Op 8 september 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf van cliënte, die lijdt aan het syndroom van Korsakov. Het verzoek tot deze machtiging is ingediend door het CIZ op 26 augustus 2020, na een eerdere machtiging die op 25 september 2019 was verleend en die tot 25 september 2020 geldig was. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek gehouden via een beeld- en geluidverbinding, in verband met de coronamaatregelen. Tijdens deze zitting zijn cliënte, haar advocaat mr. H.P.J. van der Eerden, en een specialist ouderengeneeskunde gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat cliënte ernstig nadeel ondervindt door haar aandoening, wat zich uit in lichamelijk letsel, verwaarlozing en agressief gedrag. Cliënte heeft 24-uurszorg nodig, maar verzet zich tegen voortzetting van haar verblijf in het verpleeghuis. De rechtbank oordeelt echter dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en dat cliënte niet in staat is om zelfstandig voor haar zorg te zorgen. Daarom heeft de rechtbank besloten om de machtiging tot voortzetting van het verblijf te verlenen voor de duur van twee jaar, tot en met 8 september 2022.
Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter D.I. Hendriks-van Wel en schriftelijk uitgewerkt op 14 september 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.