Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1] voorheen h.o.d.n. [handelsnaam] ,
[gedaagde 2],
1..De procedure
- de dagvaarding van 9 maart 2020 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de oproepingsbrieven van 24 juni 2020 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte overlegging aanvullende producties en wijziging van eis van [eiser] van 23 juli 2020;
- de (tweede) akte wijziging eis van [eiser] van 23 juli 2020;
- de akte overlegging productie van gedaagden van 23 juli 2020;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 23 juli 2020.
2..De feiten
De heer [eiser] gaat er na uw berichten vanuit dat u de werkzaamheden niet meer voortzet. Indien u / [handelsnaam] de verplichtingen uit de overeenkomst nog wel zouden kunnen en willen nakomen, verneem ik dit graag uiterlijk zeven dagen na heden.
Het is juist dat uw cliënt een aanzienlijk deel van de aanneemsom heeft voldaan. De door uw cliënt betaalde bedragen zijn uitgegeven aan [naam 1] (€ 30.000,-), de onderaannemers die bij dit project betrokken zijn, de CAR-verzekering en extra grondonderzoek. Verder is het geld van uw cliënt gebruikt om de financiële gaten, die in andere projecten zijn gevallen, op te vullen. Tegenvallers hebben ertoe geleid dat er aan de zijde van mijn cliënten een aanzienlijk financieel probleem is ontstaan, dat ertoe leidt dat mijn cliënten niet in staat zijn om het door uw cliënt betaalde bedrag waarvoor nog geen werkzaamheden zijn uitgevoerd, terug te betalen. Evenmin bestaan er vanwege de genoemde financiële problemen mogelijkheden om het werk onder de overeengekomen voorwaarden voort te zetten.”
3..Het geschil
- gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een bedrag van EUR 86.842,45 althans een door de rechtbank in goede justitie te betalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
- voor recht te verklaren dat gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle schade die het gevolg is van de tekortkoming van gedaagden, en gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de schade van EUR 20.000 exclusief btw en EUR 80.432,66 inclusief btw althans de schade nader op te maken bij staat of door de rechtbank vast te stellen op een in goede justitie te bepalen bedrag;
- gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot EUR 1.625,87 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke handeisrente;
- gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten, waaronder de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente.
4..De beoordeling
K.v.K. Rotterdam nr. [nummer] ”.Onder dit nummer was ten tijde van het tekenen van de offerte de eenmanszaak [handelsnaam] met als eigenaar [gedaagde 1] . geregistreerd.
[handelsnaam]”. Op de facturen staat “
Betalingen op rekeningnr. [bankrekeningnummer] van [handelsnaam]” en aan de voet staat het in 4.7 genoemde KvK-nummer gedrukt. De tenaamstelling van deze bankrekening luidt “
[handelsnaam]”.
[handelsnaam] is in 1992 opgericht als beginsel een timmer en onderhoudsbedrijf onder de naam ‘ [naam bedrijf]”.
Van dhr. [naam 1] begreep ik dat hij 30.000 euro van [eiser] zou krijgen voor zijn bemiddelende werkzaamheden. Tijdens de vergadering waarin de offerte werd ondertekend heeft [eiser] mij contant 30.000 euro gegeven. Toen ik na de vergadering met [naam 1] in de auto zat, heb ik het geld aan hem gegeven. Ik heb volgens mij hiermee een schuld van [eiser] aan [naam 1] voldaan. Ik begreep niet waarom het via mij moest lopen. [naam 1] zat tijdens die vergadering naast mij. Achteraf is het dom geweest.”
[gedaagde 2] . heeft mij gevraagd de eerste aanbetaling van 30.000 euro contant te doen. Dit heb ik gedaan. Ik heb hem dit geld gegeven in de vergadering waarin ik ook de offerte ondertekend heb. [naam 1] was daarbij. Ik ben er pas later achter gekomen dat [gedaagde 2] . dit geld aan [naam 1] heeft gegeven. Ik ben daar heel boos over. Dat was absoluut niet de afspraak. Die aanbetaling was voor het project en niet voor [naam 1] . Ik zou [naam 1] gewoon een vergoeding hebben betaald maar dat heb ik niet gedaan toen ik er achter kwam dat [gedaagde 2] . die aanbetaling van 30.000 euro aan hem heeft doorbetaald. Die vergoeding zou zeker geen 30.000 euro zijn geweest.”
de vorige aannemer wel de busmelding aan had laten vragen maar niet betaald had”.
Ik weet niet of ik de factuur van Back Milieu voor de BUS-melding heb betaald. Ik vermoed van niet want normaal gesproken doet de aannemer die het grondwerk doet dit.”
tijdelijk opvangen slecht aangebrachte staalconstructie” en “
meerwerk sloopwerk” zit. Gelet hierop, en in aanmerking nemende dat door de wisseling van aannemer ook enig dubbel werk zal zijn verricht, schat de rechtbank de kosten die MDM Bouw door het voorwerk van gedaagden heeft “bespaard” op 50% van het bedrag dat [eiser] voor dat voorwerk heeft betaald, derhalve op 50% van EUR 32.032,66. Dit is een bedrag van EUR 16.016,33. De rechtbank begroot het bedrag dat MDM Bouw zonder het voorwerk van gedaagden aan [eiser] in rekening zou hebben gebracht dus op (EUR 193.600,- + EUR 16.016,33 =) EUR 209.616,33. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen omtrent de offerte van gedaagden, acht de rechtbank het aannemelijk dat gedaagden ditzelfde bedrag in rekening zouden hebben gebracht als zij het werk zouden hebben voltooid.
dat de stillegging van het werk die door de PFAS-problematiek is veroorzaakt in de stellingen van [eiser] onderbelicht is gebleven” bedoelen dat de vertraging in het werk niet of niet alleen het gevolg is van hun tekortkoming in de nakoming, is dit verweer strijdig met hun stelling dat het werkelijke probleem een financieel probleem aan de zijde van [handelsnaam] betreft en, in het licht van de gemotiveerde betwisting door [eiser] , onvoldoende onderbouwd. Als onvoldoende gemotiveerd weersproken staat daarom vast dat de vertraging in het werk een gevolg is van de tekortkoming in de nakoming door gedaagden.
De eerste verdieping werd verhuurd aan een bekende van mijn vader, die man is 61. Hij betaalde 1.350 euro huur per maand. Maar door de aanpak van [gedaagde 2] werd die woning onbewoonbaar. De muur naast de trap naar de eerste verdieping was weggehaald en vervangen door een zeil. In de woning op de eerste verdieping was een tijdelijke wand geplaatst. Er zat een gat in de vloer en in het balkon. Als dit een paar weken duurt is dit niet erg maar dit heeft maanden geduurd. De huurder heeft mij gevraagd om voor een andere woning te zorgen. Dat heb ik gedaan. Hij heeft ongeveer zes maanden in die andere woning in Buitenveldert gewoond. Die andere woning is ook mijn eigendom. De huur daarvoor is normaal, geloof ik 1700 euro per maand en ik heb het voor 600 euro aan die man verhuurd.”
4.267,50(2,5 punt × tarief EUR 1.707,00)