ECLI:NL:RBROT:2020:8558

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 september 2020
Publicatiedatum
30 september 2020
Zaaknummer
C/10/595743 / HA ZA 20-432
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. drs. J. van den Bos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de rechtbank in geschil over aandeelhoudersovereenkomst met arbitragebeding

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 september 2020 uitspraak gedaan in een incident waarbij MIB Holding B.V. vorderingen heeft ingesteld tegen TMG Studios B.V. en Total Mayhem Games Holding B.V. De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de vorderingen die zijn gebaseerd op de aandeelhoudersovereenkomst, omdat partijen in deze overeenkomst een arbitragebeding hebben opgenomen. Dit betekent dat geschillen die voortvloeien uit de aandeelhoudersovereenkomst door middel van arbitrage moeten worden beslecht, en niet door de rechtbank. MIB Holding had vorderingen ingesteld op basis van zowel de aandeelhoudersovereenkomst als de provisieovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat zij wel bevoegd was om kennis te nemen van de vorderingen die zijn gebaseerd op de managementovereenkomst en de provisieovereenkomst, maar niet op de aandeelhoudersovereenkomst. De rechtbank benadrukte dat de geldigheid van het arbitragebeding niet was betwist en dat het een exclusief beding is dat de gang naar de overheidsrechter uitsluit. MIB Holding heeft verzocht om een termijn om haar eis te verminderen, maar de rechtbank oordeelde dat zij geen belang had bij dit verzoek. De rechtbank heeft MIB Holding ook veroordeeld in de proceskosten van het incident, omdat zij de in het ongelijk gestelde partij was. De kosten zijn begroot op € 543,00, en de kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/595743 / HA ZA 20-432
Vonnis in incident van 30 september 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MIB HOLDING B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. A.F. Orthmann-Noija te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TMG STUDIOS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TOTAL MAYHEM GAMES HOLDING B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
3.
[naam gedaagde 1],
wonende te [woonplaats gedaagde 1] ,
4.
[naam gedaagde 2],
wonende te [woonplaats gedaagde 2] ,
5.
[naam gedaagde 3],
wonende te [woonplaats gedaagde 3] ,
6.
[naam gedaagde 4],
wonende te [woonplaats gedaagde 4] ,
7.
[naam gedaagde 5],
wonende te [woonplaats gedaagde 5] ,
8.
[naam gedaagde 6],
wonende te [woonplaats gedaagde 6] ,
gedaagden in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
advocaten mrs. E.K. Ditvoorst en J.H.N. Vogelsang te Rotterdam.
Partijen zullen hierna MIB Holding en TMG c.s. worden genoemd. Voor zover gedaagden in de hoofdzaak sub 1 en 2 afzonderlijk worden bedoeld, worden zij TMG Studios respectievelijk Total Mayhem Games Holding genoemd. Gedaagden 3 tot en met 8 in de hoofdzaak zullen gezamenlijk worden aangeduid als Bestuurders TMG Holding.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 21 april 2020, met producties,
  • de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid;
  • de incidentele conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2..De feiten, voor zover van belang in het incident

2.1.
Tussen verschillende partijen in dit geding zijn onder meer een provisieovereenkomst, een managementovereenkomst en een aandeelhoudersovereenkomst gesloten.
2.2.
Tussen (in ieder geval) MIB Holding, Total Mayhem Games Holding en Bestuurders TMG Holding bestaat een aandeelhoudersovereenkomst van 7 juni 2017. Artikel 58 van die overeenkomst luidt:
“In geval van geschillen die mochten ontstaan naar aanleiding van deze overeenkomst, dan wel van
nadere overeenkomsten die daarvan het gevolg mochten zijn, zullen Partijen trachten deze in eerste
instantie onderling op te lossen. Indien dit onmogelijk is gebleken zal het geschil worden beslecht
overeenkomstig het arbitrage-[reglement] van de Kamer van Koophandel in welks gebied TMG is
gevestigd. Het scheidsgerecht zal in beginsel bestaan uit 1 arbiter.”

