ECLI:NL:RBROT:2020:7926

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 september 2020
Publicatiedatum
9 september 2020
Zaaknummer
10/996646-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van kinderopvangtoeslagfraude met betrekking tot vervalste documenten

Op 8 september 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van kinderopvangtoeslagfraude. De zaak kwam voor de meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M. van Stratum. De officier van justitie, mr. T.M. Rethmeier, eiste bewezenverklaring van de tenlastelegging en een taakstraf van 140 uur. De tenlastelegging betrof het vervalsen van betaalrekeningoverzichten en het gebruik daarvan als ware zij echt.

Tijdens de zitting op 25 augustus 2020 werd het bewijs besproken. De officier van justitie stelde dat op de computer van de verdachte vervalste documenten waren aangetroffen, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet kan worden aangemerkt als degene die de valse documenten heeft opgemaakt of gebruikt. De rol van de verdachte binnen het bedrijf waar de documenten betrekking op hadden, bleek beperkt te zijn, en de USB-stick waarop de documenten waren aangetroffen, was niet uitsluitend aan de verdachte te koppelen.

Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat het bewijs niet wettig en overtuigend was. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak om de rol van de verdachte in de context van de beschuldigingen zorgvuldig te beoordelen. De beslissing werd genomen door een collegiaal orgaan van rechters, waarbij de voorzitter en de andere rechters de argumenten van zowel de officier van justitie als de verdediging in overweging namen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/996646-15
Datum uitspraak: 8 september 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te Curaçao (Nederlandse Antillen) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. M. van Stratum, advocaat te Nootdorp.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 25 augustus 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T.M. Rethmeier heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 140 uur met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt officier van justitie
Aangevoerd is dat kan worden bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan. Op zijn computer, in mappen op zijn naam, zijn vervalste stukken gevonden met betrekking tot het bedrijf waar hij eigenaar van is en ook salaris van ontvangt. Verdachte heeft daar geen enkele geloofwaardige verklaring voor gegeven. Het opstellen van valse stukken kan mede bewezen worden op grond van de verklaring van de getuige [naam getuige] .
4.2.
Beoordeling
Anders dan de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het vervalsen van de in de tenlastelegging vermelde betaalrekeningoverzichten of het gebruik van die documenten. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
[naam bureau] (verder: [naam bureau] ) staat weliswaar op naam van de verdachte, maar uit het dossier en wat ter terechtzitting door de verdachte en de medeverdachte is verklaard, blijkt dat de verdachte feitelijk geen of een zeer beperkte rol speelde binnen het bedrijf. Het feit dat een binnen het bedrijf gebruikte USB-stick op zijn naam staat, hoeft niet te betekenen dat het de verdachte is geweest die de valse stukken op die USB-stick heeft gemaakt. Het dossier bevat juist aanwijzingen dat deze USB-stick gebruikt werd voor administratie van [naam bureau] , met welke administratie de verdachte niets mee te maken had. Daarnaast is de USB-stick op de slaapkamer van de medeverdachte aangetroffen.
De documenten die zijn aangetroffen op de Packard Bell-laptop, zijn opgemaakt onder de naam van [naam bedrijf 1] , een bedrijf van de verdachte. Ook hieruit volgt niet zonder meer dat het de verdachte is geweest die deze documenten heeft gemaakt of gebruikt. Het dossier bevat juist aanwijzingen dat de medeverdachte de hoofdgebruiker van de laptop was.
De verklaring van de getuige [naam getuige] (inhoudend dat de medeverdachte haar heeft verteld dat zij een jongen of een neef had die het betaalrekeningoverzicht voor haar maakte) is onvoldoende specifiek om te concluderen dat de medeverdachte daarmee doelde op de verdachte (de zoon van de medeverdachte).
Alles bij elkaar – ook in onderlinge samenhang bezien - bevat het dossier naar het oordeel van de rechtbank niet voldoende aanknopingspunten om tot de conclusie te kunnen komen dat het de verdachte is geweest die de valse documenten (mede) heeft opgemaakt of gebruikt.
4.3.
Conclusie
Het ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. N. Doorduijn, voorzitter,
en mrs. G.A. Bouter-Rijksen en M. Bakhuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.J. van der Putte, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 september 2020.
De voorzitter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 maart 2012 tot en met 3 november 2015 te Den Haag, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) (een) geschrift(en) die/dat bestemd is/zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
-een betaalrekeningoverzicht over de periode 01-01-2013 t/m 30-09-2014 (ING IBAN: [bankrekeningnummer 1] ) ten name van [naam getuige] d.d. 30 september 2014 (DOC-034-01), en/of
-een (gedeelte van een) betaalrekeningoverzicht over de periode 01-01-2013 t/m 17 september 2013 (ING IBAN: [bankrekeningnummer 2] ) ten name van [naam bedrijf 2] d.d. 17 september 2013 (DOC-068), en/of
