Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 3 in conventie/eiser 3 in reconventie],
1..De procedure
- de dagvaarding van 30 april 2019,
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- de akte overlegging producties aan de zijde van De Vries B.V.,
- de oproepingsbrief van de rechtbank d.d. 6 november 2019, waarin een comparitie van partijen is gelast,
- de ten behoeve van de comparitie overgelegde producties G-21, G-22 en G-23 aan de zijde van [gedaagde 1 in conventie/eiser 1 in reconventie] c.s.,
- het proces-verbaal van comparitie van 7 februari 2020,
- de spreekaantekeningen van mr. Seck en mr. Leijnse.
2..De feiten
3..Winstverdeling van de Vennootschap
4..Verrekening bedragen
3..Het geschil
gedaagden (hoofdelijk) althans één of meer van hen:
te bevelen alle stukken en alle informatie die benodigd zijn voor de waardering van de door eiseres te verkopen en te leveren aandelen, zoals overeengekomen in de tussen partijen op 3 augustus 2018 tot stand gekomen vaststellingsovereenkomst, aan de aangewezen accountant (Steens en Partners Accountants en Adviseurs te Rotterdam) te verschaffen en alle vragen van deze accountant uiterlijk binnen 48 uur volledig, gedocumenteerd en naar waarheid te beantwoorden teneinde de accountant in de gelegenheid te stellen om op zo kort mogelijke termijn voormelde aandelen te waarderen;
te bevelen volledig mee te werken aan de verkoop en levering van de aandelen en voormelde aandelen te kopen en te aanvaarden conform de tussen partijen gemaakte afspraken in de vaststellingsovereenkomst van 3 augustus 2018;
te bevelen onmiddellijk zorg te dragen voor - en volledig mee te werken aan - de opmaak en de vaststelling van de jaarrekeningen 2017 en 2018 van [gedaagde 2] alsook aan de vaststelling van het aan eiseres toekomende aandeel in de winst over voormelde jaren zoals overeengekomen in de vaststellingovereenkomst van 3 augustus 2018, zonder daarbij rekening te houden met die bedragen die door gedaagden niet kunnen worden verantwoord door middel van objectief verifieerbare stukken en/of met die bedragen die door persoonlijk ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van gedaagde(n) zijn ontstaan;
te bevelen kopieën van alle benodigde stukken voor de opmaak van de jaarrekening 2017 en 2018 van [gedaagde 2] aan [naam persoon 1] te verschaffen, in het bijzonder kopieën van stukken ter onderbouwing van de door [naam persoon 2] aangevoerde bedragen en/of afschrijvingen die ten laste van de balans en/of van het resultaat van [gedaagde 2] worden gebracht;
te verbieden elk aan eiseres verschuldigde bedrag/betaling op te schorten dan wel te verrekenen tenzij dergelijke opschorting of verrekening tussen partijen uitdrukkelijk is overeengekomen in de vaststellingsovereenkomst van 3 augustus 2018;
te bepalen dat gedaagden (hoofdelijk) althans één of meer van hen, voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij althans één of meer van hen, na betekening van dit vonnis, in strijd handelt/handelen met het voornoemde (onder 1 a, b, c, d of e), aan eiseres een dwangsom verbeurt/verbeuren van € 2.500,00 per dag, tot een maximum van € 250.000,00 althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dwangsom per dag en/of maximumbedrag;
gedaagden (hoofdelijk) althans één of meer van hen te veroordelen tot betaling aan eiseres van de verkoopprijs van haar aandelen in [gedaagde 2] zoals tussen partijen is overeengekomen in de vaststellingsovereenkomst van 3 augustus 2018, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente over voormelde verkoopprijs vanaf de datum van opeisbaarheid, conform voormelde vaststellingsovereenkomst, tot de dag der algehele voldoening;
gedaagden (hoofdelijk) althans één of meer van hen te veroordelen tot betaling aan eiseres van haar aandeel in de winst van [gedaagde 2] over 2017 en 2018, zoals tussen partijen is overeengekomen in de vaststellingsovereenkomst van 3 augustus 2018, te vermeerderen met wettelijke (handels)rente over voormelde bedragen vanaf de datum van opeisbaarheid, conform voormelde vaststellingsovereenkomst, tot de dag der algehele voldoening;
gedaagden (hoofdelijk) althans één of meer van hen te veroordelen tot betaling aan eiseres van een bedrag van € 1.828,67 terzake van de onkostenvergoeding, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente daarover vanaf de dag van de dagvaarding of vanaf de dag van het in deze te wijzen vonnis tot de dag der algehele voldoening;
voor recht te verklaren dat door de jaarrekening 2017 van [gedaagde 2] althans door de voorgaande jaarrekeningen van voormelde vennootschap een misleidende voorstelling wordt gegeven van de toestand van die vennootschap waarvoor gedaagden als bestuurder(s), althans één of meer van hen, (hoofdelijk) aansprakelijk zijn jegens eiseres;
voor recht te verklaren dat gedaagden (hoofdelijk) althans één of meer van hen jegens eiseres aansprakelijk zijn/is voor de door eiseres en/of diens last-/ opdrachtgever geleden schade wegens persoonlijk ernstig verwijt als bestuurder(s) van [gedaagde 2] ;
gedaagden (hoofdelijk) althans één of meer van hen te veroordelen tot betaling aan eiseres van een schadevergoeding op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding althans vanaf de dag van het in deze te wijzen vonnis tot de dag der algehele voldoening;
gedaagden (hoofdelijk) althans één of meer van hen te veroordelen tot betaling aan eiseres van een bedrag van € 3.025,00 althans een in goede justitie te bepalen schadevergoeding ter zake van de buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de dagvaarding althans vanaf de dag van het in deze zaak te wijzen vonnis tot de dag der algehele voldoening;
gedaagden (hoofdelijk) althans één of meer van hen te veroordelen tot betaling aan eiseres van een bedrag van € 3.308,80 te zake van de beslagkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de dagvaarding althans vanaf de dag van het in deze zaak te wijzen vonnis tot de dag der algehele voldoening;
gedaagden (hoofdelijk) althans één of meer van hen te veroordelen tot betaling aan eiseres van de kosten van deze procedure, de kosten van de deurwaarder daaronder begrepen, te vermeerderen met de nakosten ten bedrage van € 131,00 zonder betekening in conventie of reconventie, € 205,00 zonder betekening in conventie en reconventie tezamen, en verhoogd met € 68,00 in geval van betekening, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de proceskosten en nakosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.”