ECLI:NL:RBROT:2020:9087

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 september 2020
Publicatiedatum
12 oktober 2020
Zaaknummer
8550587 CV EXPL 20-2513
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een niet-betaalde factuur voor logopedische behandeling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Infomedics B.V. en twee gedaagden over een niet-betaalde factuur voor logopedische behandeling van hun minderjarige kind. Infomedics, de eiseres, had een factuur van € 85,20 gestuurd voor de behandeling die op 18 en 25 september 2019 had plaatsgevonden. De factuur was niet betaald, ondanks meerdere aanmaningen van Infomedics. De gedaagden voerden aan dat zij niet verantwoordelijk waren voor de betaling omdat de kosten direct door de zorgverzekeraar verhaald zouden worden en dat de behandeling niet naar tevredenheid was verlopen.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden in beginsel gehouden waren de factuur te voldoen, aangezien zij opdracht hadden gegeven voor de behandeling. Het verweer van de gedaagden dat de kosten door de zorgverzekeraar verhaald moesten worden, werd verworpen. De rechter stelde vast dat op de factuur duidelijk stond vermeld dat de gedaagden zelf verantwoordelijk waren voor de betaling. Ook het argument dat de behandeling niet naar tevredenheid was verlopen, werd niet gehonoreerd, omdat een logopedische behandeling een inspanningsverplichting is en niet automatisch leidt tot een resultaat. De rechter concludeerde dat de gedaagden de factuur moesten betalen, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten, en veroordeelde hen in de proceskosten van Infomedics.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8550587 CV EXPL 20-2513
uitspraak: 24 september 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Infomedics B.V.,
gevestigd te Almere,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders te Amersfoort,
tegen

1..[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats gedaagde 1] ,
gedaagde,
en
2. [gedaagde 2] ,
wonende te [woonplaats gedaagde 2] ,
gedaagde,
die beiden in persoon procederen..
Eiseres wordt hierna aangeduid als “Infomedics” en gedaagden worden hierna gezamenlijk aangeduid als “ [gedaagden] ”. Afzonderlijk worden gedaagden hierna aangeduid als “ [gedaagde 1] ” en “ [gedaagde 2] ”.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 7 mei 2020, met producties;
  • de schriftelijke reactie van [gedaagde 2] ;
  • de conclusie van repliek, met producties;
  • de conclusie van dupliek van [gedaagden] .
1.2
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
[naam minderjarige] , het minderjarige kind van [gedaagden] , heeft op 18 en 25 september 2019 bij zorgaanbieder [bedrijf] (hierna: [bedrijf] ) een logopedische behandeling ondergaan.
2.2
[bedrijf] heeft haar uit de behandeling voortvloeiende vordering gecedeerd aan Infomedics.
2.3
In verband met die behandeling heeft Infomedics namens [bedrijf] aan [gedaagden] een factuur d.d. 8 oktober 2019 ten bedrage van € 85,20 toegezonden. Op de factuur staat (onder andere) vermeld:
“(…)
  • Infomedics mag, als dit mogelijk is, uw rekening declareren bij uw zorgverzekeraar. U ziet een eventuele vergoeding altijd terug op de rekening.
  • Wij verwachten dat u de rekening betaalt vóór de vervaldatum zoals vermeld op de rekening.
(…)”
2.4
[gedaagden] heeft voormelde factuur onbetaald gelaten.
2.5
Infomedics dan wel haar gemachtigde hebben [gedaagden] op 15 november 2019, 13 december 2019, 24 januari 2020 en 14 februari 2020 aangemaand tot betaling van de factuur.

3..Het geschil

3.1
Infomedics heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagden] te veroordelen aan haar te betalen € 85,20 aan hoofdsom, € 0,89 aan verschenen rente en € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 126,09 vanaf dinsdag 28 april 2020 tot de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagden] in de proceskosten.
3.2
Aan haar vordering heeft Infomedics - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag gelegd dat [gedaagden] de betalingsverplichting uit hoofde van de tussen [gedaagden] en [bedrijf] gesloten behandelovereenkomst dient na te komen. Door de wanbetaling van de zijde van [gedaagden] voelde Infomedics zich genoodzaakt haar gemachtigde in te schakelen en buitengerechtelijke incassokosten te maken. Deze kosten ten bedrage van € 40,00 dienen voor rekening van [gedaagden] te komen. Verder maakt Infomedics aanspraak op wettelijke rente, waaronder een bedrag van € 0,89 aan verschenen rente.
3.3
[gedaagden] heeft ter verweer - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende aangevoerd. [gedaagden] hoeft voormelde factuur niet te betalen, omdat [bedrijf] de kosten direct zou verhalen op de ziektekostenverzekering. Verder is toegezegd dat de eerste intake en de diagnose gratis waren en dat vervolgens een behandelplan zou worden opgesteld. [naam minderjarige] heeft een korte behandeling genoten, maar dit was niet naar tevredenheid verlopen. Er is een techniek toegepast die niet gebruikt kan worden als verbeteringstechniek. Het behandelingsprogramma dat [naam minderjarige] had moeten krijgen, bleek niet eens door [bedrijf] te worden aangeboden.
3.4
Op de overige stellingen van partijen wordt – indien van belang voor de uitkomst van deze procedure – hierna teruggekomen.

