Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 3 augustus 2020 en producties 1 tot en met 20
- de brief van 5 augustus 2020 van mr. Tan en 2 producties
- de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie van de
- de brief van 6 augustus 2020 van mr. Van der Voet met en producties 32 tot en met 34
- de mondelinge behandeling
- de pleitnotities van ITF
- de pleitnota van Marlow
- de spreeknotities van de Reder
- de pleitaantekeningen van de Charterers.
2..De feiten
“ITF-affiliates”) behartigt, zoals Nautilus en Ver.di. FNV is een werknemersvereniging die opkomt voor de belangen van werknemers in een groot aantal sectoren, waaronder de haven. FNV Havens is een onderdeel van FNV en vertegenwoordigt onder meer havenwerkers die als zodanig werkzaam zijn bij bedrijven in de sjorsector.
“Length Overall”van minder dan 170 meter. De zeevarenden werkzaam aan boord van de Marlow schepen zijn merendeels in dienst van Marlow. Marlow vervult tegenover deze zeevarenden de rol van werkgever.
short sea(vervoer van goederen over zee, waarbij oorsprong en bestemming beide in of rond Europa liggen) en
feeder(een verschijningsvorm van
short sea: het voor- en nastransport binnen Europa, in aansluiting op een intercontinentaal (zogenaamd
deep sea) traject). Voor
short seaen
feederworden binnen Europa containerschepen tot en met 170 meter ingezet.
“Non-Seafarers Work Clause”,ook wel aangeduid als de
“Dockers’ Clause”, die krachtens door IMEC gemaakte afspraken deel uitmaakt van de op de arbeidsovereenkomsten van de bemanning toepasselijke arbeidsvoorwaarden.
Non-Seafarers Work Clauseluidt als volgt:
Non-Seafarers Work Clause,die zag op de periode van 2015 tot en met 2017, luidde - voor zover relevant - als volgt:
“traditionally or historically done by dock workers”is niet overgenomen in de nieuwe
Non-Seafarers Work Clause,
“the International Bargaining Forum”(hierna: IBF). Binnen de IBF vinden tweejaarlijks onderhandelingen plaats over de beloning van zeevarenden en hun arbeidsvoorwaarden. De resultaten van deze onderhandelingen worden vastgelegd in een
“IBF Framework Agreement”, welke de basis vormt voor de bedrijfstakcao’s en/of ondernemingscao’s die lokale vakbonden met lokale werkgevers(organisaties) overeenkomen.
“Special Agreement”sluiten. De
Non-Seafarers Work Clauseis in de
Special Agreementgeïncorporeerd. De
Special Agreementdie ten aanzien van de “ [naam schip] ” (het schip van de Reder) is gesloten, is door Marlow Nederland op 13 januari 2020 ondertekend als:
“the company/on behalf of the Company who is duly authorised by the owner of the Ship to sign on its behalf”.
3..Het geschil
“prior agreement of the ITF Dockers Union or ITF Unions concerned”als bedoeld in artikel 1 aanhef en sub j van de
Special Agreementszoals door Marlow Nederland en de Reder met ITF en Nautilus aangegaan (
Non Seafarers Work Clause),
Non-Seafarers Work Clause, alsmede
Non-Seafarers Work Clausete doen verrichten door havenwerkers,
“prior agreement of the ITF Dockers Union or ITF Unions concerned”als bedoeld in artikel 1 aanhef en sub j van de
Special Agreementszoals door Marlow Cyprus
Non-Seafarers Work Clause)
Non-Seafarers Work Clause, alsmede
Non-Seafarers Work Clausete doen verrichten door havenwerkers,
Special Agreementnakoming door Marlow Cyprus van de
Non-Seafarers Work Clausein de zin van artikel 3:296 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
Non-Seafarers Work Clause.
Special Agreementnakoming door Marlow Nederland en de Reder van de
NonSeafarers Work Clausein de zin van artikel 3:296 BW.
Non-Seafarers Work Clause.
Non-Seafarers Work Clauseen betwist dat eiseressen belang hebben bij nakoming van de
Non-Seafarers Word Clause.
