Op 8 juli 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene met schizofrenie en grootheidswaanzin. De officier van justitie had op 7 juli 2020 verzocht om voortzetting van de op 6 juli 2020 opgelegde crisismaatregel. De mondelinge behandeling vond plaats op 8 juli 2020, waarbij de betrokkene en haar advocaat, alsook een arts en verpleegkundige van GGZ Delfland, via een beeld- en geluidverbinding werden gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, die zonder vaste woon- of verblijfplaats is en thans verblijft in GGZ Delfland. De betrokkene vertoont hinderlijk gedrag en heeft een psychische stoornis, wat leidt tot een aanzienlijk risico op ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelt dat de crisissituatie zo ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, waarbij verplichte zorg kan worden toegepast, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank wijst enkele door de officier verzochte vormen van verplichte zorg af, omdat deze niet noodzakelijk zijn. De machtiging geldt tot en met 29 juli 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter M. de Geus en schriftelijk uitgewerkt op 17 juli 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.