ECLI:NL:RBROT:2020:7727

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 september 2020
Publicatiedatum
2 september 2020
Zaaknummer
10/751006-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis van de rechtbank Rotterdam inzake mensensmokkel met een persoon in de kofferbak

Op 2 september 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De verdachte, geboren in Albanië en volgens opgave wonende in het Verenigd Koninkrijk, werd ervan beschuldigd op 25 februari 2019 in Hoek van Holland een persoon met de Albanese nationaliteit te hebben geholpen bij het verkrijgen van toegang tot Nederland en Groot-Brittannië. De officier van justitie, mr. M. Blom, eiste een gevangenisstraf van 2 maanden, maar de rechtbank oordeelde anders. De verdachte bekende het feit en er werd geen verweer gevoerd dat tot vrijspraak zou leiden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan mensensmokkel, waarbij hij zijn vriend in de kofferbak van zijn auto vervoerde naar Groot-Brittannië. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden op, met een proeftijd van 2 jaar, en verklaarde de in beslag genomen auto verbeurd. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder was veroordeeld. De uitspraak benadrukte de ontwrichtende gevolgen van mensensmokkel en de risico's voor de gesmokkelde persoon.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/751006-19
Datum uitspraak: 2 september 2020
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] (Albanië) op [geboortedatum verdachte]
volgens opgave van verdachte wonende te
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] , Verenigd Koninkrijk.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 19 augustus 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. Blom heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde met uitzondering van het onderdeel uit winstbejag behulpzaam zijn bij verblijf;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met aftrek van voorarrest;
  • verbeurdverklaring van de in beslag genomen auto.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij,
op 25 februari 2019 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam, althans in Nederland,
een ander, te weten een persoon met de Albanese nationaliteit, behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis
door Nederland en een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten
Groot-Brittannië en genoemde perso
on daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft door
- bovengenoemd persoon in (de kofferbak van) een personenauto (met kenteken [kentekennummer] ) te vervoeren door Nederland richting Hoek van Holland om vervolgens de veerboot naar Groot-Brittannië te nemen en
- een ticket aan te schaffen voor de ferry (Stena Line) van Hoek van Holland naar Groot-Brittannië,
en (aldus) de doorreis en het transport en toegang door/naar Nederland en/of Groot-Brittannië georganiseerd en/of gefaciliteerd,
terwijl hij, verdachte, wist dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in cursief
verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
mensensmokkel.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel van zijn vriend, door hem vanuit Nederland in de kofferbak van zijn auto te vervoeren met als bestemming Groot-Brittannië.
Door mensensmokkel wordt niet alleen het overheidsbeleid inzake bestrijding van illegaal verblijf in en illegale toegang tot Nederland en andere landen van de Europese Unie doorkruist en ondermijnd, maar wordt ook bijgedragen aan een illegaal circuit. De verdachte is voorbij gegaan aan dit ontwrichtende karakter van mensensmokkel en de risico’s die de gesmokkelde tijdens het vervoer liep.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
10 juli 2020, waaruit blijkt dat de verdachte in Nederland niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Anders dan de officier van justitie zal de rechtbank een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, omdat er sprake is van een vriendendienst. Deze voorwaardelijke straf dient er toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen auto verbeurd te verklaren.
8.2.
Beoordeling
De in beslag genomen auto zal worden verbeurd verklaard. De auto behoort toe aan de verdachte en het bewezen feit is met behulp van deze auto begaan.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a en 197a van het Wetboek van Strafrecht.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden,
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien het voorwerp, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor het strafbare feit: de auto.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Hello, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en J. Bergen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. den Haan, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij,
op of omstreeks 25 februari 2019 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
althans in Nederland,
een ander, te weten een persoon met de Albanese nationaliteit, althans van
buitenlandse afkomst,
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis
door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten
Groot-Brittannië en/of genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of
inlichtingen heeft verschaft
door
- bovengenoemd persoon in (de kofferbak van) een personenauto (met kenteken [kentekennummer] ) te vervoeren door Nederland richting Hoek van Holland om vervolgens de veerboot naar Groot-Brittannië te nemen en/of
- een ticket aan te schaffen voor de ferry (Stena Line) van Hoek van Holland naar Groot-Brittannië,
en (aldus) de doorreis en/of het transport en/of toegang door/naar en/of het
verblijf in Nederland en/of Groot-Brittannië georganiseerd en/of gefaciliteerd
en/of gecoördineerd,
terwijl hij, verdachte, wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die
toegang of die doorreis of dat verblijf wederrechtelijk was.