Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het (verdere) verloop van de procedure
- de tussenbeschikking van 5 december 2019 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de akte uitlaten aan de zijde van Post-Kogeko;
- het proces-verbaal van het op 20 februari 2020 gehouden getuigenverhoor;
- het proces-verbaal van het op 18 juni 2020 gehouden contra-enquête;
- de akte na enquête aan de zijde van Post-Kogeko;
- de akte na enquête aan de zijde van [verzoeker] .
2..De (verdere) beoordeling
ten stelligsteontkend dat hij zou hebben gescholden met ziektes. Voor deze ommekeer heeft [verzoeker] geen enkele deugdelijke verklaring gegeven. Het door [verzoeker] gestelde tijdsverloop van een jaar, waardoor hem niet meer alle details voor ogen zouden staan, is daartoe in ieder geval onvoldoende. Het voorgaande doet afbreuk aan de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de verklaringen van [verzoeker] , zodat daaraan minder waarde zal worden gehecht.