Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 en 7 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, alsmede een onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van 240 uren, bij niet naar behoren verrichten te vervangen door 120 dagen hechtenis;
- oplegging van een schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de slachtoffers.
4.Inleiding
5.Waardering van het bewijs
Feit 1
Volgens de verdachte en haar partner zijn de bedoelde (tijdelijke) facturen verstuurd om [naam cliënt 1] te laten inzien hoeveel zorg aan haar is verleend. Volgens de verdachte hoefden de facturen niet eens door haar betaald te worden, maar waren ze nodig om de administratie kloppend te maken. Er was immers in die periode wel voor dat bedrag zorg verleend aan [naam cliënt 1] . De [naam cliënt 1] en haar moeder zouden hiervan ook op de hoogte zijn geweest.