ECLI:NL:RBROT:2020:763

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 januari 2020
Publicatiedatum
31 januari 2020
Zaaknummer
C/10/585007 / JE RK 19-3309 en C/10/589352 / JE RK 20-52
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige

Op 17 januari 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, aangeduid als [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden en een machtiging tot opname in een gesloten accommodatie voor zes maanden. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij belanghebbenden, waaronder de moeder, stiefvader en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, zijn gehoord.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd door invloeden van buitenaf, waaronder een loverboy. Ondanks de betrokkenheid van de ouders, zijn zij momenteel niet in staat om de zorgen zelfstandig weg te nemen. De kinderrechter oordeelt dat de noodzakelijke jeugdhulp niet kan worden verleend in een open setting, gezien de kans op onttrekking aan de zorg. Daarom is besloten om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de gevraagde periode van zes maanden, met als doel [naam kind] te helpen bij haar ontwikkeling en haar terugkeer naar huis voor te bereiden.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 29 januari 2020.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/585007 / JE RK 19-3309 en C/10/589352 / JE RK 20-52
datum uitspraak: 17 januari 2020

beschikking ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht, hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,

betreffende

[naam kind] , geboren op [geboortedatum kind] 2003 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] , hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam stiefvader] , hierna te noemen de stiefvader, wonende te [woonplaats stiefvader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 26 november 2019 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 3 januari 2020, ingekomen bij de griffie op 6 januari 2020;
- de verklaring d.d. 6 januari 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 16 januari 2020 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 17 januari 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind] , die, bijgestaan door haar advocaat mr. M. Drenth, tevens voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder,
- de stiefvader,
- een vertegenwoordiger van de Raad, dhr. [naam vertegenwoordiger] ,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming
Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen de GI, mw. [naam vertegenwoordigster 1] en mw. [naam vertegenwoordigster 2] .
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan mw. [naam] , een
vertrouwenspersoon van [naam kind] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] verblijft op een bij de rechtbank bekend adres.
Bij beschikking van 1 november 2019 is [naam kind] voorlopig onder toezicht gesteld tot 1
februari 2020.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 26 november 2019 een machtiging gesloten
jeugdhulp verleend met ingang van 26 november 2019 tot 1 februari 2020.

De verzoeken

Ten aanzien van C/10/585001:
De Raad handhaaft het eerder gedane verzoek tot een ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden.
Ten aanzien van C/10/589352:
De Raad verzoekt tevens een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.

Het standpunt van de Raad

De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [naam kind] is de verkeerde mensen op de verkeerde plek tegen gekomen. In de komende periode dient te worden bezien hoe [naam kind] en haar ouders weerbaarder kunnen worden. Daarnaast dient [naam kind] de komende tijd te benutten om haar traumatische ervaringen te verwerken. Het is nog onduidelijk welke termijn hiervoor nodig is.

Het standpunt van de GI

De GI steunt het verzoek van de Raad. In eerste instantie hield [naam kind] zich afzijdig op de groep. Momenteel gaat het echter steeds beter met haar en lijkt zij meer contact met de anderen te zoeken. Vooral met haar mentor lijkt zij een goede klik te hebben. Ondanks het feit dat [naam kind] te horen heeft gekregen dat zij geen eindexamen mag doen op haar school is zij gemotiveerd en blijft zij naar de interne school gaan. Het is van belang dat [naam kind] weerbaarder wordt. Momenteel is zij bezig met Girls’Talk. [naam kind] is bereid om aan alles mee te werken en staat, indien dit noodzakelijk is, open voor traumatherapie. Het doel is dat [naam kind] terug keert naar huis. Alvorens dit mogelijk is dienen ook de ouders weerbaarder te worden, zodat zij de veiligheid van [naam kind] kunnen waarborgen. Volgende week zal de gezinsbegeleiding starten.

Het standpunt van belanghebbenden

De moeder heeft ter zitting naar voren gebracht dat zij trots is op [naam kind] , omdat zij ontzettend haar best doet.
De vader heeft ter zitting medegedeeld dat de ouders het liefst willen dat [naam kind] weer thuis komt wonen. De ouders willen het beste voor [naam kind] en staan open voor hulpverlening.

Het standpunt van [naam kind]

Door en namens [naam kind] is ter zitting naar voren gebracht dat het goed met haar gaat. Het contact tussen [naam kind] en de anderen op de groep verloopt steeds beter. [naam kind] wordt steeds beter in het aangeven van haar grenzen. [naam kind] vindt de situatie erg lastig. Wel is zij blij dat zij twee keer per week een verlofmoment met de moeder krijgt. [naam kind] begrijpt dat de behandeling tijd kost, maar zij hoopt dat de gesloten plaatsing zo kort mogelijk duurt.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. [naam kind] laat zich makkelijk beïnvloeden, heeft een laag zelfbeeld en heeft moeite met haar emotieregulatie. Zij heeft veel behoefte aan bevestiging en erkenning. [naam kind] is in contact gekomen met een loverboy die misbruik heeft gemaakt van haar kwetsbaarheid en beïnvloedbaarheid. Hierdoor is [naam kind] in zeer onveilige situaties terecht gekomen. De moeder en de stiefvader zijn erg betrokken en werken goed mee met de hulpverlening. De problematiek is echter van zodanige aard dat de moeder en de stiefvader op dit moment nog onvoldoende in staat zijn om de zorgen onder eigen verantwoordelijkheid af te wenden.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, van de Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Nu [naam kind] onvoldoende weerbaar is gebleken is de kans groot dat zij opnieuw in de problemen komt. Een plaatsing op een open groep is momenteel nog niet aan de orde, omdat de kans op onttrekking aan de noodzakelijke zorg door anderen te groot wordt geacht. De kinderrechter is van oordeel dat een voortzetting van de plaatsing van [naam kind] in het gesloten kader momenteel nog noodzakelijk is. Zij kan binnen de gesloten setting aan haar doelen werken. Om [naam kind] voor te bereiden op haar terugkeer naar huis is het van belang dat zij gedoseerd op verlof gaat. Het is positief dat [naam kind] meewerkt aan de hulpverlening en dat zij naar school gaat. Het is van belang dat de ouders in de komende tijd weerbaarder worden, zodat zij de veiligheid van [naam kind] bij thuisplaatsing kunnen waarborgen.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen, en wel voor de gevraagde periode van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, tot 17 januari 2021;
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 17 januari 2020 tot 17 juli 2020;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2020 door mr. M.J.M. Marseille, kinderrechter, in tegenwoordigheid van V. Beenakker als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 29 januari 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.