ECLI:NL:RBROT:2020:7731

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 september 2020
Publicatiedatum
2 september 2020
Zaaknummer
10/751004-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van ontucht met minderjarige prostituee na onvoldoende bewijs

Op 2 september 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van ontucht met een minderjarige prostituee. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer voor strafzaken. De officier van justitie, mr. M. Blom, had gevorderd dat de verdachte schuldig zou worden bevonden en een gevangenisstraf van drie maanden zou krijgen, waarvan één maand voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden.

Tijdens de zitting op 19 augustus 2020 is het bewijs besproken, waaronder chatgesprekken en de verklaring van het slachtoffer. Het slachtoffer had op 5 augustus 2019 een afspraak met de verdachte, maar er was onvoldoende bewijs om vast te stellen wat er tijdens deze afspraak is gebeurd. Zowel de verdachte als het slachtoffer gaven geen duidelijke verklaringen over de gebeurtenissen, en uit de overige stukken in het dossier kon ook niet worden afgeleid dat er seksuele handelingen hebben plaatsgevonden.

Gelet op deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten de verdachte vrij te spreken van de tenlastelegging. De rechtbank verklaarde dat het feit niet bewezen kon worden en sprak de verdachte vrij. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. D. den Haan, en de oudste rechter en de griffier waren buiten staat om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/751004-20
Datum uitspraak: 2 september 2020
Tegenspraak (279 Sv)
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte]
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] te [woonplaats verdachte] ,
gemachtigd raadsman mr. H.O. de Boer, advocaat te Tilburg.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 19 augustus 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. Blom heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, waarvan 1 maand voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat op grond van de chatgesprekken in het dossier en de verklaring van [naam slachtoffer] ( [naam slachtoffer] ) dat zij onder dwang onder andere naar een adres in Hoogvliet heeft moeten gaan, wettig en overtuigend kan worden bewezen verklaard dat de verdachte het ten laste gelegde (ontucht met een minderjarige prostituee) heeft begaan.
4.1.2.
Beoordeling
Op basis van de stukken in het dossier kan worden vastgesteld dat [naam slachtoffer] op 5 augustus 2019 een afspraak had met de verdachte op zijn huisadres. Niet kan echter worden vastgesteld wat er tijdens deze afspraak is voorgevallen en dus ook niet of er seksuele handelingen zijn verricht. De verdachte en [naam slachtoffer] verklaren hier niets over en ook uit de overige stukken in het dossier kan dat niet blijken.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
4.1.3.
Conclusie
Het ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Hello, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en J. Bergen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. den Haan, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij,
op of omstreeks 05 augustus 2019 te Hoogvliet Rotterdam, gemeente Rotterdam,
ontucht heeft gepleegd met [naam slachtoffer] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] 2002,
die zich beschikbaar stelde tot het verrichten van een of meer seksuele
handelingen met een derde tegen betaling en die de leeftijd van zestien jaren
maar nog niet de leeftijd van achttien jaren had bereikt,
te weten het brengen en/of houden van zijn, verdachtes, penis in de mond en/of
vagina van die [naam slachtoffer] , althans het verrichten van een of meer seksuele
handelingen bij/met die [naam slachtoffer] .