Op 8 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 4 juni 2020 opgelegde crisismaatregel, waarbij de rechtbank op basis van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling tot de conclusie kwam dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene. Dit nadeel was gelegen in het risico op levensgevaar, aangezien de betrokkene meerdere pogingen had ondernomen om zichzelf van het leven te beroven en stemmen hoorde die haar aanspoorden tot zelfbeschadiging.
De rechtbank oordeelde dat de crisissituatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg werden toegewezen, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Andere door de officier verzochte vormen van zorg werden afgewezen, omdat deze niet voldoende gemotiveerd waren en niet noodzakelijk werden geacht om het ernstig nadeel af te wenden.
De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel geldt voor een periode van drie weken, tot en met 29 juni 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.L.H. Gelauff en schriftelijk uitgewerkt op 12 juni 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.