Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
2..De feiten
€ 1.500,--.
(…)
Zowel op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening als uw beleidsregels had de heer [eiser in conventie/verweerder in reconventie] u over de inkomensstijging dan wel het afzien daarvan door hem en zijn optimale verdiencapaciteit vooralsnog niet te willen benutten en voornoemde uitgaven / nieuwe schulden zelfstandig moeten informeren. Door de enkele omstandigheid dat hij dit heeft nagelaten, verkeert hij in gebreke en geeft u dit het recht om de schuldbemiddeling te beëindigen (art. 7 sub g van uw beleidsregels). Bovendien bent u eerst na informatie van mijn cliënte nader onderzoek gaan instellen naar de verdiensten van de heer [eiser in conventie/verweerder in reconventie] , waarover hij u voordien – oftewel reeds 2 1/2 jaar sinds de schuldregeling loopt – niet door de heer [eiser in conventie/verweerder in reconventie] zelfstandig bent geïnformeerd.
3..Het geschil
in conventie
subsidiairde hiervoor bedoelde overeenkomst (partieel) ontbindt dan wel meer subsidiair (partieel) vernietigt tegen een in goede justitie vast te stellen datum, althans
primairvoor recht verklaart dat een tussen Faciliture door tussenkomst van de gemeente Nissewaard met [verweerder] gesloten overeenkomst betreffende de schuldregeling althans het schuldhulptraject van [verweerder] per 28 augustus 2017 c.q. 29 januari 2019 althans tegen een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen datum is beëindigd c.q. ontbonden dan wel vernietigd;
subsidiairvoornoemde overeenkomst (partieel) ontbindt dan wel meer subsidiair (partieel) vernietigt tegen een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen datum,
4..De beoordeling
in conventie en in reconventie
de totstandkomingvan in dit geval de schuldregelingsovereenkomst tussen partijen en het beroep van Faciliture op dwaling en bedrog leent zich daarom ervoor om als eerste te worden besproken.
(i) [eiser in conventie/verweerder in reconventie] is in het voorjaar van 2012 in Delft gaan samenwonen met zijn toenmalige vriendin, sinds 2 september 2015 zijn echtgenote, [naam persoon 2] . [eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft bewust nagelaten deze adreswijziging door te geven aan de gemeente althans hij heeft zich daar ten onrechte niet uitgeschreven. Als [eiser in conventie/verweerder in reconventie] dit wel had gedaan, hetgeen hij had behoren te doen, had de gemeente zijn verzoek om schuldhulpverlening niet in behandeling genomen op grond van artikel 2 van de beleidsregels van de gemeente, dat bepaalt dat de doelgroep van gemeentelijke schuldbemiddeling inwoners van de gemeente zijn. Bovendien heeft het er toe geleid dat schuldeisers, zoals Faciliture, hebben afgezien van het leggen van verhaalsbeslag op zijn bezittingen.
Door Faciliture is niet bestreden dat de vriendin/echtgenote van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] als werkgever de werkgeverslasten diende te dragen, met zijn indienstneming de risico’s van het werkgeverschap droeg, een eigen bedrijf had en op de tewerkstelling van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] bij ODB geen verlies behoefde te draaien. Naar het oordeel van de rechtbank was het, integendeel, aan de echtgenote van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] volstrekt toegestaan om met het uitlenen of “payrollen” van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] aan ODB eigen revenuen te incasseren. In haar - uitvoerige en soms uiterst gedetailleerde - beschouwingen over deze zaak, lijkt Faciliture dit algemene gezichtspunt uit het oog te hebben verloren.
nietvoldaan heeft aan die verplichtingen. Nu de verklaring van recht niet die strekking heeft, zal ook deze vordering worden afgewezen.
904,00(2,0 punt × tarief € 452,00)
452,00(2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 452,00)