3..De vorderingen in de hoofdzaak

3.1.
MIB Holding vordert in de hoofdzaak bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
-
Ten aanzien van TMG Studios:
1. te verklaren voor recht dat (i) TMG Studios primair toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de provisieovereenkomst, managementovereenkomst en aandeelhoudersovereenkomst, dan wel subsidiair onrechtmatig heeft gehandeld jegens MIB Holding en (ii) daardoor gehouden is de door MIB Holding geleden schade te vergoeden; en
2. zowel op de primaire als de subsidiaire grondslag, TMG Studios te veroordelen tot betaling van:
  • de verschuldigde provisie over de Xbox verkopen over september, oktober, november en december 2019 voor een bedrag van € 15.511,57 (inclusief btw);
  • de verschuldigde provisie over de Xbox verkopen over januari 2020 ad € 1,633,55 (inclusief btw);
  • de verschuldigde provisie over de Xbox verkopen over februari, maart, april 2020 en de maanden die verstrijken gedurende onderhavige procedure;
  • de verschuldigde provisie over de Steam verkopen over januari 2020 ad € 16.953,47 (inclusief btw);
  • de provisie over de Steam voor de maand februari 2020 ad € 23.579,69;
  • de verschuldigde provisie over de Steam verkopen over de maanden die verstrijken gedurende deze procedure;
  • de verschuldigde management fees over januari, februari en maart 2020 ad in totaal € 3.630,00 (inclusief btw);
  • de verschuldigde management fees over de maanden die verstrijken gedurende onderhavige procedure;
  • de betaling van de door TMG Studios verbeurde boetes over de te late aanlevering van het provisieoverzicht en te late betaling van de provisie over de maand februari 2020 ad € 50.000,00, te vermeerderen met € 2.500,00 per dag, vanaf 1 april 2020, alsmede over de maanden die verstrijken gedurende deze procedure;
  • de overigens door MIB Holding geleden schade, nader op te maken bij staat;
- Ten aanzien van Total Mayhem Games Holding:
3. te verklaren voor recht dat (i) Total Mayhem Games Holding primair toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de provisieovereenkomst en aandeelhoudersovereenkomst, dan wel subsidiair onrechtmatig heeft gehandeld jegens MIB Holding en (ii) daardoor gehouden is de door MIB Holding geleden schade te vergoeden;
4. op grond van de primaire grondslag, Total Mayhem Games Holding te veroordelen
hoofdelijk, voor zover TMG Studios betaalt, Total Mayhem Games Holding zal zijn gekweten, tot betaling van:
  • de verschuldigde provisie over de Xbox verkopen over september, oktober, november en december 2019 voor een bedrag van € 15.511,57 (inclusief btw);
  • de verschuldigde provisie over de Xbox verkopen over januari 2020 ad € 1,633,55 (inclusief btw);
  • de verschuldigde provisie over de Xbox verkopen over februari, maart, april 2020 en de maanden die verstrijken gedurende onderhavige procedure;
  • de verschuldigde provisie over de Steam verkopen over januari 2020 ad € 16.953,47 (inclusief btw);
  • de provisie over de Steam voor de maand februari 2020 ad € 23.579,69;
  • de verschuldigde provisie over de Steam verkopen over de maanden die verstrijken gedurende deze procedure;
  • de betaling van de door TMG Studios verbeurde boetes over de te late aanlevering van het provisieoverzicht en te late betaling van de provisie over de maand februari 2020 ad € 50.000,00 te vermeerderen met € 2.500,00 per dag vanaf 1 april 2020, alsmede over de maanden die verstrijken gedurende deze procedure;
  • de overigens door MIB Holding geleden schade, nader op te maken bij staat;
5. op grond van de subsidiaire grondslag, Total Mayhem Games Holding te veroordelen tot vergoeding van de door MIB Holding geleden schade, waaronder in ieder geval:
  • de verschuldigde provisie over de Xbox verkopen over september, oktober, november en december 2019 voor een bedrag van € 15.511,57 (inclusief btw);
  • de verschuldigde provisie over de Xbox verkopen over januari 2020 ad € 1,633,55 (inclusief btw);
  • de verschuldigde provisie over de Xbox verkopen over februari, maart, april 2020 en de maanden die verstrijken gedurende onderhavige procedure;
  • de verschuldigde provisie over de Steam verkopen over januari 2020 ad € 16.953,47 (inclusief btw);
  • de provisie over de Steam voor de maand februari 2020 ad € 23.579,69;
  • de verschuldigde provisie over de Steam verkopen over de maanden die verstrijken gedurende deze procedure;
  • de verschuldigde management fees over januari, februari en maart 2020 ad in totaal € 3.630,00 (inclusief btw);
  • de verschuldigde management fees over de maanden die verstrijken gedurende onderhavige procedure;
  • de betaling van de door TMG Studios verbeurde boetes over de te late aanlevering van het provisieoverzicht en te late betaling van de provisie over de maand februari 2020 ad € 50.000,00 te vermeerderen met € 2.500,00 per dag vanaf 1 april 2020, alsmede over de maanden die verstrijken gedurende deze procedure;
  • de overigens door MIB Holding geleden schade, nader op te maken bij staat;
- Ten aanzien van ieder van Bestuurders TMG Holding:
6. te verklaren voor recht dat ieder van Bestuurders TMG Holding primair toerekenbaar tekort is geschoten in nakoming van de provisieovereenkomst en aandeelhoudersovereenkomst, dan wel subsidiair onrechtmatig heeft gehandeld jegens MIB Holding en daardoor gehouden is de door MIB Holding geleden schade te vergoeden;
7. op grond van de primaire grondslag, Bestuurder TMG Holding hoofdelijk te veroordelen tot betaling van:
  • hetgeen TMG Studios niet voldoet uit hoofde van de provisieovereenkomst en al hetgeen MIB Holding overigens van TMG Studios te vorderen heeft of zal verkrijgen conform het vorengaande, voor een maximumbedrag van € 50.000,00 per persoon voor het jaar 2019 en een maximumbedrag van € 50.000,00 per persoon voor het jaar 2020;
  • de door MIB Holding geleden schade, nader op te maken bij staat;
8. op grond van de subsidiaire grondslag, Bestuurders TMG Holding hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de door MIB Holding geleden schade, waaronder in ieder geval:
  • de verschuldigde provisie over de Xbox verkopen over september, oktober, november en december 2019 voor een bedrag van € 15.511,57 (inclusief btw);
  • de verschuldigde provisie over de Xbox verkopen over januari 2020 ad € 1,633,55 (inclusief btw);
  • de verschuldigde provisie over de Xbox verkopen over februari, maart, april 2020 en de maanden die verstrijken gedurende onderhavige procedure;
  • de verschuldigde provisie over de Steam verkopen over januari 2020 ad € 16.953,47 (inclusief btw);
  • de provisie over de Steam voor de maand februari 2020 ad € 23.579,69;
  • de verschuldigde provisie over de Steam verkopen over de maanden die verstrijken gedurende deze procedure;
  • de verschuldigde management fees over januari, februari en maart 2020 ad in totaal € 3.630,00 (inclusief btw);
  • de verschuldigde management fees over de maanden die verstrijken gedurende onderhavige procedure;
  • de betaling van de door TMG Studios verbeurde boetes over de te late aanlevering van het provisieoverzicht en te late betaling van de provisie over de maand februari 2020 ad € 50.000,00 te vermeerderen met € 2.500,00 per dag vanaf 1 april 2020, alsmede over de maanden die verstrijken gedurende deze procedure;
  • de overigens door MIB Holding geleden schade, nader op te maken bij staat;
- Ten aanzien van TMG c.s.
al het voorgaande binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, aan MIB Holding tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen, te vermeerderen met rente.