Special Agreementmet daarin de
Non-Seafarers Work Clause, maar doet een beroep op de redelijkheid en billijkheid, de relatieve onmogelijkheid om na te komen en de gewijzigde omstandigheden. Verder pakt een belangenafweging volgens de Reder uit in het nadeel van eiseressen.
Non-Seafarers Work Clausemoet worden
Non-Seafarers
Special Agreementzo moet worden gewijzigd, dat aan deze
Non-Seafarers Work
Special Agreementgehouden zijn om
Non-Seafarers Work Clausezo te wijzigen dat deze niet hoeft te
Non-Seafarers Work Clausein strijd met artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU) en/of artikel 6 Mededingingswet (hierna: Mw) en daarmee nietig.
Non-Seafarers Work Clausenietig, vernietigbaar en in redelijkheid onaanvaardbaar is wegens:
4..De beoordeling
internationale zaak
Special Agreementdie Marlow Nederland heeft ondertekend en dat de
Special Agreementdie Marlow Cyprus heeft ondertekend mogelijk wordt beheerst door Cypriotisch recht, zoals aangevoerd door Marlow, maakt niet dat geen sprake is van de vereiste nauwe band in de zin van voornoemd artikel. De nauwe band is gegeven, gelet op de identieke vorderingen jegens Marlow Nederland en Marlow Cyprus in verband met vermeende schending van dezelfde clausule en de omstandigheid dat beide gevraagde voorzieningen (ook) uitwerking hebben in de Rotterdamse haven. Dit vraagt om gelijktijdige behandeling en berechting, teneinde te vermijden dat bij afzonderlijke berechting van de zaken onverenigbare beslissingen worden gegeven.
Non-Seafarers Work Clausein de Rotterdamse haven, is sprake van een nauwere band met Nederland en is ingevolge artikel 4 lid 3 Rome I Nederlands recht ook van toepassing op de vorderingen jegens Marlow Cyprus.
“the Company”in de
Special Agreementen zelf gehouden is tot naleving daarvan, hetgeen Marlow betwist, is Nederlands recht van toepassing, gelet op het bepaalde in artikel 10 lid 1 Rome I (bestaan en materiële geldigheid).
Non-Seafarers Work Clauseinzetten van sjorders in plaats van zeevarenden, vanaf het moment dat de verplichting om anders tewerk te gaan is ingegaan per 1 januari 2020, is het spoedeisend belang gegeven.
Non-Seafarers Work Clause, omdat de Reder daartoe contractueel gehouden is. Volgens eiseressen is echter in de praktijk van nakoming geen sprake en verrichten zeevarenden aan boord van door de Reder in eigendom gehouden schepen in strijd met de contractuele afspraken sjorwerkzaamheden.
Non-Seafarers Work Clause, nu deze is opgenomen in de
Special Agreement.
Non-Seafarers Work Clauseechter naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De Reder heeft daartoe - mede onder verwijzing naar het verweer van de Charterers - het volgende aangevoerd:
Non-Seafarers Work Clausezal een negatieve impact hebben op de
short seaen
feederdie op
Non-Seafarers Work Clausezal ten gevolge van de daardoor verwachte
Non-Seafarers Work Clausebetrokken en op een gegeven moment met een voldongen
Non-Seafarers Work Clauseis onduidelijk, omdat de ship manager
“Measures related to visitors to ships Companies should seek to restrict or limit as far as possible the number of visitors coming onboard ship.”en
“Limit, as far as possible, the number of interactions with shipboard personnel by entities in the port to only those critical and essential for the continued operation and supply of the ship.”en
“Consider temporarily restricting shipboard personnel to the ship while in port (except or until the situation permits otherwise) unless disembarking as part of a crew change or to receive emergency medical attention not available on board the ship.”Ook verwijst de Reder naar de Guideline van de Europese Commissie die voorschrijft
“Contact between crew and port workers, including pilots, should be reduced to an absolute minimum to protect all persons from risk of transmission of COVID-19.”Verder verwijst de Reder naar informatie vanuit de Rijksoverheid die voorschrijft:
“Vermijd contacten met anderen. Voorkom bezoek van niet-bemanningsleden aan boord.”
