Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
Verricht de schuldenaar een betaling die zou kunnen worden toegerekend op twee of meer verbintenissen jegens een zelfde schuldeiser, dan geschiedt de toerekening op de verbintenis welke de schuldenaar bij de betaling aanwijst.” Bij alle betalingen van [gedaagde] behoudens die van 22 augustus 2019 heeft hij geen verbintenis aangewezen. Zilveren Kruis heeft deze betalingen dan ook op goede gronden op oudere openstaande vorderingen geboekt. De betaling van 22 augustus 2019 heeft Zilveren Kruis blijkens het overzicht bij productie 1 ten onrechte op de zorgkostennota’s van 13 en 14 augustus 2019 geboekt, maar dat neemt niet weg dat indien die betaling wel op de premie van augustus 2019 zou zijn geboekt, ditzelfde bedrag dan voor de zorgkostennota’s nu alsnog verschuldigd zou zijn geweest. Per saldo verandert dit niets aan het door [gedaagde] verschuldigde bedrag. [gedaagde] heeft bij dupliek geen andere betaalbewijzen meer overgelegd waaruit blijkt dat hij de betreffende zorgkostennota’s met een andere betaling heeft betaald en ook geen betaalbewijzen waaruit blijkt dat [gedaagde] ook eerder maandelijks zijn premie heeft voldaan, zodat er geen oudere openstaande schulden bestonden waarop de betalingen van 2019 geboekt konden worden. De gevorderde premie wordt om die reden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
5..De beslissing
: