Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
- € 4.411,95 vanaf 11 juni 2020 tot en met 30 juni 2020;
- € 5.043,99 vanaf 1 juli 2020 tot aan de dag van algehele voldoening;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 10 september 2020 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen Stichting Woonkracht10 en Bewindskantoor Drechtsteden, die optreedt als bewindvoerder over de goederen van de gedaagde. Woonkracht10 vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van meer dan zes maanden, die de gedaagde niet betwistte, maar wel stelde dat zij de huur voor augustus 2020 had betaald. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand zodanig was dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was, ondanks de hulp die de gedaagde ontving van het bewindskantoor. De rechter wees de vorderingen van Woonkracht10 toe, inclusief de betaling van achterstallige huur en de ontruiming van de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis. Bewindskantoor Drechtsteden werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.