt. Tijdens de zitting op 10 september 2020 is Lloyds niet verschenen, maar had wel een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft de belangen van Lloyds zwaarder laten wegen dan die van verzoeker, onder andere omdat verzoeker niet het maximaal haalbare had aangeboden en er onvoldoende waarborgen waren dat hij aan zijn verplichtingen zou voldoen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek om Lloyds te bevelen in te stemmen met de schuldregeling moet worden afgewezen, en zal in een aparte beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen.