ECLI:NL:RBROT:2020:8047

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 september 2020
Publicatiedatum
14 september 2020
Zaaknummer
8487555 \ CV EXPL 20-13100
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op auteursrecht door het plaatsen van een foto zonder toestemming op een website

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een professionele fotograaf, eiser, en een gedaagde die als diskjockey en webdesigner betrokken is bij een internet radiostation. Eiser vorderde schadevergoeding en het verwijderen van een foto die zonder zijn toestemming op de website van het radiostation was geplaatst. Eiser stelde dat hij als auteursrechthebbende van de foto, die hij had gemaakt, recht had op een schadevergoeding van € 360,00, alsook dat de gedaagde de inbreuk op zijn auteursrecht diende te staken en de foto binnen 24 uur na betekening van het vonnis te verwijderen, op straffe van een dwangsom.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de foto auteursrechtelijk beschermd is en dat er sprake is van een inbreuk, aangezien de foto zonder toestemming van eiser op de website was geplaatst. De gedaagde voerde aan dat de foto niet openbaar was gemaakt, maar de rechter oordeelde dat de foto wel degelijk toegankelijk was voor het publiek. De gedaagde werd als verantwoordelijk voor de website aangemerkt, ondanks zijn verweer dat hij in opdracht van een derde had gehandeld.

De rechter heeft de vordering van eiser toegewezen en gedaagde veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding van € 360,00, vermeerderd met wettelijke rente, en tot het verwijderen van de foto binnen 24 uur, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag tot een maximum van € 10.000,00. Daarnaast werd gedaagde veroordeeld in de proceskosten. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten werd afgewezen, omdat eiser onvoldoende had aangetoond dat er buitengerechtelijke werkzaamheden hadden plaatsgevonden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8487555 \ CV EXPL 20-13100
uitspraak: 11 september 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiser], h.o.d.n.
[handelsnaam],
wonende te [woonplaats eiser] ,
eiser bij exploot van dagvaarding van 28 april 2020,
gemachtigde: [gemachtigde] te Emmen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [eiser] ’ respectievelijk ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken:
  • het exploot van dagvaarding met producties;
  • het schriftelijke antwoord met producties;
  • de conclusie van repliek met één productie.
1.2.
[gedaagde] is in de gelegenheid gesteld om te reageren op de conclusie van repliek, maar heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.
1.3.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

In deze procedure wordt van het volgende uitgegaan:
2.1.
[eiser] is een professioneel fotograaf, gevestigd in [woonplaats eiser] .
2.2.
[gedaagde] is als diskjockey, programmamaker en webdesigner betrokken bij internet radiostation [radiozender] . [radiozender] staat niet ingeschreven in het handelsregister. De website van [radiozender] is [website] (hierna: de website).

3..De vordering

3.1.
[eiser] heeft gevorderd:
bij vonnis [gedaagde] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan hem te betalen een bedrag van € 591,25 verhoogd met de wettelijke rente vanaf de dag dat de eerste sommatie is verzonden, 6 april 2020;
[gedaagde] te bevelen de inbreuk op het auteursrecht te staken en [gedaagde] op te dragen de werken van [eiser] te verwijderen van zijn website binnen een termijn van 24 uur na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag met een maximum van € 25.000,00 dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
[gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
Aan die vordering heeft [eiser] , samengevat, het volgende ten grondslag gelegd.
3.2.1.
[eiser] is ingevolge het bepaalde in artikel 1 en artikel 10 Auteurswet auteursrechthebbende van de door hem gemaakte foto’s. Hij is als maker aangeduid in de fotobestanden. Een door [eiser] gemaakte foto is zonder zijn toestemming op de website van [radiozender] geplaatst. Het betreft een foto van een ambulancehelikopter bij een nieuwsbericht met de kop ‘Meisje van 5 omgekomen bij ongeval kindcentrum Steenwijk’ (productie 4 bij dagvaarding). Het eigen logo van [radiozender] is over de foto geplaatst alsof de foto van [radiozender] is en de naam van [eiser] , die onderaan de originele foto stond, is verwijderd. [eiser] verdient zijn inkomen door het verkopen van licenties voor het gebruik van zijn foto’s. [radiozender] heeft geen licentie gekocht, maar wel de foto gebruikt. [eiser] lijdt daardoor schade en vordert € 360,00 schadevergoeding van [gedaagde] op grond van het bepaalde in artikel 27 Auteurswet. [gedaagde] is volgens de website beheerder van de website [website] en volgens informatie van de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) de houder van de domeinnaam. Daarom is [gedaagde] verantwoordelijk voor de inhoud van de website en kan hij worden aangesproken voor schadevergoeding. De hoogte van de schadevergoeding is gebaseerd op het standaardtarief dat [eiser] hanteert voor een gebruikslicentie voor zijn foto’s, te weten € 360,00 per foto per jaar. Hetzelfde tarief wordt gehanteerd door Stichting Foto Anoniem. [eiser] hanteert een licentietermijn van minimaal één jaar.
3.2.2.
Ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding is de foto nog niet verwijderd van de website van [radiozender] . [eiser] heeft daarom belang bij een veroordeling tot verwijdering van de foto op straffe van een dwangsom.
3.2.3.
[eiser] heeft in verband met de inbreuk op zijn intellectuele eigendomsrecht kosten moeten maken ter voorkoming en beperking van zijn schade, ter vaststelling van de schade en aansprakelijkheid en ter verkrijging van voldoening buiten rechte. Hij vordert daarom vergoeding van de werkelijke kosten die hij heeft moeten maken. Hij heeft die kosten berekend op € 231,25, gebaseerd op het uurtarief en de bestede tijd van zijn gemachtigde.

4..Het verweer

4.1.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd dat strekt tot afwijzing van de vordering.
4.2.
[gedaagde] heeft, samengevat, het volgende naar voren gebracht.
4.2.1.
De heer [naam] , wonende te Rotterdam, is eigenaar van [radiozender] . [gedaagde] heeft in opdracht van [naam] de website met domeinnaam [website] gemaakt. Hij heeft de domeinnaam aangevraagd, zodat hij de tijdelijke domeinhouder is en de website voor [naam] kon opzetten. [gedaagde] zou de domeinnaam overdragen op [naam] na betaling van zijn diensten, maar betaling heeft nog niet plaatsgevonden.
4.2.2.
De foto is niet openbaar gemaakt. De foto is alleen zichtbaar aan de ‘achterkant’ van de website, welk deel alleen is te bekijken door de webbeheerder met gebruik van inlognamen en wachtwoorden. [naam] en zijn personeelsleden konden op die manier nieuwsberichten in de radio-uitzending voorlezen ter informatie van de luisteraars. Er is geen zoekfunctie op de website om nieuwsberichten en foto’s te zoeken. De foto is slechts te vinden via een specifieke URL. [eiser] heeft de niet openbaar gemaakte foto in een administratiemap op de website gevonden door gebruik te maken van speciale software, die aan de hand van pixelherkenning niet alleen openbare foto’s, maar ook de administratieve ‘achterkant’ van websites kan doorzoeken.

