ECLI:NL:RBROT:2020:7768

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 augustus 2020
Publicatiedatum
3 september 2020
Zaaknummer
C/10/599793 / JE RK 20-1908
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige met ernstige schoolverzuim en gezondheidsklachten

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 augustus 2020 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 26 september 2019 en liep tot 26 september 2020. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van één jaar, omdat er zorgen zijn over het schoolverzuim en de ontwikkeling van [voornaam minderjarige].

Tijdens de zitting is de moeder van [voornaam minderjarige] gehoord, die zich tegen het verzoek heeft verzet. Zij stelt dat er geen goede samenwerking is tussen de jeugdbeschermer, Leerplicht en haarzelf, en dat [voornaam minderjarige] geen leerachterstand heeft opgelopen. De kinderrechter heeft echter vastgesteld dat er sprake is van ernstig schoolverzuim en dat [voornaam minderjarige] bijzondere zorg nodig heeft. De moeder houdt [voornaam minderjarige] vaak thuis van school vanwege gezondheidsklachten, maar de kinderrechter concludeert dat er geen integrale vrijstelling van de leerplicht is.

De kinderrechter oordeelt dat de inzet van een jeugdbeschermer noodzakelijk is om de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] te volgen en zijn schoolgang te stimuleren. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de ondertoezichtstelling is verlengd tot 26 september 2021. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/599793 / JE RK 20-1908
datum uitspraak: 24 augustus 2020

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2011 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 6 juli 2020, ingekomen bij de griffie op 7 juli 2020.
Op 24 augustus 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster 1] en mw. [naam vertegenwoordigster 2] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
Bij beschikking van 26 september 2019 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot
26 september 2020.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van één jaar.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. In het begin van het schooljaar was er een verbetering in de schoolgang te zien. [voornaam minderjarige] ging vaker naar school toe. Sinds januari 2020 is het schoolverzuim weer fors toegenomen. Er hebben overleggen plaatsgevonden met school, maatschappelijk werkster, Passend Primair Onderwijs (PPO), Leerplicht en de moeder om afspraken te maken over de schoolgang van [voornaam minderjarige] . Ook heeft de moeder een beroep gedaan op een vrijstelling van de leerplicht. De GGD heeft onderzoek hiernaar gedaan en geconcludeerd dat [voornaam minderjarige] geen ontheffing krijgt voor het komende schooljaar. Het is belangrijk dat er een advies komt over de belastbaarheid van [voornaam minderjarige] . Er is sprake van een leerachterstand en veel schoolverzuim. De komende periode moet gekeken worden welke hulpverlening nodig is om ervoor te zorgen dat [voornaam minderjarige] voldoende onderwijs krijgt en of hulpverlening in de thuissituatie moet worden ingezet.

Het standpunt van de moeder

De moeder is het niet eens met het verzoek. Er wordt niet voldaan aan de gronden van de ondertoezichtstelling. Er is geen goede samenwerking tussen de jeugdbeschermer, Leerplicht en de moeder. De moeder heeft de uitslag van het GGD-onderzoek over de vrijstelling nog niet ontvangen. Het is belangrijk dat er een advies komt over de belastbaarheidsverklaring van [voornaam minderjarige] . De kinderarts heeft geconcludeerd dat de belastbaarheid van [voornaam minderjarige] maximaal twee dagen is, maar dat hij niet verplicht is om op school aanwezig te zijn. [voornaam minderjarige] gaat over naar groep zes en heeft geen leerachterstand opgelopen. Hij heeft last van pijn in rug en voeten en vermoeidheidsklachten, waardoor hij beperkte dagen naar school toe kan. Binnen drie tot zes maanden zal [voornaam minderjarige] met een manueel therapeut werken aan zijn medische gesteldheid. Ook krijgt [voornaam minderjarige] thuisonderwijs. De moeder en school hebben dit positief ervaren. De school krijgt ondersteuning vanuit PPO, zodat zij kunnen aansluiten bij de onderwijsbehoefte van [voornaam minderjarige] . Het ziekteverzuim van [voornaam minderjarige] is geoorloofd. Voor corona deed [voornaam minderjarige] buitenschoolse activiteiten, zoals kung fu, schaken, cello spelen, maar nu zijn veel activiteiten online. De GI schetst een verkeerd beeld van [voornaam minderjarige] .

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige] nog ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Er is al lange tijd sprake van veelvuldig schoolverzuim. De moeder houdt [voornaam minderjarige] vaak thuis van school, omdat er sprake zou zijn van chronische gezondheidsklachten. Hoewel de schoolgang in het begin van het schooljaar 2019-2020 is verbeterd, is het schoolverzuim sinds januari 2020 weer toegenomen. Hierdoor ontwikkelt [voornaam minderjarige] een ernstige leerachterstand en heeft hij geen aansluiting bij leeftijdsgenoten. Gedurende de ondertoezichtstelling is er voortdurend strijd over welke hulpverlening wel en niet werkt. De moeder heeft geen vertrouwen in de GI. Er is hulpverlening ingezet van het CJG, maar de moeder heeft hier onvoldoende aan meegewerkt. Ook heeft de moeder een beroep gedaan op een vrijstelling van de Leerplichtwet. De afgelopen periode heeft de GGD hiernaar onderzoek gedaan. Er zijn weliswaar beperkingen voor [voornaam minderjarige] in de schoolgang, maar op dit moment is er geen sprake van een integrale vrijstelling. Duidelijk is dat [voornaam minderjarige] bijzondere zorg nodig heeft. Het is belangrijk dat er bepaald wordt wat de (on)mogelijkheden van [voornaam minderjarige] zijn met betrekking tot zijn schoolgang en dat de discussies daarover stoppen. De kinderrechter is van oordeel dat de inzet van een jeugdbeschermer noodzakelijk is om de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] te volgen en zijn schoolgang te stimuleren. Een dwingend kader is noodzakelijk omdat het verleden laat zien dat steeds stagnatie op de loer ligt en ook vanwege het onvermogen van moeder om in vrijwillige kaders tot een goede samenwerking met instanties te komen. De komende periode dienen de moeder en de GI samen te werken en samen een goed plan op te stellen over de schoolgang van [voornaam minderjarige] .
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] daarom verlengen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 26 september 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 augustus 2020 door mr. E.J. Stalenberg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.F. Verhaart als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 31 augustus 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.