Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde die in persoon procedeert. Zilveren Kruis vorderde betaling van € 326,72 aan zorgkosten, die niet voor vergoeding in aanmerking kwamen, maar wel door de gedaagde waren voorgeschoten. De gedaagde had tot 1 januari 2019 een zorgverzekering bij Zilveren Kruis en was verplicht om de voorgeschoten zorgkosten te betalen. De vordering was gebaseerd op de Zorgverzekeringswet en de gedaagde had niet voldaan aan zijn betalingsverplichtingen voor de nota's van 12 april 2016 en 15 juni 2016.
De procedure begon met een dagvaarding op 7 mei 2020, gevolgd door een conclusie van antwoord, repliek en dupliek. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde de verschuldigdheid van de hoofdsom niet had weersproken, waardoor de vordering voor dat deel werd toegewezen. De kantonrechter oordeelde ook dat Zilveren Kruis recht had op buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40, omdat aan de wettelijke vereisten was voldaan.
Wat betreft de proceskosten stelde de gedaagde dat hij zijn best had gedaan om zijn achterstanden in te lopen en dat hij hulp had gezocht bij het regelen van zijn financiële situatie. De kantonrechter erkende de inspanningen van de gedaagde, maar oordeelde dat dit niet betekende dat Zilveren Kruis onterecht de procedure had gestart. De achterstand bestond al sinds 2016 en er was geen overeenstemming bereikt over een betalingsregeling. De kantonrechter veroordeelde de gedaagde tot betaling van de proceskosten, omdat Zilveren Kruis in redelijkheid de procedure had kunnen beginnen.
De beslissing van de kantonrechter was dat de gedaagde € 326,72 moest betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en dat hij in de proceskosten werd veroordeeld, die in totaal op € 373,09 werden vastgesteld, inclusief griffierecht en kosten voor de gemachtigde. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.