ECLI:NL:RBROT:2020:8589

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 mei 2020
Publicatiedatum
30 september 2020
Zaaknummer
C/10/596574 / FA RK 20-3435
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 25 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, geboren op [geboortedatum betrokkene], wonende te [woonplaats betrokkene]. Dit gebeurde op verzoek van de officier van justitie, naar aanleiding van een verzoekschrift dat op 14 mei 2020 was ingediend. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. M.D. van Velthoven, telefonisch zijn gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie en een stoornis in alcoholgebruik. Het gedrag van de betrokkene leidt tot ernstig nadeel, waaronder ernstige verwaarlozing en een risico voor de veiligheid van personen of goederen. De rechtbank concludeert dat verplichte zorg noodzakelijk is om dit ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot het treffen van verplichte zorgmaatregelen zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De rechtbank heeft bepaald dat opname in een accommodatie alleen mag plaatsvinden indien andere vormen van zorg niet meer toereikend zijn. De beschikking is mondeling gegeven door mr. N. Doorduijn en schriftelijk uitgewerkt op 3 juni 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596574 / FA RK 20-3435
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 25 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende en thans verblijvende te [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. M.D. van Velthoven te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 14 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 30 april 2020;
 de zorgkaart van 22 april 2020;
 het zorgplan van 22 april 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 mei 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam 2] , behandelaar, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet ter zitting telefonisch gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie en een stoornis in alcoholgebruik.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
 ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang;
 de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.1.4.
Ter toelichting op het ernstig nadeel wordt op het volgende gewezen. Betrokkene heeft een lange psychiatrische voorgeschiedenis. Door de jaren heen is een beeld ontstaan waarbij betrokkene terugvalt in psychotische decompensaties, omdat hij medicatie weigert vanwege het beperkte ziektebesef en -inzicht. In die perioden mijdt hij zorg, zwerft hij rond en wordt hij verbaal agressief. Voor dit nadeel moet ook thans gevreesd worden als er geen machtiging wordt afgegeven.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Betrokkene heeft verplichte zorg nodig om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, en om de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring en hetgeen besproken is tijdens de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.2.3.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het opnemen in een accommodatie.
2.2.4.
Uit de stukken en de toelichting ter zitting blijkt dat op dit moment de vormen van verplichte zorg ‘het opnemen in een accommodatie en het beperken van de bewegingsvrijheid’ vooralsnog niet noodzakelijk zijn. Deze vormen zijn, aldus de behandelaren, pas noodzakelijk als de overige vormen van verplichte zorg in het ambulante kader niet langer volstaan om het ernstig nadeel af te wenden.
Gelet op de psychische kwetsbaarheid van betrokkene, het verminderde ziektebesef en –inzicht en het risico op een psychotische decompensatie als gevolg van het weigeren van medicatie, bepaalt de rechtbank dat deze vormen van verplichte zorg enkel zullen mogen worden toegepast indien op dat moment de overige vormen van verplichte zorg niet langer toereikend zijn om het ernstig nadeel af te wenden en de opname alsdan wordt gerechtvaardigd door een actuele (niet ouder dan drie maanden), onafhankelijke medische verklaring. Opname kan alleen na overleg tussen de behandelaren en de geneesheer-directeur.
2.2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.3. kunnen worden getroffen met inachtneming van hetgeen is bepaald in rechtsoverweging 2.2.4.;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 25 november 2020.
Deze beschikking is op 25 mei 2020 mondeling gegeven door mr. N. Doorduijn, rechter, in tegenwoordigheid van V. Merkouris, griffier, en op 3 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.