4..De beoordeling

4.1
Niet is in geschil dat [gedaagden] [bedrijf] opdracht heeft gegeven tot het verrichten van een logopedische behandeling en dat (het gedeelte van) de behandeling dat op de factuur vermeld staat ook is uitgevoerd.
[gedaagden] is dan ook in beginsel gehouden de daarop betrekking hebbende factuur te voldoen.
4.2
[gedaagden] stelt dat [bedrijf] c.q. Infomedics de behandeling rechtstreeks bij de zorgverzekeraar had moeten declareren. Dit verweer wordt verworpen. Op de factuur zelf staat duidelijk vermeld dat het verschuldigde bedrag door “u” moet zijn voldaan en dat de factuur door Infomedics gebruikt
magworden om bij de zorgverzekeraar te declareren (zie 2.3). Het had voor [gedaagde 1] en [gedaagde 2] dus duidelijk kunnen zijn dat zij de factuur zelf dienden te betalen, waarna zij deze bij hun zorgverzekeraar konden indienen. Dat hierover eventueel (afwijkende) afspraken zijn gemaakt met [bedrijf] , is niet gebleken. Het had op de weg van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gelegen om hun stelling daaromtrent nader te onderbouwen, maar dat hebben zij niet gedaan.
4.3
Voorts heeft [gedaagden] – kort samengevat – aangevoerd niet tevreden te zijn met de verrichte logopedische behandeling. Een logopedische behandeling is te kwalificeren als een inspanningsverplichting en niet als een resultaatsverplichting. Dat leidt ertoe dat wanneer een logopedist voldoende inspanning heeft verricht, maar het gewenste resultaat desondanks niet behaald wordt, dit niet zomaar voor rekening van die logopedist dient te komen. Er dient sprake te zijn van daadwerkelijk tekortschieten, of van een situatie waar de logopedist niet heeft gedaan hetgeen van een redelijk handelend en redelijk bekwaam logopedist verwacht mocht worden. Dat dit het geval is wordt door [gedaagden] evenmin onvoldoende onderbouwd gesteld.
4.4
Nog afgezien van de inspanningsverplichting die geldt voor een behandeling als de onderhavige, is [bedrijf] c.q. Infomedics ook niet in gebreke gesteld en in de gelegenheid gesteld zelf de klachten van [gedaagden] , wat daar verder ook van zij, te verhelpen. Althans hiervan is niet gebleken. Om dan nu het factuurbedrag van de door [bedrijf] verrichte (be)handelingen niet te hoeven betalen, zonder dat bovengenoemde praktijk in de gelegenheid is gesteld zelf tot tevredenheid te presteren, voert te ver. Het had op de weg van [gedaagden] gelegen éérst [bedrijf] c.q. Infomedics in de gelegenheid te stellen de klachten deugdelijk te verhelpen. Dit is niet gebeurd, althans [gedaagden] heeft niet separaat weersproken niet gereageerd te hebben op de door Infomedics verstuurde facturen (zie 2.5) of op een andere wijze klachten/verweren kenbaar te hebben gemaakt.
4.5
Het vorenstaande leidt dan ook tot de conclusie dat het factuurbedrag van € 85,20 zal worden toegewezen.
4.6
Infomedics vordert rente vanaf 7 november 2019. Gesteld is echter dat in het door Infomedics gevorderde bedrag de rente is berekend tot en met 28 april 2020. De reeds verschenen rente kan niet worden toegewezen nu gedeeltelijk rente op rente gevorderd wordt. Daarnaast is de gevorderde toekomstige wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten niet toewijsbaar, omdat niet is gesteld of gebleken dat de kosten vóór dagvaarding dan wel vóór de ingebrekestelling door Infomedics aan haar gemachtigde zijn betaald. De rente zal daarom worden toegewezen op de wijze zoals hierna vermeld.
4.7
De door Infomedics gevorderde en door [gedaagden] niet afzonderlijk betwiste vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten is toewijsbaar. Het gevorderde bedrag van € 40,00 zal worden toegewezen, nu dit conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten het maximaal toe te wijzen tarief is.
4.8
[gedaagden] zal als de in het (grotendeels) ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van Infomedics.

5..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagden] om aan Infomedics te betalen een bedrag van € 125,20 vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over een bedrag van € 85,20 vanaf 28 april 2020 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagden] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Infomedics vastgesteld op € 214,32 aan verschotten (€ 124,00 griffierecht + € 90,32 explootkosten) en € 72,00 (2 salarispunten à € 36,00) aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van Steenderen-Koornneef en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44240