In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 januari 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], geboren in 2006. De gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering heeft op 3 december 2019 een verzoek ingediend tot verlenging van de ondertoezichtstelling, die oorspronkelijk was vastgesteld bij beschikking van 17 januari 2019 en zou aflopen op 29 januari 2020. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij zowel de moeder als de vader van [naam kind] aanwezig waren, maar [naam kind] zelf niet is verschenen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, met een diagnose van PTSS en problemen in de sociaal-emotionele ontwikkeling. De vader, bij wie [naam kind] woont, heeft onvoldoende hulpverlening in de thuissituatie en er is een gebrek aan afstemming tussen de ouders over de opvoeding. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het noodzakelijk is dat de GI betrokken blijft om de situatie van [naam kind] te monitoren en te waarborgen dat er vooruitgang wordt geboekt. De ondertoezichtstelling is verlengd voor de duur van twaalf maanden, tot 29 januari 2021, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is mondeling gedaan en in het openbaar uitgesproken door mr. E.J. Stalenberg, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. N. Gregoor als griffier.