-een (gedeelte van een) betaalrekeningoverzicht (ING IBAN: [bankrekeningnummer 2] ) d.d. 9 september 2013 (DOC-069-01), en/of
-een (gedeelte van een) betaalrekeningoverzicht (ING IBAN: [bankrekeningnummer 2] ) d.d. 9 september 2013 (DOC-069-02), en/of
-een (gedeelte van een) betaalrekeningoverzicht over de periode 01-01-2014 t/m 07-10-2014 (ING IBAN: [bankrekeningnummer 3] ) ten name van [naam] d.d. 7 oktober 2014 (DOC-065),
valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst en/of valselijk heeft doen en/of laten opmaken en/of doen vervalsen door (een) ander(en), met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken,
en/of
dat hij, verdachte, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van deze/dit geschrift(en) als ware(n) het/ze echt en onvervalst, bestaande het gebruik (telkens) hierin dat hij, verdachte, en/of zijn mededaders dit/deze geschrift(en):
-heeft/hebben toegezonden aan (een) themaonderzoeker(s) en/of (een) opsporingsambtena(a)r(en) en/of (een) controlespecialist(en) van de Belastingdienst/Toeslagen en/of de FIOD, en/of
-heeft/hebben overhandigd/toegezonden aan (een) vraagouder(s) en/of een gastouder(s),
bestaande deze valsheid en/of vervalsing hierin dat:
-in het betaalrekeningoverzicht ten name van [naam getuige] (DOC-034-01) valselijk en/of in strijd met de waarheid is en/of staat geschreven en/of opgegeven en/of vermeld dat [naam getuige] in de periode 01-01-2013 t/m 30-09-2014 op achttien, althans meerdere, althans een, moment(en) een bedrag van EUR 1.235,10 en/of EUR 1.189,10, althans (een) gro(o)t(e) bedrag(en), aan [naam bureau] zou hebben overgemaakt, terwijl er - in werkelijkheid - in die periode minder vaak en/of lagere bedragen zijn overgemaakt door [naam getuige] aan [naam bureau] , en/of
-in het betaalrekeningoverzicht ten name van [naam bedrijf 2]
(DOC-068) valselijk en/of in strijd met de waarheid is en/of staat geschreven/weergegeven en/of opgegeven dat voornoemd document een (volledig) origineel betaalrekeningoverzicht zou zijn van de ING Bank en/of dat het een origineel logo van voornoemde bank bevat en/of dat het een volledig overzicht bevat van alle transacties van en/of naar de betaalrekening van [naam bedrijf 2] in de periode vanaf 01-01-2013 en/of tot 17-09-2013 (ING IBAN: [bankrekeningnummer 2] ), terwijl voornoemd document - in werkelijkheid - geen (volledig) origineel betaalrekeningoverzicht is van de ING Bank en/of
het geen origineel logo van voornoemde bank bevat en/of geen volledig overzicht bevat van alle transacties van en/of naar de betaalrekening van [naam bedrijf 2] over voornoemde periode, en/of
-in het (gedeeltelijke) betaalrekeningoverzicht van betaalrekening [bankrekeningnummer 2] (DOC-069-01) valselijk en/of in strijd met de waarheid is en/of staat geschreven/weergegeven en/of opgegeven dat voornoemd document een (volledig) origineel betaalrekeningoverzicht zou zijn van de ING Bank en/of dat het een origineel logo van voornoemde bank bevat en/of dat het een volledig overzicht bevat van alle transacties van en/of naar de betaalrekening [bankrekeningnummer 2] over de periode vanaf 14-05-2012 en/of tot 20-06-2012, terwijl voornoemd document - in werkelijkheid - geen (volledig)
origineel betaalrekeningoverzicht is van de ING Bank en/of het geen origineel logo van voornoemde bank bevat en/of geen volledig overzicht bevat van alle transacties van en/of naar de betaalrekening [bankrekeningnummer 2] over voornoemde periode, en/of
-in het (gedeeltelijke) betaalrekeningoverzicht van betaalrekening [bankrekeningnummer 2] (DOC-069-02) valselijk en/of in strijd met de waarheid is en/of staat geschreven/weergegeven en/of opgegeven dat voornoemd documen een (volledig) origineel betaalrekeningoverzicht zou zijn van de ING Bank en/of dat het een origineel logo van voornoemde bank bevat en/of dat het een volledig overzicht bevat van alle transacties van en/of naar de betaalrekening [bankrekeningnummer 2] over de periode vanaf 14-05-2012 en/of tot 20-06-2012, terwijl voornoemd document - in werkelijkheid – geen (volledig) origineel betaalrekeningoverzicht is van de ING Bank en/of het geen origineel logo van voornoemde bank bevat en/of geen volledig overzicht bevat van alle transacties van en/of naar de betaalrekening [bankrekeningnummer 2] over voornoemde periode, en/of
-in het betaalrekeningoverzicht ten name van [naam] (DOC-065) valselijk en/of in strijd met de waarheid is en/of staat geschreven/weergegeven en/of opgegeven dat voornoemd document een (volledig) origineel betaalrekeningoverzicht zou zijn van de ING Bank en/of dat het een origineel logo van voornoemde bank bevat en/of dat het een volledig en/of accuraat overzicht bevat van alle transacties tussen de betaalrekeningen [bankrekeningnummer 3] ( [naam] ) en [bankrekeningnummer 4] [naam bureau] ) over de periode vanaf 01-01-2014 en/of tot 07-10-2014, terwijl voornoemd document - in werkelijkheid - geen (volledig) origineel betaalrekeningoverzicht is van de ING Bank en/of het geen origineel logo van voornoemde bank bevat en/of geen volledig overzicht bevat van alle transacties tussen de betaalrekeningen [bankrekeningnummer 3] ( [naam] ) en [bankrekeningnummer 4] [naam bureau] ) over voornoemde periode en/of niet daadwerkelijk een overzicht is ten aanzien van voornoemde periode;