4..De vordering in het incident

4.1.
TMG c.s. vorderen in het incident dat de rechtbank:
- primair zich onbevoegd verklaart om van de vorderingen van MIB Holding jegens TMG c.s. kennis te nemen, voor zover die zijn gebaseerd op de aandeelhoudersovereenkomst;
- subsidiair zich onbevoegd verklaart om van de vorderingen van MIB Holding jegens Total Mayhem Games Holding en Bestuurders TMG Holding kennis te nemen, voor zover die zijn gebaseerd op de aandeelhoudersovereenkomst;
- primair en subsidiair MIB Holding te veroordelen in de kosten van het incident, en het vonnis voor wat betreft deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.2.
Het verweer van MIB Holding strekt primair tot afwijzing van de vorderingen in het incident, met veroordeling van TMG c.s. in de kosten van het incident. Subsidiair verzoekt MIB Holding dat haar een termijn van een week wordt verleend ten einde haar eis in de hoofdzaak zodanig te verminderen dat niet langer enige vordering uit hoofde van de aandeelhoudersovereenkomst wordt ingesteld. Zowel primair als subsidiair verzoekt MIB Holding dat aan verdere toekomstige incidentele conclusies of vorderingen van TMG c.s. geen schorsende werking wordt toegekend.
4.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.

