ECLI:NL:RBROT:2020:8799

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 september 2020
Publicatiedatum
2 oktober 2020
Zaaknummer
8504247 CV EXPL 20-2054
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betwisting van betalingsverplichting in het kader van studieovereenkomst en studievertraging

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Dordrecht, vordert Tio Teach B.V. dat de gedaagde, die in persoon procedeert, wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 360,- wegens het niet nakomen van zijn betalingsverplichting uit een overeenkomst inzake het afronden van zijn studie. De gedaagde heeft eerder drie maandelijkse termijnen voldaan, maar stelt dat hij studievertraging heeft opgelopen door toedoen van Tio Teach, waardoor hij niet het volledige bedrag zou hoeven betalen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen geschil bestaat over de betalingsverplichting van de gedaagde, maar dat er onduidelijkheid is over de oorzaak van de studievertraging. De kantonrechter heeft daarom besloten dat nader feitenonderzoek en bewijslevering noodzakelijk zijn om te bepalen of de studievertraging aan Tio Teach te wijten is. Tevens is er een mondelinge behandeling via Skype voor bedrijven gepland om de zaak verder te bespreken. De partijen zijn verzocht hun e-mailadressen en verhinderdata op te geven voor deze behandeling. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 24 september 2020, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8504247 CV EXPL 20-2054
uitspraak: 10 september 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Tio Teach B.V.,
gevestigd te Hengelo,
eiseres,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
die procedeert in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Tio Teach’ en ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 30 april 2020, met producties;
de conclusie van antwoord, met producties;
de conclusie van repliek, met producties;
de conclusie van dupliek, met producties.
Het vonnis is bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
2.1
[gedaagde] heeft bij Tio Teach de opleiding International Business Management gevolgd. Voor het afronden van deze studie hebben partijen een nieuwe overeenkomst met elkaar gesloten tot verlengde inschrijving voor stage of afstuderen.
2.2
[gedaagde] heeft drie maandelijkse termijnen van € 360,- voldaan.

3..Het geschil

3.1
Tio Teach vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan Tio Teach van een bedrag van € 360,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2
Tio Teach heeft nakoming van de overeenkomst aan haar vordering ten grondslag gelegd. [gedaagde] is zijn betalingsverplichting niet nagekomen en moet nog één maandelijkse termijn betalen.
3.3
[gedaagde] is het niet eens met de vordering van Tio Teach. Hij stelt – kort gezegd – dat hij door toedoen van Tio Teach studievertraging heeft opgelopen. Hij vindt daarom dat hij niet het volledige bedrag hoeft te betalen.

4..De beoordeling

4.1
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde] op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst in beginsel € 360,- per maand aan Tio Teach moet betalen. [gedaagde] heeft ook niet betwist dat hij niet heeft betaald voor één maand waarin hij wel stond ingeschreven. [gedaagde] heeft die maand niet betaald omdat hij van mening is dat hij studievertraging heeft opgelopen door toedoen van Tio Teach.
4.2
Als Tio Teach een van haar verplichtingen uit de overeenkomst niet is nagekomen, dan moet zij de schade die [gedaagde] daardoor lijdt vergoeden (artikel 6:74 BW). Tussen partijen is op zich niet in geschil dat op Tio Teach [gedaagde] bij zijn studie, en in het bijzonder bij zijn afstuderen, moet begeleiden. Het enkele feit dat een student niet binnen de gebruikelijke termijn afstudeert, betekent echter nog niet dat Tio Teach een schadevergoeding moet betalen. Van Tio Teach mag echter wel worden verwacht dat zij de begeleiding van een student zo inricht dat de student geen studievertraging oploopt die niet door toedoen van de student maar door Tio Teach is veroorzaakt. Dit houdt onder meer in dat de docenten van Tio Teach binnen een redelijke termijn ingeleverde scriptie(voorstellen) moeten bekijken en daarop zo nodig commentaar geven.
4.3
[gedaagde] stelt zich op het standpunt dat hij studievertraging heeft opgelopen omdat zijn eerste begeleider niet tijdig reageerde. Uit de door [gedaagde] overgelegde e-mailberichten blijkt dat zijn begeleider zelf heeft bevestigd dat de doorlooptijd lang is geweest en dat [gedaagde] in de periode maart tot en met juni 2018 heeft geprobeerd om een andere begeleider te krijgen. Dat is in juni 2018 gebeurd. Tio Teach is het niet eens met de stelling van [gedaagde] . Bij conclusie van repliek heeft zij een chronologisch overzicht van het afstudeertraject van [gedaagde] overgelegd waaruit blijkt hoeveel dagen de begeleider nodig heeft gehad om de onderdelen van het traject te beoordelen. Maar volgens [gedaagde] gaat dit over de begeleiding door de tweede begeleider, terwijl de studievertraging is ontstaan door de eerste begeleider.
4.4
Op basis van wat partijen over en weer hebben aangevoerd kan door de kantonrechter niet worden beoordeeld of er sprake is studievertraging die aan Tio Teach te wijten is. Daarvoor is naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter nader feitenonderzoek en/of nadere bewijslevering nodig met betrekking tot het handelen van de eerste begeleider bij de beoordeling van het afstudeertraject van [gedaagde] .
4.5
De kantonrechter acht het gewenst de zaak met partijen te bespreken. Daarom zal een mondelinge behandeling worden bepaald. Deze mondelinge behandeling zal plaatsvinden via Skype voor bedrijven. Tijdens de mondelinge behandeling kunnen partijen hun standpunten toelichten. Ook kan aan hen worden gevraagd om inlichtingen te geven of standpunten nader te onderbouwen. Tot slot zal ook worden onderzocht of partijen tot een schikking kunnen komen.
4.6
Vanwege het coronavirus is het op dit moment niet mogelijk om in deze zaak een zitting op de rechtbank te houden. Daarom zal de mondelinge behandeling overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid via een beeld- en geluidverbinding plaatsvinden met het programma Skype voor bedrijven.
4.7
Om partijen voor de mondelinge behandeling te kunnen uitnodigen heeft de rechtbank de e-mailadressen van alle betrokkenen nodig. Partijen dienen daarom aan de rechtbank op te geven de e-mailadressen van degene die aan de mondelinge behandeling willen deelnemen en hun verhinderdata voor de komende twee maanden. De kantonrechter zal daarna een dag en tijdstip voor de mondelinge behandeling bepalen. De uitnodiging voor de mondelinge behandeling zal daarna aan de door partijen opgegeven e-mailadressen worden verzonden. Bij de uitnodiging wordt een uitleg over het gebruik van Skype voor bedrijven gevoegd.
4.8
Alle stukken die op de zaak betrekking (kunnen) hebben en die nog niet in het geding zijn gebracht, dienen door de partij die deze ter sprake wil brengen aan de kantonrechter en aan de wederpartij te worden toegezonden. Deze stukken dienen uiterlijk tien dagen vóór de mondelinge behandeling in het bezit te zijn van de kantonrechter en de wederpartij.
4.9
Partijen dienen zelf aan de mondelinge behandeling deel te nemen of te worden vertegenwoordigd door een persoon die op de hoogte is van het geschil. Deze vertegenwoordiger moet schriftelijk gemachtigd zijn, eventueel ook tot het treffen van een minnelijke regeling.
4.1
Gelet op het voorgaande wordt de zaak verwezen naar de rolzitting van donderdag 24 september 2020 om 10:00 uur teneinde partijen in de gelegenheid te stellen opgave te doen van hun verhinderdata voor de komende twee maanden en de e-mailadressen van de personen die aan de zitting willen deelnemen.
4.11
Iedere verdere beslissing wordt in dit stadium aangehouden.

5..De beslissing

De kantonrechter
:
bepaalt dat een mondelinge behandeling zal plaatsvinden via een beeld- en geluidverbinding met het programma Skype voor bedrijven;
stelt partijen in de gelegenheid om de e-mailadressen op te geven van degene die aan de mondelinge behandeling willen deelnemen met hun verhinderdata voor de komende twee maanden;
verwijst de zaak daarvoor naar de rolzitting van
donderdag 24 september 2020 om 10:00 uur;
wijst partijen erop dat de akte in tweevoud ingestuurd moet worden en uiterlijk de dag vóór de rolzitting om 12.00 uur door de rechtbank ontvangen moet zijn;
wijst partijen er op dat zij tijdelijk ook een e-mailbericht mogen sturen aan kantondagvaarding.rtm.dor@rechtspraak.nl;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van Steenderen-Koornneef en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
43416