In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 september 2020 uitspraak gedaan over het verzoek tot ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], geboren in 2014. Het verzoek is ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht, in het kader van een complexe echtscheiding tussen de ouders van [naam kind]. De ouders zijn niet in staat om op een constructieve manier met elkaar te communiceren, wat leidt tot een onveilige situatie voor [naam kind]. De moeder heeft een stabiele situatie gecreëerd, terwijl er zorgen zijn over de thuissituatie bij de vader, die onvoldoende openheid van zaken geeft.
Tijdens de zitting is gebleken dat [naam kind] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd door de conflicten tussen de ouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat, hoewel er enige positieve ontwikkelingen zijn, de ouders niet in staat zijn om zelfstandig de situatie te verbeteren. Daarom is besloten om [naam kind] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond voor de duur van zes maanden, met als doel de ontwikkeling van [naam kind] te volgen en een ouderschapsplan op te stellen.
De kinderrechter heeft de beschikking mondeling gegeven en verklaard dat deze uitvoerbaar is bij voorraad. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld in september 2020.