Non-Seafarers Work Clause. De voorzieningenrechter laat daarbij meewegen dat op dit moment de stelling van eiseressen, dat de
Non-Seafarers Work Clausede belangen van de bemanning dient, niet zonder meer als uitgangspunt kan worden gehanteerd, gelet op wat de Reder daar tegenin heeft gebracht. Eiseressen stellen dat bij de exploitatie van zeeschepen, in verband met de concurrentie, de aan de bemanning toebedeelde taken in omvang en zwaarte toenemen en dat dit leidt tot ernstige vermoeidheidsklachten waardoor er ongelukken gebeuren. De Reder voert echter - onder verwijzing naar het verweer van de Charterers - aan dat het sjorren van containers door de bemanning beter is voor de veiligheid van de bemanning, het schip en de lading, omdat de bemanning is getraind om dit sjorwerk te verrichten, er veel meer ervaring mee hebben, het schip op hun duimpje kennen en een intrinsieke motivatie hebben om het goed te doen, omdat zij met het schip weer de zee op moeten. Bovendien staat de
Non-Seafarers Work Clausehet sjorren door de bemanning toe wanneer er geen havenarbeiders beschikbaar zijn van een aan ITF gelieerde vakbond.
Non-Seafarers Work Clause.
short seaen
feeder- in bepaalde Europese havens - waaronder de Rotterdamse haven - als er voldoende gekwalificeerde sjorders van wal beschikbaar zijn, die lid zijn van een ITF gelieerde vakbond, zoals FNV Havens, geen sjorwerkzaamheden meer zullen mogen verrichten, terwijl zij dat tot nu toe altijd hebben gedaan, was een harde, niet onderhandelbare eis van de heer [naam persoon] , voorzitter van FNV Havens Rotterdam, die de onderhandelingen over de
Non-Seafarers Work Clausevoerde als vicevoorzitter van de
“dockers side”van ITF. De zeevarendengeleding binnen ITF - die normaal gesproken de onderhandelingen voert over de arbeidsvoorwaarden voor zeevarenden - hebben hieraan meegewerkt, omdat zij binnen ITF ten opzichte van de havenarbeiders een afhankelijkheidspositie innemen. Voor IMEC was van het begin af aan duidelijk dat de herformulering van de
Non-Seafarers Work Clauseslechts tot doel had werk bij zeevarenden - en daarmee bij rederijen en (tijd)bevrachters, zoals Charterers, die niet door de JNG worden vertegenwoordigd - weg te halen en dit aan havenarbeiders (en hun werkgevers) te geven, terwijl het gaat om een cao voor zeevarenden. Zeewerkgevers, zoals Marlow, die door de JNG worden vertegenwoordigd, kunnen de
Non-Seafarers Work Clauseovereengekomen verplichting niet zelf uitvoeren, maar zijn voor de naleving daarvan afhankelijk van de medewerking van hun contractspartijen (de rederijen), die op hun beurt weer afhankelijk zijn van de medewerking van hun contractspartijen (tijdbevrachters zoals de Charterers), die door deze verplichting zouden worden benadeeld.
Non-Seafarers Work Clauseslechts de zeevarenden en de eigenaren/(tijd)bevrachters van 58
short seaen
feederschepen zouden worden geraakt, daar waar zij dringend “ITF-dekking” moest regelen voor 9.000 andere zeeschepen (zogenoemde
“deep sea vessels”). ITF heeft geprofiteerd van de onwetendheid die toen nog bij zeewerkgevers bestond over de precieze zwaarte van de impact die deze clausule op de bedrijfsvoering van de rederijen en (tijd)bevrachters zou hebben. Rederijen en (tijd)bevrachters in de Europese
short seaen
feeder, waaronder de Charterers, waren niet op de hoogte van het feit dat er onderhandelingen liepen over de
Non-Seafarers Work Clause, laat staan dat zij daar invloed op konden uitoefenen. Voorafgaand aan het overeenkomen van de
Non-Seafarers Work Clause, heeft de General Manager van Marlow Cyprus (als lid van de onderhandelingsdelegatie van IMEC) ITF er nadrukkelijk op gewezen dat de zeewerkgevers die IMEC vertegenwoordigt, deze clausule niet zelf zullen kunnen uitvoeren/naleven en dat ITF daarover daarom dus nog in gesprek zou moeten gaan met de rederijen en de tijdbevrachters die met de uitvoering en daaraan verbonden kosten van deze clausule opgezadeld zouden moeten gaan worden, om te zorgen voor het nodige draagvlak. Dit laatste is echter niet gebeurd. Toen op 23 februari 2018 bekend werd gemaakt dat overeenstemming was bereikt over de “IBF Framework Agreement 2019-2022”, werden de Rederijen met de nieuwe
Non-Seafarers Work Clause- als voldongen feit - geconfronteerd.
Non-Seafarers Work Clauseprecies voor impact zou hebben op de exploitatie van deze schepen, daar waar de Charterers aanvankelijk nog niet goed door hadden dat de reders van de door hen gehuurde schepen zich direct of indirect aan de
Non-Seafarers Work Clausehadden verbonden. ITF had de nieuwe
Non-Seafarers Work Clausebewust en min of meer geruisloos opgenomen in de ITF Agreements voor schepen die zijn bemand met zeevarenden van niet-IMEC-leden, zodat vrijwel alle zeecontainerschepen actief in de Baltische zee en in Noord- en West-Europa daar nu mee te maken gekregen. Toen ITF de rederijen en tijdbevrachters - pas medio 2019 - door middel van algemene mailings ging benaderen over de naderende inwerkingtreding van de
Non-Seafarers Work Clause, werden de Charterers ongerust. Omdat naleving van het beding een ernstig verstorend effect op hun bedrijfsvoering zou hebben, zijn een aantal tijdbevrachters hierover vervolgens met elkaar in overleg getreden. Aldus de Reder.
Non-Seafarers Work Clausehet resultaat is van een intensief en meerjarig onderhandelingstraject tussen een groot aantal sociale partners. De clausule maakt daarmee deel uit van een uitgebalanceerd en samenhangend samenstel van rechten en verplichtingen, neergelegd in de IBF Framework Agreement. Alle partijen, waaronder Marlow en de Reder, hebben zich welbewust en zonder voorbehoud aan de afspraken gecommitteerd. Onwetendheid van de Charterers van geldende arbeidsvoorwaarden komt uitsluitend voor rekening en risico van henzelf. De Charterers kunnen zich niet te goeder trouw beroepen op onwetendheid, nu de Charterers er als professionele partijen van op de hoogte zijn dat zeevarenden over rechten beschikken, dat er collectieve afspraken bestaan waarnaar in de individuele arbeidsovereenkomsten van de zeevarenden wordt verwezen, en dat deze rechten en afspraken ook door hen moeten worden gerespecteerd.
Non-Seafarers Work Clause, zal oordelen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om de Reder onverkort aan het beding te houden. Bij dit oordeel laat de voorzieningenrechter vooral meewegen de omstandigheid dat bij de totstandkoming niet is gesproken met reders en tijdbevrachters die met de uitvoering van de
Non-Seafarers Work Clausete maken krijgen, in die zin dat naleving van de clausule grote impact zal hebben op hun bedrijfsvoering in verband met de daarmee gepaard gaande extra kosten.
Non-Seafarers Work Clausein strijd met artikel 101 VWEU en/of artikel 6 Mw en daarmee nietig. Ingevolge artikel 101 VWEU zijn onverenigbaar met de interne markt en verboden alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst en met name die welke bestaan in:
short seatransport en andere vervoersmodaliteiten zoals het vervoer over de weg. Door de extra kosten en het verlies aan efficiency zal de
short seasector als milieuvriendelijker alternatief voor het vervoer over de weg minder interessant worden.