5..De beoordeling

5.1.
Deze zaak gaat in de kern om de vraag of [gedaagde] gehouden is een schadevergoeding ten bedrage van € 360,00 te betalen aan [eiser] . Beoordeeld dient te worden of de foto auteursrechtelijk is beschermd, of daarop inbreuk is gemaakt, of [gedaagde] door [eiser] kan worden aangesproken voor schadevergoeding en zo ja, hoe hoog de te betalen schadevergoeding is.
5.2.
Als onbetwist staat vast dat [eiser] de maker is van de foto. Ingevolge het bepaalde in artikel 1 en artikel 10 Auteurswet is de foto auteursrechtelijk beschermd. [eiser] heeft het uitsluitend recht om de foto openbaar te maken en te verveelvoudigen. Anderen mogen dit slechts doen met voorafgaande toestemming van de maker, in de vorm van een licentie.
5.3.
In discussie is of de foto openbaar is gemaakt op de website [website] .
[gedaagde] heeft betwist dat de foto voor het publiek toegankelijk was op [website] en heeft toegelicht dat de foto slechts zichtbaar was aan de ‘achterkant’ van de website, waar de foto in een administratiemap was geplaatst. [eiser] heeft de foto slechts kunnen vinden door gebruik te maken van bepaalde software die ook niet openbare onderdelen van een website kan doorzoeken, aldus [gedaagde] .
In reactie op dat verweer heeft [eiser] zijn stellingen nader toegelicht als volgt. Hij heeft betwist dat hij dergelijke software heeft gebruikt. En al zou hij zulke software hebben gebruikt, dan duidt de omstandigheid dat de foto is gevonden met behulp van die software erop dat de foto wel gepubliceerd is, aangezien dergelijke software de locatie van niet-gepubliceerde foto’s niet kan achterhalen en de foto in dat geval niet vindbaar is, aldus [eiser] . Hij heeft toegelicht dat de specifieke URL’s, waar [gedaagde] in zijn verweer naar verwijst, afbeeldingen zijn die publiekelijk toegankelijk zijn op het internet. Volgens [eiser] is in het nieuwsbericht op zo’n manier verwezen naar de foto, dat de foto direct zichtbaar was bij het nieuwsbericht. [eiser] heeft het nieuwsbericht met de foto kunnen openen in de browser op zijn eigen computer (zie de printscreen, productie 5 bij dagvaarding), dus het bericht was niet uitsluitend zichtbaar voor de diskjockeys van het radiostation, aldus [eiser] . Volgens hem is niet alleen het nieuwsbericht, maar ook de foto via Google vindbaar. [eiser] zelf heeft de foto namelijk gevonden door gebruik te maken van Google Afbeeldingen, zo stelt hij. Daarnaast was er wel een rubriek “Laatste nieuws” op de hoofdpagina van de website, waarin het nieuwsbericht met de foto te raadplegen was, aldus [eiser] .
[gedaagde] heeft niet meer gereageerd op deze nadere toelichting van [eiser] en die stellingen dus niet betwist. Als onbetwist staat de juistheid van de stellingen van [eiser] vast. Dat leidt tot de conclusie dat de foto voor het publiek toegankelijk was op de website.
5.4.
Als onbetwist staat vast dat er geen toestemming is verleend voor het openbaar maken van de foto op de website. Er is dus sprake van een inbreuk op het auteursrecht.
5.5.
De openbaarmaking van de foto moet worden toegerekend aan degene die verantwoordelijk is voor de website: de eigenaar/beheerder van de website. Daarbij is niet van belang of de eigenaar/beheerder van de website de foto zelf op de website heeft geplaatst of dat zij dit door iemand anders heeft laten doen. Van de eigenaar/beheerder van een website mag verwacht worden dat zij er zorg voor draagt dat op haar website geen foto’s worden getoond die auteursrechtelijke beschermd zijn.
5.6.
Vaststaat dat [gedaagde] bij SIDN staat geregistreerd als houder van de domeinnaam. Verder staat als onweersproken vast dat [gedaagde] de website heeft opgezet dan wel de webdesigner is. De kantonrechter verstaat het verweer van [gedaagde] zo, dat [gedaagde] meent dat niet hij maar [naam] verantwoordelijk is voor de website, omdat [gedaagde] in zijn opdracht heeft gehandeld. [eiser] heeft betwist dat [gedaagde] heeft gehandeld in opdracht van [naam] en dat [naam] verantwoordelijk is voor de website.
Gelet op die betwisting, had het op de weg van [gedaagde] gelegen om de door hem gestelde opdracht van [naam] nader te onderbouwen, bijvoorbeeld door het in het geding brengen van een contract of correspondentie waaruit de door hem gestelde opdracht blijkt. Omdat hij dat niet heeft gedaan, wordt zijn stelling nu als onvoldoende onderbouwd verworpen.
In rechte wordt ervan uitgegaan dat [gedaagde] verantwoordelijk is voor de inhoud van de website. Het inbreuk makende handelen en de daaruit voortvloeiende schade is dus aan hem toe te rekenen.
5.7.
[eiser] heeft voldoende feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan kan worden aangenomen dat hij als gevolg van de geconstateerde inbreuk schade heeft geleden. Omdat de schade niet exact is vast te stellen, zal de kantonrechter deze begroten op een wijze die het meest in overeenstemming is met de aard van de geleden schade. Het uitgangspunt bij deze begroting is dat de auteursrechthebbende ten minste aanspraak kan maken op een schadevergoeding gelijk aan de licentievergoeding die verschuldigd zou zijn geweest als er wel toestemming voor het gebruik van de foto was gevraagd.
[eiser] heeft gesteld dat hij € 360,00 per foto per jaar als standaardtarief voor een licentievergoeding hanteert. Dit tarief wordt, zoals [eiser] heeft gesteld, ook door Stichting Foto Anoniem gehanteerd voor het gebruik van een foto op een website door bedrijven of instellingen. Daarnaast heeft [eiser] gesteld dat hij als minimum licentietermijn één jaar hanteert. [gedaagde] heeft de uitgangspunten van de door [eiser] berekende schadevergoeding niet weersproken, zodat de kantonrechter daarvan uitgaat.
Aan schadevergoeding zal dan ook het gevorderde bedrag ad € 360,00 worden toegewezen.
5.8.
Aangezien [gedaagde] het inbreuk makende handelen niet als zodanig heeft erkend, heeft [eiser] belang bij toewijzing van het door hem onder B gevorderde bevel. [gedaagde] zal worden veroordeeld om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de foto, waarmee inbreuk wordt gemaakt op het auteursrecht van [eiser] , van de website te verwijderen, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag met een maximum van € 10.000,00. Het overige onder B is te algemeen geformuleerd en zal om die reden worden afgewezen.
5.9.
[eiser] heeft vergoeding van buitengerechtelijke kosten gevorderd. Hij heeft echter onvoldoende gemotiveerd gesteld dat er buitengerechtelijke werkzaamheden hebben plaatsgevonden, anders dan ter voorbereiding van de procedure en instructie van de zaak. De buitengerechtelijke kosten komen dan ook niet voor toewijzing in aanmerking.
5.10.
De gevorderde wettelijke rente over het bedrag aan schadevergoeding zal als onweersproken en op de wet gegrond worden toegewezen op de wijze zoals hierna vermeld.
5.11.
[gedaagde] wordt als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, bestaande uit verschotten en gemachtigdensalaris. De verschotten zijn vastgesteld op € 86,73 aan explootkosten en € 236,00 aan griffierecht. Het salaris voor de gemachtigde wordt begroot op € 240,00 (twee punten à € 120,00).

6..De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] tegen kwijting te betalen € 360,00, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 6 april 2020 tot aan de dag van algehele voldoening;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 24 uur na betekening van het vonnis de foto, waarmee inbreuk wordt gemaakt op het auteursrecht van [eiser] , van de website te verwijderen;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag dat hij niet voldoet aan de veroordeling onder 6.2, tot een maximum van € 10.000,00;
6.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiser] vastgesteld op € 322,73 aan verschotten en € 240,00 aan salaris voor de gemachtigde;
6.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Vroom en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
34286