ECLI:NL:RBROT:2020:899

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 januari 2020
Publicatiedatum
6 februari 2020
Zaaknummer
C/10/584833 / JE RK 19-3279 / C/10/589353 / JE RK 20-53
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige

Op 14 januari 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] voor de duur van twaalf maanden en een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor zes maanden. De minderjarige verblijft op dat moment in een gesloten jeugdhulpinstelling, Harreveld, na eerdere problematische thuisplaatsingen. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, de ouders, en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling en de Raad aanwezig waren. De vader, die de Nederlandse taal niet machtig is, werd bijgestaan door een tolk.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont, die zijn ontwikkeling ernstig belemmeren. Ondanks de betrokkenheid van de ouders, zijn zij niet in staat om de zorgen rondom [voornaam minderjarige] weg te nemen. De kinderrechter heeft de verzoeken van de Raad gehonoreerd, omdat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om de minderjarige te helpen bij zijn ontwikkeling en om te voorkomen dat hij zich aan de hulp onttrekt. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van zes maanden en de ondertoezichtstelling voor twaalf maanden, met de mogelijkheid tot thuisplaatsing indien de minderjarige daar klaar voor is. De beschikking is mondeling gegeven en uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/584833 / JE RK 19-3279
C/10/589353 / JE RK 20-53
datum uitspraak: 14 januari 2020

beschikking ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2004 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 22 november 2019, en de
daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 7 januari 2020, ingekomen bij de griffie op
8 januari 2020;
- de verklaring d.d. 7 januari 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 13 januari 2020 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 14 januari 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord en is bijgestaan door mr. E.P.N. Pieterse,
- de moeder,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam
Rijnmond, hierna te noemen de GI, mw. [naam vertegenwoordigster 1] ,
- een vertegenwoordigster van de Raad, mw. [naam vertegenwoordigster 2] .
Aangezien de vader de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Marokkaans-Arabische taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van dhr. B. Arabi, tolk in de Marokkaans-Arabische taal.

De feiten

Het ouderlijk gezag wordt uitgeoefend door de ouders. [voornaam minderjarige] verblijft in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp, te weten in Harreveld.
Bij beschikking van 30 oktober 2019 is [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot 30 januari 2020. De kinderrechter heeft bij de beschikking van 22 november 2019 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling. Het overige verzochte is aangehouden.

De (aangehouden) verzoeken

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verzocht voor de duur van twaalf maanden. Tevens wordt door de Raad een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De Raad heeft de verzoeken ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Voor de gesloten plaatsing waren er grote zorgen over [voornaam minderjarige] . Hij had contacten met de politie en was agressief richting zijn gezinsleden. Ook op school ging het niet goed. In augustus 2019 is [voornaam minderjarige] na een korte plaatsing in de gesloten jeugdhulp, weer thuis bij de moeder geplaatst. Deze thuisplaatsing is echter niet goed verlopen, waardoor [voornaam minderjarige] op 30 oktober 2019 weer gesloten is geplaatst. Het is van belang dat de thuisplaatsing niet opnieuw mislukt. De Raad verzoekt daarom een machtiging voor de periode van zes maanden, indien er eerder een mogelijkheid tot thuisplaatsing van [voornaam minderjarige] is, zal de machtiging niet verder tenuitvoer worden gelegd. De ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp zijn noodzakelijk zodat [voornaam minderjarige] de vaardigheden kan leren, opdat hij op een goede manier thuis kan worden geplaatst en aan zijn toekomst kan werken.

