4.2.2.Beoordeling
Feit 1
Op 15 april 2020 te 06.37 uur komt er een melding binnen bij de meldkamer van de politie Rotterdam dat de man van meldster, aangever [naam aangever] (hierna: aangever), naar zijn werk wilde gaan en dat er op dat moment een man aan kwam lopen die op aangever wilde schieten en dat deze man aangever een klap op zijn hoofd heeft gegeven. De man zou na het incident in een zwarte auto voorzien van het kenteken [kentekennummer 1] zijn gestapt. De man was donker getint, rond de 20 á 21 jaar en droeg een zwart trainingspak van het merk Nike. Naar aanleiding van deze melding zijn verbalisanten ter plaatse gegaan en troffen daar aangever aan. Verbalisanten zagen dat aangever een zakdoek op zijn hoofd hield en dat er veel bloed op de zakdoek zat.
Aangever heeft verklaard dat hij rond 06.20 uur zijn woning aan de [adres 1] (hierna: de woning) verliet en vervolgens naar zijn auto liep. Op het moment dat aangever zijn auto opende, zag hij een man aan komen lopen. Toen de man “meneer” zei tegen aangever, pakte de man een wapen uit zijn jack en richtte dit op aangever. Aangever zag en hoorde dat de man een paar keer de trekker overhaalde. Aangever dook vervolgens weg achter zijn auto. Op het moment dat de man met het wapen aan het rommelen was, is aangever naar de man toe gelopen, gaf hem een vuistslag, pakte hem vast en duwde de man tegen zijn auto aan. Aangever kon de man vasthouden, totdat de man aangever op zijn hoofd sloeg met het wapen. Toen de man wilde schieten, kwam er een zwarte auto aangereden welke net voorbij de woning van aangever stopte. Op het moment dat aangever de man losliet, rende hij naar de zwarte auto en stapte in, waarna de zwarte auto weg reed. De wond op het hoofd van aangever moest in het ziekenhuis worden gehecht.
Na uitgebreid onderzoek door de politie zijn de verdachte en de medeverdachte [naam medeverdachte] (hierna: de medeverdachte) aangehouden. De medeverdachte wordt ervan verdacht degene te zijn geweest die het wapen op aangever heeft gericht en hem met het wapen op zijn hoofd heeft geslagen. De verdachte wordt ervan verdacht de bestuurder van de zwarte auto te zijn geweest. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de verdachte en de medeverdachte ook daadwerkelijk deze personen zijn geweest. Daartoe overweegt zij het volgende.
Uit de camerabeelden van de Ringdijk te Ridderkerk van 15 april 2020 is het volgende gebleken.
Omstreeks 04.35 uur rijdt een vermoedelijk zwarte Renault Megane de Ringdijk op. Omstreeks 04.40 uur rijdt deze auto achteruit en maakt een buigende beweging waardoor het erop lijkt dat de auto parkeert achter een andere auto. De koplampen van de vermoedelijk zwarte Renault Megane, die eerder nog te zien waren in de andere geparkeerd staande auto, gaan uit. Omstreeks 06.32.27 uur gaan de koplampen van de auto van aangever aan. Omstreeks 06.32.41 uur loopt een man, vanuit de richting waar eerder de auto was geparkeerd, met een wapen in zijn hand op aangever af. Omstreeks 06.32.49 uur komt de vermoedelijk zwarte Renault Megane aanrijden en stopt naast de auto van aangever. Omstreeks 06.32.53 uur stapt de man in de vluchtauto. Daarna is te zien dat de auto wegrijdt.
De getuige [naam getuige] heeft verklaard dat hij op 15 april 2020 een hoop geschreeuw buiten op straat hoorde. Toen hij uit zijn raam keek, dat uitkijkt op de Ringdijk te Ridderkerk, zag hij dat een buurtbewoner aan het vechten was met een andere man. De getuige zag op een gegeven moment een zwarte Renault Megane GT, vierdeursmodel met zwarte velgen en donkere ramen, aan komen rijden. Getuige [naam getuige] verklaarde bekend te zijn met auto’s en ‘bijna zeker’ te zijn van het feit dat het om dit model ging. Hij zag dat de man met wie de buurtbewoner had gevochten in deze Renault stapte aan de bijrijderskant. Vervolgens reed de Renault weg.
Op 15 april 2020 omstreeks 10.14 uur werd in een parkeervak op de Zevenoord te Rotterdam een zwarte Renault Megane Sport zonder kentekenplaten aangetroffen welke gestolen bleek te zijn. Deze Renault Megane betrof een vierdeursmodel, de sportvelgen van de auto waren van origine zilverkleurig, maar waren zodanig vervuild dat ze donker leken, en de ramen ter hoogte van de achterbank waren getint.
