Op 27 juli 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Het verzoekschrift van de officier is op 7 juli 2020 ingekomen, vergezeld van verschillende bijlagen, waaronder een medische verklaring van 7 april 2020. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 juli 2020 is betrokkene niet gehoord, omdat hij niet bereikbaar was. De advocaat van betrokkene en een agogisch medewerker zijn telefonisch gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de medische verklaring niet gebaseerd is op actuele informatie, aangezien deze drie maanden voor het verzoekschrift is opgesteld. De situatie van betrokkene is inmiddels veranderd; hij verblijft niet meer in de kliniek en is aangemeld bij een woonvorm voor mensen met een autistische stoornis. De rechtbank concludeert dat de medische verklaring niet voldoet aan de eisen van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en wijst het verzoek af. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.