In deze zaak hebben eiseressen, [eiseres 1] en [eiseres 2], een kort geding aangespannen tegen de Gemeente Dordrecht. De eiseressen vorderden een schadevergoeding van € 225.000,- vanwege het niet tijdig verlenen van een Drank- en Horecawetvergunning, wat hen in financiële problemen zou hebben gebracht. De Gemeente had de beslistermijn voor de vergunningaanvraag overschreden, maar voerde aan dat dit te maken had met een negatief Bibob-advies en de noodzaak om aanvullende informatie van de eiseressen te ontvangen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Gemeente niet onzorgvuldig had gehandeld. De eiseressen hadden onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de vertraging in de besluitvorming voornamelijk aan de Gemeente te wijten was. De vordering werd afgewezen, en de eiseressen werden veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente, die op € 5.111,- werden begroot. De uitspraak vond plaats op 16 september 2020.