ECLI:NL:RBROT:2020:8081
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Woningsluiting wegens hennepkwekerij en de beoordeling van betrokkenheid van de eigenaar
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 september 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in verband met de sluiting van een woning. De sluiting was opgelegd door de burgemeester van Capelle aan den IJssel op basis van artikel 13b van de Opiumwet, nadat op 9 juni 2020 een hennepkwekerij was aangetroffen in een schuur bij de woning. De burgemeester had besloten de woning voor drie maanden te sluiten, ter bescherming van het woon- en leefklimaat en het herstel van de openbare orde. De verzoeker, die de schuur ter beschikking had gesteld aan een kennis, ontkende enige betrokkenheid bij de hennepkwekerij en voerde aan dat hij niet op de hoogte was van de activiteiten in de schuur.
De voorzieningenrechter oordeelde dat, hoewel er geen bewijs was dat verzoeker wist of vermoedde wat er in de schuur gebeurde, hij wel een verwijt kon worden gemaakt omdat hij personen had toegelaten die hij nauwelijks kende. De psychische toestand van verzoeker, die last had van een angst- en paniekstoornis, werd niet als reden gezien om de sluiting als onevenredig aan te merken. De voorzieningenrechter concludeerde dat de sluiting van de woning noodzakelijk was en dat het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan in een zitting die niet openbaar kon worden uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.