Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De feiten
Het dienstverband van de heer [verzoeker] beëindigt per 27 november 2019. Conform de geldende richtlijnen heeft de heer recht op een transitievergoeding. Graag verneem ik van u de hoogte van de transitievergoeding en wanneer deze uitbetaald wordt.”
Op 27 november stopt de Loonbetaling (104 + 52 weken).
Wat fijn dat u een nieuwe uitdaging hebt gevonden en ook nog eens als conciërge/huismeester per 21 november, gefeliciteerd. Wij zullen dan ook uw arbeidsovereenkomst per 21 november 2019 beëindigen, het is volgens onze arbeidsovereenkomst namelijk niet mogelijk twee werkgevers tegelijkertijd te hebben.”
Naar aanleiding van de brief die ik vandaag heb ontvangen, komen wij overeen dat de arbeidsovereenkomst per 21-11-2019 formeel ontbonden is.”
3..Het verzoek
4..Het verweer
5..De beoordeling van het verzoek
formeel ontbonden is”. Deze mail is echter een reactie op de brief van Hunter Douglas van 25 november 2019. Die brief bevat geen aanzet om de arbeidsovereenkomst in overleg tot een einde te brengen. In de gegeven omstandigheden, zoals hiervoor geschetst, moet deze brief worden gekwalificeerd als een eenzijdige rechtshandeling van de zijde van Hunter Douglas, gericht op beëindiging. De e-mail van [verzoeker] is eveneens een eenzijdige rechtshandeling, namelijk de bevestiging van die opzegging. Die enkele bevestiging maakt niet dat Hunter Douglas er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat partijen gezamenlijk tot een einde van de arbeidsovereenkomst zijn gekomen.