5..De beoordeling in het incident

5.1.5.1.1. TMG c.s. leggen aan hun primaire vordering tot onbevoegdverklaring ten grondslag dat op grond van artikel 58 van de aandeelhoudersovereenkomst geschillen op basis van de aandeelhoudersovereenkomst moeten worden beslecht door middel van arbitrage. Op grond van dit geldige en exclusieve arbitragebeding is de rechtbank niet bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen van MIB Holding gebaseerd op de aandeelhoudersovereenkomst en dient zij zich overeenkomstig artikel 1022 Rv onbevoegd te verklaren, aldus TMG c.s.
5.1.2.
Ten aanzien van hun subsidiaire vordering voeren TMG c.s. aan dat TMG Studios geen partij is bij de aandeelhoudersovereenkomst. Mocht de rechtbank zich om die reden wel bevoegd achten om kennis te nemen van de vorderingen gebaseerd op de aandeelhoudersovereenkomst jegens TMG Studios, dan behoudt TMG Studios zich het recht voor om bij conclusie van antwoord verweer tegen die vorderingen te voeren.
5.2.
MIB Holding voert als verweer samengevat het volgende aan.
5.2.1.
De kern van het geschil in de hoofdzaak is op welke wijze de bepalingen van de provisieovereenkomst moeten worden uitgelegd. Alle andere geschilpunten zijn uiteindelijk terug te leiden tot dat geschilpunt, aldus MIB Holding. De aansprakelijkheid van TMG c.s. is gebaseerd op de provisieovereenkomst en de aandeelhoudersovereenkomst. Het opknippen van het geschil in aansprakelijkheid uit hoofde van de provisieovereenkomst, de aandeelhoudersovereenkomst of de wet, brengt het risico mee van tegenstrijdige beslissingen, zo stelt MIB Holding.
5.2.2.
Bovendien, zo voert MIB Holding aan, is het vanuit oogpunt van efficiency en samenhang wenselijk alle vorderingen gemeenschappelijk te behandelen.
5.2.3.
Tot slot stelt zij dat TMG c.s. het incident zelf hebben veroorzaakt door niet met MIB Holding in overleg te treden, zodat TMG c.s. in de kosten van het incident moeten worden veroordeeld.
5.3.
De rechtbank oordeelt als volgt.
5.4.
Vooropgesteld wordt dat tussen partijen niet in geschil is dat de rechtbank wel bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen die zijn gebaseerd op de managementovereenkomst en de provisieovereenkomst.
5.5.
De rechtbank is van oordeel dat zij niet bevoegd is te oordelen, voor zover de vorderingen zijn gebaseerd op de aandeelhoudersovereenkomst, nu partijen in de aandeelhoudersovereenkomst een arbitragebeding zijn overeengekomen.
5.5.1.
De geldigheid van dit beding is niet betwist en het is naar de formulering onmiskenbaar een beding dat de gang naar de overheidsrechter uitsluit. De argumenten die MIB Holding aanvoert ter onderbouwing van haar standpunt dat het wenselijk is alle vorderingen gemeenschappelijk te behandelen, leveren geen grond op voor het buiten toepassing laten van het arbitragebeding. Daargelaten of het risico op tegenstrijdige beslissingen aanwezig is en of het wenselijk is dat één instantie kennis neemt van alle vorderingen in de hoofdzaak, is dit niet van voldoende gewicht om het beroep van MIB Holding op de door partijen gemaakte keuze voor arbitrage opzij te zetten.
5.5.2.
Overigens betekent dit niet, dat het onmogelijk is om het gehele geschil door dezelfde instantie te laten beslechten. Het staat partijen vrij om een nadere arbitrageovereenkomst te sluiten, waarmee zij de beslechting van hun geschil, voor zover gebaseerd op andere overeenkomsten of grondslagen, ook opdragen aan dezelfde arbiter.
5.6.
Op basis van de tekst van de aandeelhoudersovereenkomst lijkt TMG Studios geen partij te zijn bij die overeenkomst. In dat geval kan er geen vordering jegens TMG Studios op die overeenkomst worden gegrond. Evenmin is in dat geval een beroep van TMG Studios op die overeenkomst mogelijk. Mocht echter op enig moment komen vast te staan dat TMG Studios toch als partij bij de aandeelhoudersovereenkomst moet worden beschouwd, dan komt ook haar een beroep op het arbitragebeding toe. Daarom verklaart de rechtbank zich, voor zover noodzakelijk, ook onbevoegd kennis te nemen van een vordering op TMG Studios, voor zover gestoeld op de aandeelhoudersovereenkomst.
5.7.
De conclusie van het voorgaande is dat de rechtbank zich onbevoegd zal verklaren om kennis te nemen van de vorderingen jegens TMG c.s., voor zover die zijn gebaseerd op de aandeelhoudersovereenkomst.
5.8.
Ten aanzien van het verzoek van MIB Holding om haar een termijn van een week te verlenen om haar eis in de hoofdzaak te verminderen, wijst de rechtbank op artikel 129 Rv. De rechtbank concludeert dat MIB Holding geen belang heeft bij haar verzoek en er dus geen beslissing op hoeft te worden genomen.
5.9.
Het verzoek van MIB Holding om aan verdere incidentele conclusies of vorderingen van TMG c.s. geen schorsende werking toe te kennen, wordt gepasseerd. De procesrechtelijke afhandeling van een eventueel in de toekomst op te werpen incident kan pas worden bepaald als het betreffende incident wordt opgeworpen.
5.10.
Het uitgangspunt is dat de in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld in de kosten van het geding. In dit incident is MIB Holding de in het ongelijk gestelde partij en daarom wordt zij overeenkomstig het uitgangspunt veroordeeld in de kosten van het geding in het incident. Zij heeft immers ook deze kosten veroorzaakt, door haar vordering mede te baseren op een overeenkomst waarin een arbitragebeding is opgenomen. De kosten worden aan de zijde van TMG c.s. begroot op € 543,00 aan salaris advocaat (1 punt × tarief € 543,00). Deze kostenveroordeling wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, nu de vordering daartoe is gegrond op de wet en MIB Holding haar niet heeft bestreden.

6..De beslissing

De rechtbank
6.1.
verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van de vorderingen in de hoofdzaak jegens TMG c.s., voor zover die zijn gebaseerd op de aandeelhoudersovereenkomst,
6.2.
veroordeelt MIB Holding in de proceskosten, aan de zijde van TMG c.s. tot op heden begroot op € 543,00,
6.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J. van den Bos en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2020.
3242/1407