Op 4 augustus 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De betrokkene was eerder in zorg, maar heeft op eigen verzoek de zorg stopgezet en is gestopt met medicatie, wat leidde tot psychotische decompensatie. Na hernieuwde opname en medicatiegebruik gaat het nu beter met de betrokkene, maar er zijn zorgen over de aanstaande wijziging in het behandelteam.
De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien de betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg vrijwillig te accepteren. De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking. De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van de betrokkene.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter D.I. Hendriks-van Wel en is op 6 augustus 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.