In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Infomedics B.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. Infomedics, als rechtsopvolger van Infomedics Factoring B.V., vorderde betaling van een onbetaalde factuur van € 80,23, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering was gebaseerd op een nota voor medische zorg die de gedaagde had ontvangen van een tandarts, waarvoor een deel door de zorgverzekeraar VGZ was vergoed. De gedaagde had het restantbedrag niet betaald en voerde als verweer aan dat de tandarts fouten had gemaakt bij de declaratie, waardoor hij niet het volledige bedrag verschuldigd zou zijn.
De kantonrechter heeft de procedure gevolgd op basis van de ingediende processtukken, waaronder de dagvaarding, het schriftelijke antwoord van de gedaagde, en de conclusies van repliek en dupliek. De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de medische zorg had ontvangen en dat de zorgverzekeraar een deel van de kosten had vergoed. De kantonrechter oordeelde dat het verweer van de gedaagde niet voldoende was om de vordering van Infomedics te weerleggen. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde het bedrag van € 80,23 aan Infomedics moest betalen, evenals de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 en de wettelijke rente.
De uitspraak benadrukt dat de gedaagde, ondanks zijn klachten over de behandeling en de facturering, zijn betalingsverplichtingen niet kon ontlopen. De kantonrechter heeft de gedaagde ook veroordeeld in de proceskosten van Infomedics, die in totaal op € 210,85 zijn vastgesteld. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. H.M. van de Ven.