In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 januari 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van drie minderjarigen, [voornaam minderjarige 1], [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor een periode van twaalf maanden en een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige 1] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor negen maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door de onveilige thuissituatie, waarin sprake is van huiselijk geweld en emotionele instabiliteit van de ouders. De ouders zijn onvoldoende in staat om de kinderen de benodigde zorg en bescherming te bieden. De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing te verlenen, met als doel de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen te waarborgen. De beschikking is mondeling gegeven en uitvoerbaar bij voorraad verklaard.