De verbalisanten hebben na het aantreffen van de Renault Megane een buurtonderzoek ingesteld in de Zevenoord. Meerdere buurtbewoners hebben onafhankelijk van elkaar verklaard dat die zwarte Renault Megane op 14 april 2020 daar nog niet geparkeerd stond. Eén buurtbewoner heeft verklaard de geparkeerde Renault Megane voor het eerst gezien te hebben op 15 april 2020 tussen 07.00 en 08.00 uur.
Naast de camerabeelden van de Ringdijk zijn ook van de Zevenoord te Rotterdam diverse camerabeelden veiliggesteld. Uit deze camerabeelden is het volgende gebleken.
Omstreeks 06.39.50 uur komt een zwarte personenauto van het merk Renault vanaf de Nudenoord rechtsaf de Zevenoord inrijden. Op de voorzijde van de auto zijn geelkleurige kentekenplaten te zien. Omstreeks 06.40.52 uur is te zien dat dezelfde auto vanaf de Ganzenoord de Zevenoord inslaat. Vervolgens zijn omstreeks 06.46.55 uur twee mannen te zien die vanaf de woning Zevenoord 11 bezien uit de richting van de kruising van de Nudenoord met de Zevenoord komen en zich met een snelheid tussen lopen en rennen in bewegen in de richting waar de Renault Megane geparkeerd stond. Na ongeveer een minuut rennen de mannen weer uit beeld.
Vervolgens is omstreeks 10.56.19 uur te zien dat de Renault Megane wordt weggetakeld. Omstreeks 11.32.22 uur zijn twee mannen te zien die uit de richting van de Zevenoord over de kruising met de Ganzenoord lopen. De verbalisant herkent deze twee personen als dezelfde personen die omstreeks 06.46.55 uur te zien waren. Eén van de mannen had een donkere huidskleur, een normaal postuur en droeg zwarte kleding. De andere man had een licht getinte huidskleur, een normaal postuur, donkere trainingsbroek, lichtkleurige schoenen, donkerkleurig petje en een blauwe gewatteerde jas.
De rechtbank is van oordeel dat de omschrijving die de getuige [naam getuige] heeft gegeven van de Renault Megane GT op de Ringdijk en de vermoedelijk zwarte Renault Megane die te zien is op de camerabeelden van de Ringrijk te Ridderkerk passen bij de Renault Megane GT die op de Zevenoord is aangetroffen.
De rechtbank gaat er verder vanuit dat de zwarte Renault Megane GT die op de Zevenoord te Rotterdam is aangetroffen, is gebruikt bij het incident op de Ringdijk te Ridderkerk op 15 april 2020.
De vraag is vervolgens of de verdachte degene is geweest die op 15 april 2020 de zwarte Renault Megane die bij het incident is gebruikt heeft bestuurd. Ten aanzien van de medeverdachte luidt de vraag of hij het (nep)vuurwapen op aangever heeft gericht en aangever met dit (nep)vuurwapen op zijn hoofd heeft geslagen.
Na de aanhouding van de verdachte en de medeverdachte werd door de politie van hen een signalement opgenomen. De rechtbank is van oordeel dat deze signalementen passen bij de twee mannen die te zien zijn op voornoemde camerabeelden van de Zevenoord te Rotterdam. De rechtbank voelt zich hierin gesteund door hetgeen de verbalisanten [naam agent 1] en [naam agent 2] hebben geverbaliseerd in hun proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de herkenning, ondanks dat deze herkenning niet 100% was. De beide verbalisanten herkennen de medeverdachte als NN-man 1 aan zijn huidskleur, kapsel, postuur en leeftijd. De verdachte wordt herkend als NN-man 2 aan zijn gezichtsbeharing, botstructuur van de kaaklijn, zijn postuur en zijn leeftijd. Voorts blijkt uit de bevindingen van de verbalisant [naam agent 3] en hetgeen buurtbewoners van de Zevenoord hebben waargenomen dat de twee mannen die te zien waren op de camerabeelden, in de richting liepen van de woning waar de medeverdachte al enige tijd verblijft, namelijk [adres 3] .
Voorts zijn ook de historische verkeersgegevens onderzocht van het telefoonnummer van de medeverdachte en het telefoonnummer van de verdachte. Hieruit is gebleken dat de telefoon van de medeverdachte op 15 april 2020 tussen 04.58 uur en 06.25 uur zendmasten aanstraalt in de directe omgeving van de [adres 1] , dus nabij de woning van aangever. Voorts is gebleken dat de telefoon van de medeverdachte op 15 april 2020 te 06.41 een zendmast aanstraalt op de locatie [adres 2] en om 06.57 uur een zendmast aanstraalt in de directe omgeving van zijn verblijfplaats te weten [adres 3] .
