ECLI:NL:RBROT:2020:8854

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 juli 2020
Publicatiedatum
5 oktober 2020
Zaaknummer
C/10/599809 / FA RK 20-4948
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 8 juli 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene met schizofrenie en grootheidswaanzin. De officier van justitie had op 7 juli 2020 verzocht om voortzetting van de op 6 juli 2020 opgelegde crisismaatregel. De mondelinge behandeling vond plaats op 8 juli 2020, waarbij de betrokkene en haar advocaat, alsook een arts en verpleegkundige van GGZ Delfland, via een beeld- en geluidverbinding werden gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, die zonder vaste woon- of verblijfplaats is en thans verblijft in GGZ Delfland. De betrokkene vertoont hinderlijk gedrag en heeft een psychische stoornis, wat leidt tot een aanzienlijk risico op ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelt dat de crisissituatie zo ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, waarbij verplichte zorg kan worden toegepast, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank wijst enkele door de officier verzochte vormen van verplichte zorg af, omdat deze niet noodzakelijk zijn. De machtiging geldt tot en met 29 juli 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter M. de Geus en schriftelijk uitgewerkt op 17 juli 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/599809 / FA RK 20-4948
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 8 juli 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
thans verblijvende in GGZ Delfland, Dr. Noletstraat te Schiedam,
advocaat mr. K. Lammers-Roselaar te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 7 juli 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 6 juli 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 6 juli 2020;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 6 juli 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 juli 2020. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
 betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
 [naam arts] , arts, en
 [naam verpleegkundige] , verpleegkundige, beiden verbonden aan GGZ Delfland.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang alsmede de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, vallend onder de noemer schizofreniespectrum-en andere psychotische stoornissen.
Betrokkene is bekend met schizofrenie en is hiervoor langdurig opgenomen geweest. Eerder was betrokkene zorgmijdend, heeft zij gezworven en zichzelf verwaarloosd. Na op 13 maart 2020 zonder instemming te zijn vertrokken uit de kliniek en een periode ongeoorloofd afwezig te zijn geweest, heeft betrokkene zich bij de politie gemeld. Daarop is zij teruggebracht naar de kliniek. Betrokkene is dakloos en zij heeft geen inkomen. Betrokkene is er daarnaast onwrikbaar van overtuigd familie te zijn van Koning Willem-Alexander. Ook is zij ervan overtuigd dat haar een lange gevangenisstraf te wachten staat, tenzij zij naar een afspraak met Willem-Alexander kan gaan zodat hij zich voor haar kan inzetten. Betrokkene heeft geen ziekte inzicht- of besef en zij wil thans niet meer in de kliniek verblijven: zij wil naar de afspraak met Koning Willem-Alexander.
2.3.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende in de crisismaatregel genomen vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles;
  • het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen; indien er een aanwijzing voor is;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.5.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht, het toedienen van voeding, het insluiten en het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar ter zitting gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
Betrokkene verzet zich tegen de noodzakelijk geachte verplichte zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 29 juli 2020;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 8 juli 2020 mondeling gegeven door mr. M. de Geus, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 17 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.