In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 augustus 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. L.A. Alderlieste, en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De vader van de kinderen was niet verschenen. De moeder heeft de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig, waardoor een tolk in de Ghanese taal Twi is ingeschakeld voor het verhoor.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen sinds 5 juni 2020 op een geheime locatie verblijven vanwege huiselijk geweld tussen de ouders. De moeder heeft geen zorgen over haar opvoedvaardigheden en werkt goed mee met de hulpverlening. De kinderen hebben baat bij het contact met de vader, maar deze is wantrouwend en werkt niet mee. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de verlenging van de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de kinderen, en heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd voor de duur van vier maanden, tot 5 december 2020.
De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat de gecertificeerde instelling een manier vindt om in gesprek te komen met de vader en dat de samenwerking tussen de ouders en de jeugdbeschermer verbeterd wordt. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.