ECLI:NL:RBROT:2020:8051

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 september 2020
Publicatiedatum
14 september 2020
Zaaknummer
C/10/603066 / FA RK 20-6517
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot voortzetting van verblijf in verband met syndroom van Korsakov

Op 8 september 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf van cliënte, die lijdt aan het syndroom van Korsakov. Het verzoek tot deze machtiging is ingediend door het CIZ op 26 augustus 2020, na een eerdere machtiging die op 25 september 2019 was verleend en die tot 25 september 2020 geldig was. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek gehouden via een beeld- en geluidverbinding, in verband met de coronamaatregelen. Tijdens deze zitting zijn cliënte, haar advocaat mr. H.P.J. van der Eerden, en een specialist ouderengeneeskunde gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat cliënte ernstig nadeel ondervindt door haar aandoening, wat zich uit in lichamelijk letsel, verwaarlozing en agressief gedrag. Cliënte heeft 24-uurszorg nodig, maar verzet zich tegen voortzetting van haar verblijf in het verpleeghuis. De rechtbank oordeelt echter dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en dat cliënte niet in staat is om zelfstandig voor haar zorg te zorgen. Daarom heeft de rechtbank besloten om de machtiging tot voortzetting van het verblijf te verlenen voor de duur van twee jaar, tot en met 8 september 2022.

Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter D.I. Hendriks-van Wel en schriftelijk uitgewerkt op 14 september 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/603066 / FA RK 20-6517
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 8 september 2020 betreffende een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna: Wzd)
op verzoek van:
het CIZ,
met betrekking tot:
[naam cliënte],
geboren op [geboortedatum cliënte] te [geboorteplaats cliënte] ,
hierna: cliënte,
thans verblijvende bij Verpleeghuis het Parkhuis, locatie Dijckhuis te Dordrecht,
advocaat mr. H.P.J. van der Eerden te Den Haag.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van het CIZ, ingekomen ter griffie op 26 augustus 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • het indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van 13 april 2018;
  • de medische verklaring, opgesteld en ondertekend door [naam 1] , specialist ouderengeneeskunde, van 29 juli 2020;
  • de aanvraag voor een rechterlijke machtiging van 26 augustus 2020;
  • de verklaring van de zorgaanbieder Verpleeghuis het Parkhuis van de accommodatie waarin cliënte is opgenomen van 23 juli 2020;
  • een afschrift van het zorgplan van 24 juni 2020;
  • de voortgangsaantekeningen, opgesteld door het Parkhuis, van 25 september 2019 tot en met 21 juli 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 september 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen via een beeld- en geluidverbinding gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
  • cliënte met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2] , specialist ouderengeneeskunde, verbonden aan Verpleeghuis het Parkhuis.

2..Beoordeling

2.1.
Op 25 september 2019 is door de rechtbank een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf verleend tot en met 25 september 2020. Op 26 augustus 2020 heeft het CIZ verzocht een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf in een geregistreerde accommodatie te verlenen als bedoeld in artikel 25 lid 1 Wzd.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënte lijdt aan het syndroom van Korsakov.
2.3.
Het gedrag van cliënte leidt als gevolg van het syndroom van Korsakov tot ernstig nadeel. Het ernstig nadeel is gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat cliënte met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Cliënte heeft 24-uurszorg in haar nabijheid nodig. Als gevolg van het syndroom van Korsakov heeft cliënte ernstige cognitieve stoornissen. Cliënte laat persoonlijke verzorging nauwelijks toe en is niet in staat zelfstandig voor vocht- en voedingsinname te zorgen. Cliënte kan verbaal agressief overkomen, waardoor zij agressie over zichzelf kan oproepen.
2.4.
De voortzetting van het verblijf is noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wensen.
2.5.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.6.
Gebleken is dat cliënte zich verzet tegen voortzetting van het verblijf. Cliënte wil niet langer in het Dijckhuis verblijven en ze vindt dat ze goed voor zichzelf kan zorgen. De rechtbank is echter van mening dat cliënte 24-uurszorg nodig heeft en dit kan in de thuissituatie niet geboden worden. Daarbij bestaat het risico dat cliënte bepaalde zorg zal weigeren en zal terugvallen in het alcoholgebruik.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twee jaar.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van het verblijf ten aanzien van [naam cliënte] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 8 september 2022.
Deze beschikking is op 8 september 2020 mondeling gegeven door mr. D.I. Hendriks-van Wel, rechter, in tegenwoordigheid van M.M.P.H. van den Boomen, griffier, en op 14 september 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.