ECLI:NL:RBROT:2020:8594

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 mei 2020
Publicatiedatum
30 september 2020
Zaaknummer
C/10/595432 / FA RK 20-2882
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 4 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, geboren op [geboortedatum betrokkene], op verzoek van de officier van justitie. De beslissing volgde op een mondelinge behandeling waarbij de betrokkene, zijn advocaat mr. Ch.J. Nicolaï, en verschillende zorgprofessionals telefonisch zijn gehoord, vanwege de beperkingen door de coronamaatregelen. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie, en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel voor zichzelf en zijn omgeving. Dit werd onderbouwd door medische verklaringen en eerdere ervaringen met gedwongen opnames.

De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn, omdat de betrokkene inconsistent is in zijn bereidheid om medicatie te gebruiken. De voorgestelde verplichte zorg omvatte onder andere het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, en het uitoefenen van toezicht. De rechtbank oordeelde dat deze maatregelen noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn. De zorgmachtiging werd verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 4 oktober 2020.

De beschikking is op 4 mei 2020 mondeling gegeven door rechter N. Doorduijn en op 7 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/595432 / FA RK 20-2882
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 4 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. Ch.J. Nicolaï te Schiedam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 22 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 14 april 2020;
 de (door betrokkene niet ingevulde) zorgkaart van met bijlage;
 het zorgplan van 20 maart 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of strafvorderlijke- en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam 2] , assistent wooncoach, en [naam 3] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige, beiden verbonden aan Pameijer;
 [naam 4] , verbonden aan Stichting Veritas Vertegenwoordiging.
1.2.
De officier is niet ter zitting telefonisch gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
 ernstig lichamelijk letsel;
 ernstige psychische schade;
 ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang;
 de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Betrokkene wordt al jaren behandeld vanwege zijn psychische stoornis. In het verleden is hij ook meerdere keren gedwongen opgenomen. Betrokkene laat door de jaren heen een beeld zien waarbij hij zorg afhoudt, medicatie weigert en psychotisch raakt. Betrokkene heeft namelijk noch ziektebesef noch –inzicht. Als hij medicatie weigert en decompenseert, wordt zijn omgeving overbelast, omdat betrokkene verbaal agressief wordt en schreeuwt. Hij kan dan ook niet meer voor zichzelf zorgen. Betrokkene heeft daarnaast een open wond op zijn voet die verzorging nodig heeft, maar betrokkene laat geen zorg toe als hij psychotisch is. Op het moment accepteert betrokkene zijn (depot)medicatie en kan hij vanuit zijn woning worden verzorgd. De sociaal psychiatrisch verpleegkundige verklaart echter dat betrokkene inconsistent is in zijn bereidheid om medicatie te gebruiken. In het geval betrokkene de medicatie zal weigeren dan zal hij terugvallen in een psychose, het weerhouden van zorg en zal hij (opnieuw) ernstig nadeel veroorzaken.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en om de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
De advocaat heeft aangevoerd dat er geen sprake is van verzet. Gebleken is echter dat er onvoldoende mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, omdat betrokkene inconsistent is in zijn wil. De sociaal psychiatrisch verpleegkundige verklaart dat betrokkene niet te overtuigen is van de noodzaak van medicatie, en de inname daarvan of van zorg, op de momenten dat hij medicatie en zorg weigert. Gebleken is dat er in het verleden bij herhaling crisisopnamen nodig waren vanwege (onder meer) het weigeren van medicatie. Dit maakt dat er sprake is van verzet tegen de zorg.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 het onderzoek aan kleding of lichaam;
 het opnemen in een accommodatie.
Ten aanzien van de gedwongen opname en het beperken van de bewegingsvrijheid geldt dat deze enkel zullen kunnen worden toegepast indien op dat moment de overige vormen van zorg niet langer volstaan en opname en beperking van de bewegingsvrijheid worden gerechtvaardigd door een actuele onafhankelijke medische verklaring, die op dat moment niet ouder is dan drie maanden. Tevens moeten er geen minder bezwarende alternatieven zijn en is nodig dat opname en beperking van de bewegingsvrijheid evenredig en naar verwachting effectief zullen zijn. Gelet op vorige gedwongen opnamen, waarbij betrokkene in ieder geval binnen twee maanden gestabiliseerd was, oordeelt de rechtbank dat indien betrokkene verplicht wordt opgenomen en zijn bewegingsvrijheid wordt beperkt een dergelijke opname niet meer dan twee maanden kan aanhouden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 4 oktober 2020.
Deze beschikking is op 4 mei 2020 mondeling gegeven door mr. N. Doorduijn, rechter, in tegenwoordigheid van V. Merkouris, griffier, en op 7 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.