ECLI:NL:RBROT:2020:894

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 januari 2020
Publicatiedatum
6 februari 2020
Zaaknummer
C/10/587321 / JE RK 19-3667
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige met ernstige ontwikkelingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 januari 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], geboren in 2006. De gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering heeft op 3 december 2019 een verzoek ingediend tot verlenging van de ondertoezichtstelling, die oorspronkelijk was vastgesteld bij beschikking van 17 januari 2019 en zou aflopen op 29 januari 2020. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij zowel de moeder als de vader van [naam kind] aanwezig waren, maar [naam kind] zelf niet is verschenen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, met een diagnose van PTSS en problemen in de sociaal-emotionele ontwikkeling. De vader, bij wie [naam kind] woont, heeft onvoldoende hulpverlening in de thuissituatie en er is een gebrek aan afstemming tussen de ouders over de opvoeding. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het noodzakelijk is dat de GI betrokken blijft om de situatie van [naam kind] te monitoren en te waarborgen dat er vooruitgang wordt geboekt. De ondertoezichtstelling is verlengd voor de duur van twaalf maanden, tot 29 januari 2021, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is mondeling gedaan en in het openbaar uitgesproken door mr. E.J. Stalenberg, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. N. Gregoor als griffier.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/587321 / JE RK 19-3667
datum uitspraak: 15 januari 2020

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2006 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, zonder vaste woon- of verblijfplaats,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 3 december 2019, ingekomen bij de griffie op 6 december 2019.
Op 15 januari 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord is:
- een vertegenwoordigster van de GI, mevrouw [naam vertegenwoordigster] .
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- de moeder,
- de vader,
[naam kind] is in de gelegenheid gesteld zijn mening kenbaar te maken.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind] woont bij de vader.
Bij beschikking van 17 januari 2019 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 29 januari 2020.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van één jaar.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Op dit moment woont [naam kind] bij de vader. [naam kind] is gestart met behandeling bij de GGZ voor traumaverwerking. De GI heeft de indruk dat het feit dat [naam kind] in zijn ontwikkeling wordt bedreigd geen prioriteit is voor de vader. In de komende periode wil de GI daarom onderzoek doen naar het perspectief van [naam kind] .

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Er is bij [naam kind] sprake van kindeigen problematiek. [naam kind] is gediagnosticeerd met PTSS, is moeilijk te begrenzen en zelfbepalend. Er zijn nog geen resultaten van de behandeling van [naam kind] , die in november startte. Er zijn zorgen over zijn sociaal emotionele ontwikkeling. [naam kind] woont geruime tijd bij de vader. Er bestaan zorgen over de thuissituatie van de vader. Hulpverlening in de thuissituatie van de vader is in de afgelopen periode onvoldoende van de grond gekomen. Tevens is er onvoldoende afstemming tussen de ouders. Afspraken over de omgang komen onvoldoende van de grond en de ouders informeren elkaar onvoldoende over de opvoeding van [naam kind] . De vraag is of het perspectief van [naam kind] bij de vader ligt. De kinderrechter acht het noodzakelijk dat de GI betrokken blijft om te waarborgen dat [naam kind] en de ouders hulpverlening accepteren, dat er vooruitgang wordt geboekt en ook om te bezien welke verblijfplaats het meest in het belang van [naam kind] is.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 29 januari 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 januari 2020 door mr. E.J. Stalenberg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. N. Gregoor als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 30 januari 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.