Het standpunt van de GI

De GI heeft de verzoeken van de Raad ondersteund en daaraan het volgende toegevoegd. [voornaam minderjarige] laat binnen de gesloten jeugdhulp een positieve ontwikkeling zien. Dat de machtiging voor zes maanden zou worden afgegeven, houdt niet per se in dat de machtiging ook voor deze periode zal worden gebruikt. Indien [voornaam minderjarige] klaar is om thuis te worden geplaatst, zal dit ook gebeuren. Op zeer korte termijn kan met een persoonlijkheidsonderzoek (PO) worden gestart, zodat de onderliggende problematiek voor het gedrag van [voornaam minderjarige] duidelijk wordt en hem handvaten kunnen worden geboden. Momenteel wordt gewerkt aan het opbouwen van onbegeleide verloven. De komende periode zal worden toegewerkt naar een thuisplaatsing of anders een plaatsing bij Hand-in-Hand.

De standpunten van de belanghebbenden

Door en namens [voornaam minderjarige] is verzocht het verzoek met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor een kortere periode toe te wijzen, te weten drie maanden. Hij is zich bewust dat hij zal moeten veranderen en is positief over de behandeling op Harreveld. Hij heeft zich mede hierdoor de afgelopen periode positief ontwikkeld. De komende periode dienen de onbegeleide verloven naar huis goed te verlopen, alvorens hij thuis kan worden geplaatst.
Door de moeder is ingestemd met de verzoeken van de Raad. De moeder vindt het prettig dat [voornaam minderjarige] binnen Harreveld intensief wordt begeleid en merkt dat hij zich, mede door deze intensieve begeleiding, positief ontwikkelt. [voornaam minderjarige] stelt doelen en denkt na over de toekomst. Ondanks deze positieve ontwikkeling is het van belang dat [voornaam minderjarige] binnen de gesloten jeugdhulp verblijft. Voor welke duur dit is, is afhankelijk van het gedrag dat [voornaam minderjarige] de komende periode laat zien.
De vader heeft ter zitting aangegeven zich aan te sluiten bij het standpunt van de moeder.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
In een korte periode is [voornaam minderjarige] voor een tweede keer gesloten geplaatst, nadat een thuisplaatsing niet goed is verlopen, omdat hij direct in zijn oude zorgelijke gedrag terugviel. [voornaam minderjarige] vertoonde in de thuissituatie zelfbepalend gedrag en verbale en fysieke agressie richting zijn gezinsleden. Ondanks dat de ouders betrokken zijn, lukt het hen onvoldoende om pedagogische en emotioneel aan te sluiten bij wat [voornaam minderjarige] nodig heeft. De ouders zijn onvoldoende in staat om onder eigen verantwoordelijkheid de zorgen rondom [voornaam minderjarige] weg te nemen. Binnen de gesloten plaatsing ontwikkelt [voornaam minderjarige] zich inmiddels positief. Daarentegen is deze ontwikkeling nog pril en bezien dient te worden of [voornaam minderjarige] deze positieve lijn kan volhouden. Hij heeft laten zien dat hij binnen de geslotenheid tot gedragsverandering kan komen, daarentegen heeft hij ook laten zien in de thuissituatie terug te vallen in zijn oude gedrag. Het is van belang dat een thuisplaatsing niet opnieuw mislukt en er dient gewaakt te worden dat [voornaam minderjarige] te snel thuis wordt geplaatst zonder dat hij daarvoor klaar is. [voornaam minderjarige] heeft baat bij de structuur, stabiliteit en regelmaat die hem binnen de gesloten instelling wordt geboden. In de komende periode is het noodzakelijk om de aangeleerde vaardigheden gedurende langere termijn te monitoren en het is van belang dat [voornaam minderjarige] deze vaardigheden leert toepassen in meerdere omgevingen. [voornaam minderjarige] moet stapsgewijs leren omgaan met verloven en tijdens de verloven laten zien dat hij niet terugvalt in zijn oude gedrag.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen, en wel voor de verzochte periode van zes maanden. Gelet op het voorgaande volgt ook dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling verlenen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam minderjarige] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 14 januari 2020 tot
14 januari 2021;
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 14 januari 2020 tot uiterlijk
14 juli 2020;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. E.J. Stalenberg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van E.J. van Bergeijk als griffier en in het openbaar uitgesproken op
14 januari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 29 januari 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.