Uit de historische verkeersgegevens van de telefoon van de verdachte is gebleken dat op 15 april 2020 om 01.47 uur en 06.09 uur zendmasten worden aangestraald in de directe omgeving van de [adres 1] . Daarnaast heeft de telefoon van de verdachte op diezelfde dag om 06.43 uur een zendmast aangestraald in de directe omgeving van de verblijfplaats van de medeverdachte.
De afstand tussen de woning van aangever, en [adres 4] , de plek waar de Renault Megane is aangetroffen, bedraagt ongeveer vijf kilometer. Deze afstand kon op 15 april 2020 om 06.30 uur worden afgelegd in 9 minuten en 38 seconden, wat past binnen de hierboven uiteengezette historische verkeersgegevens.
Aan de Renault Megane die op de Zevenoord te Rotterdam is aangetroffen, heeft forensisch onderzoek plaatsgevonden. Het stuur, de versnellingspook en de handrem zijn bemonsterd op aanwezigheid van biologisch celmateriaal. Uit het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 augustus 2020 blijkt het volgende. Op het stuur is een DNA-mengprofiel aangetroffen van minimaal drie personen met DNA-nevenkenmerken die afkomstig kunnen zijn van de verdachte en minimaal één ander persoon. Op de versnellingspook en de handrem is een DNA-mengprofiel aangetroffen van minimaal drie personen dat afkomstig kan zijn van de verdachte en minimaal twee andere personen. Ten aanzien van deze laatste bemonstering is berekend dat het meer dan een miljard keer waarschijnlijker is dat de bemonstering DNA bevat van de verdachte en twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van drie willekeurige onbekende personen.
De rechtbank leidt uit dit alles, in onderling verband en samenhang bezien, af dat de medeverdachte degene is geweest die op 15 april 2020 het wapen op aangever heeft gericht en aangever met dit wapen op zijn hoofd heeft geslagen en dat de verdachte degene is geweest die de Renault Megane heeft bestuurd.
De rechtbank acht de voor het eerst ter terechtzitting afgelegde verklaring van de verdachte niet aannemelijk geworden, mede gelet op de bewijsmiddelen die zich in het dossier bevinden.
Medeplegen of medeplichtigheid
Medeplegen vereist een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en een ander of anderen. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van de (mede)verdachte van voldoende gewicht is. De vraag of daarvan sprake is vergt een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval (zie ook Hoge Raad 4 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:187). Vast is komen te staan dat de verdachte de medeverdachte behulpzaam is geweest door de verdachte met de Renault Megane naar de Zevenoord te Rotterdam te brengen.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat deze bijdrage van de verdachte, zoals die uit het dossier kan worden afgeleid, niet van voldoende gewicht is geweest om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte. Niet is komen vast te staan dat de verdachte en de medeverdachte hebben te gelden als min of meer gelijkwaardige participanten, en dat hun aandeel in het delict van vergelijkbare betekenis is. Deze gedragingen leiden tot medeplichtigheid van de verdachte.
Conclusie feit 1
Nu uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet blijkt dat het ook daadwerkelijk om een echt vuurwapen ging, kan ten aanzien van feit 1 enkel de bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht wettig en overtuigend bewezen worden verklaard, waaraan de verdachte medeplichtig is geweest (feit 1 meest subsidiair).
Feit 3: (opzet)heling van de zwarte Renault Megane
Zoals blijkt uit hetgeen hierboven is overwogen, hebben de verdachte en de medeverdachte op 15 april 2020 gebruik gemaakt van een zwarte Renault Megane GT, voorzien van het kenteken [kentekennummer 1] . De verbalisanten die het voertuig op de Zevenoord te Rotterdam hebben aangetroffen, zagen dat er geen kentekenplaten op de auto zaten. Voorts zagen verbalisanten achter de voorruit aan de bestuurderskant het chassisnummer van de auto staan. Na onderzoek in het politiesysteem bleek dit voertuig gestolen te zijn. Hiervan was reeds op 19 februari 2020 aangifte gedaan door [naam] . Uit de aangifte blijkt voorts dat de auto, voordat deze was gestolen, voorzien was van het kenteken [kentekennummer 2] . Uit camerabeelden van de Zevenoord is te zien dat, voordat de auto werd geparkeerd, deze nog was voorzien van een gele kentekenplaat. Kennelijk met de cijfer- en lettercombinatie zoals door de aangever reeds aan de meldkamer was doorgegeven.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op het feit dat de verdachte en de medeverdachten in een gestolen voertuig reden, voorzien van valse kentekenplaten, wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte zich op 15 april 2020 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van opzetheling.