Op 25 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. Het verzoekschrift was op 24 juni 2020 ingekomen en betrof een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel die op 23 juni 2020 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde dag, 25 juni 2020, gehouden, waarbij de betrokkenen telefonisch zijn gehoord vanwege de coronamaatregelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene aanwezig was, ondanks dat de betrokkene emotioneel instabiel en wantrouwend was. De rechtbank oordeelde dat het gedrag van de betrokkene niet kon worden gekwalificeerd als onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, en dat eerdere incidenten niet relevant waren voor de huidige situatie. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door mr. L.A.C. van Nifterick en schriftelijk uitgewerkt op 26 juni 2020.