Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Vordering
- het vaststellen van het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e Sr wordt geschat op € 29.011,12;
- het opleggen aan de veroordeelde van de verplichting tot betaling aan de staat van een geldbedrag ter ontneming van dat geschatte voordeel tot een bedrag van € 26.386,80
3..Strafbare feiten waarop de voordeelsberekening is gebaseerd
4..Beoordeling en berekening wederrechtelijk verkregen voordeel
19 gram×
1 ×
€ 3.280,- ×
×
€ 250,-
€ 6,18 ×
×
wederrechtelijk verkregen voordeel:
21.126,48,
€4.969,34, -/-
16.157,14,
0 % ×
5..Vaststelling van de betalingsverplichting
6..Toepasselijke wettelijke voorschriften
7..Bijlage
8..Beslissing
op € 8.078,57 (zegge: achtduizend achtenzeventig euro en zevenenvijftig cent);
€ 7.270,71 (zegge: zevenduizend tweehonderdzeventig euro en eenenzeventig cent).
Strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd op 71 dagen.