ECLI:NL:RBROT:2020:7976

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 augustus 2020
Publicatiedatum
10 september 2020
Zaaknummer
C/10/600998 / FA RK 20-5518
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 4 augustus 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie in het arrondissement Rotterdam heeft op 23 juli 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging voor betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofrenie en een verslavingsproblematiek. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 augustus 2020 zijn zowel betrokkene als zijn advocaat gehoord, evenals een sociaal psychiatrisch verpleegkundige. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene ernstig nadeel ondervindt door zijn psychische stoornis, wat leidt tot verwaarlozing en gevaar voor de veiligheid van anderen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien betrokkene niet bereid is om behandeling te accepteren. De advocaat van betrokkene heeft betoogd dat opname bij Duurzaam Verblijf GGZ Drenthe niet proportioneel is, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking. De rechtbank heeft de maatregelen voor verplichte zorg vastgesteld, waaronder het beperken van de bewegingsvrijheid en het toedienen van medicatie.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter D.I. Hendriks-van Wel en is op 6 augustus 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/600998 / FA RK 20-5518
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 4 augustus 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende en verblijvende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. L.C. Baars te Schiedam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 23 juli 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 15 juni 2020;
  • het zorgplan van 28 mei 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 augustus 2020. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) telefonisch gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam spv-er] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie, zwakbegaafdheid en een stoornis in het gebruik van middelen.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van, of het aanzienlijk risico op, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang, alsmede de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene is sinds 2007 bekend in de psychiatrie. Tijdens een psychose hoort betrokkene stemmen en is er gevaar op agressie. Betrokkene is op dit moment ingesteld op een depot Haldol. Het psychiatrisch beeld is stabiel. De drugsverslaving is echter nog volop aanwezig en is van zodanige ernst dat het denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen daardoor zo ingrijpend wordt beïnvloed dat betrokkene het veroorzaakte nadeel niet kan worden toegerekend, omdat de stoornis de nadeelvolle daden van betrokkene overwegend beheerst. Betrokkene bedelt om aan drugs te komen. Dit zorgt voor veel overlast. Betrokkene heeft om die reden meerdere gebiedsverboden opgelegd gekregen. Onder invloed van drugs, laat betrokkene agressie zien en hij roept door zijn gedrag agressie bij anderen op. Daarnaast verwaarloost hij zichzelf. Betrokkene verblijft al geruime tijd in een begeleid wonen vorm. De behandelaar van betrokkene verklaart ter zitting dat betrokkene echter meer buiten de begeleid wonen locatie is, dan dat hij binnen is. Betrokkene is veel op straat of verblijft op het politiebureau. Het lukt niet om de verslaving van betrokkene onder controle te krijgen en om de zelfzorg van betrokkene op orde te krijgen. Het plan is om betrokkene bij Duurzaam Verblijf GGZ Drenthe te laten behandelen. De behandelaar van betrokkene verklaart ter zitting dat betrokkene een gestructureerde omgeving nodig heeft om het patroon te doorbreken waar hij nu in zit.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring en de behandeling ter zitting blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene wil niet opgenomen worden bij Duurzaam Verblijf GGZ Drenthe. De advocaat van betrokkene bepleit dat het niet proportioneel is om betrokkene op te laten nemen bij Duurzaam Verblijf GGZ Drenthe omdat er nog onvoldoende andere alternatieven geprobeerd zijn. De behandelaar geeft aan dat betrokkene meerdere malen opgenomen is geweest ter behandeling van zijn verslavingsproblematiek, echter zonder resultaat omdat betrokkene hier niet gemotiveerd voor is. Ook verklaart de behandelaar dat er al diverse trajecten zijn gestart om de zelfzorg van betrokkene te verbeteren, maar die hebben ook niet tot verbetering geleid. Betrokkene verblijft momenteel in een begeleid wonen setting, maar ook dat maakt niet dat er verbetering is gekomen in zijn situatie. Al met al acht de rechtbank het noodzakelijk betrokkene op de laten nemen bij Duurzaam Verblijf GGZ Drenthe. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het opnemen in een accommodatie.
Het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie zien specifiek op een opname bij Duurzaam Verblijf GGZ Drenthe.
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 4 februari 2021.
Deze beschikking is op 4 augustus 2020 mondeling gegeven door mr. D.I. Hendriks-van Wel, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 6 augustus 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.