Non-Seafarers Work Clauseis opgenomen in een cao en cao’s naar vaste rechtspraak van het Hof van Justitie in beginsel niet onder het bereik van het mededingingsrecht vallen. Eiseressen verwijzen onder meer naar het arrest van het Hof van Justitie van 21 september 1999 (ECLI:EU:C:1999:430; hierna: Albany arrest), waarin is bepaald dat een collectieve arbeidsovereenkomst buiten het bereik van artikel 101 VWEU valt, indien de cao voortvloeit uit de sociale dialoog en de cao beoogt de werk- en arbeidsomstandigheden van werknemers te bevorderen. Daarbij is volgens eiseressen niet relevant of daadwerkelijk sprake is van een verbetering van werk- of arbeidsvoorwaarden (voldoende is het oogmerk om een zodanige verbetering tot stand te brengen) en evenmin is relevant wat het effect is van de binnen de sociale dialoog tot stand gebrachte afspraken op derden. Dat de
Non-Seafarers Work Clauseeen verbetering impliceert van de werkomstandigheden van zeevarenden, en daarnaast ook een positief effect heeft op de werkgelegenheid van havenwerkers staat volgens eiseressen niet ter discussie. Verder is het volgens eiseressen evident dat met de clausule sociaal beleid wordt gevoerd en dat de clausule in sociale dialoog tot stand is gekomen.
Non-Seafarers Work Clauseniet onder het bereik van het mededingingsrecht valt, heeft de Reder, daarbij verwijzend naar het verweer van de Charters, aangevoerd dat in de onderhavige zaak zich iets anders voordoet, dan wat door de Albany uitzondering wordt beschermd. De Reder doelt daarbij op de vertegenwoordigers van de sjorders aan wal die door hun onderhandelingsmacht werk dat ook door de bemanning van schepen kan worden gedaan, naar de sjorbedrijven aan wal weten toe te trekken middels een cao-afspraak in een cao voor zeevarenden. Deze vertegenwoordigers van de sjorders aan wal weten dit aan de zeevarenden en hun werkgevers op te leggen, omdat zij volgens de Reder “het breekijzer van ITF zijn en hun wil waar nodig met boycotacties afdwingen”. De
Non-Seafarers Work Clausecreëert dan ook geen werkgelegenheid, maar verschuift de werkgelegenheid van de zeevarenden naar de sjorders aan wal en schermt daarmee de markt volledig af.
Non-Seafarers Work Clausebijdraagt aan verbetering van de arbeidsvoorwaarden. Zeevarenden worden werkgelegenheid en loon ontzegd, terwijl het argument dat het hun veiligheid verbetert nog onvoldoende aannemelijk is geworden. Ter onderbouwing van hun stelling dat er teveel ongelukken gebeuren wanneer lading wordt gesjord door de bemanning, verwijzen eiseressen naar een in mei 2020 door de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (hierna: ILT) gepubliceerd rapport met bevindingen van het onderzoek van ILT op totaal 69 zeeschepen, waarvan de lading bij 16 schepen door de bemanning was gesjord en bij 53 schepen door sjordersbedrijven van wal. De Reder heeft over dat rapport echter aangevoerd dat in totaal op 67% van de 69 onderzochte schepen 87 fouten zijn geconstateerd, variërend van licht tot ernstig, maar dat bij navraag de ILT niet wist te vertellen op welke type schepen de meeste fouten waren ontdekt, omdat dit tijdens het onderzoek niet was bijgehouden. Of het inderdaad schort aan de veiligheid bij sjorren door bemanning, moet dan ook nader worden onderzocht. Daarvoor is in kort geding geen plaats..
Non-Seafarers Work Clausezal erop neer komen dat sjorwerkzaamheden die traditioneel werden verricht door zeevarenden, voortaan door sjorbedrijven op de wal worden uitgevoerd. Dit lijkt voorshands niet ten goede te komen aan alle werknemers binnen de bedrijfstak van de zeevarenden, op wie de cao ziet, maar juist aan werknemers in een andere sector, namelijk de havenarbeiders.
Non-Seafarers Work Clausebuiten het mededingingsrecht valt en is het bovendien niet onaannemelijk dat de clausule de mededinging binnen de interne markt verhindert of beperkt op grond van een of meer van de hiervoor onder 4.22 door de Reder aangevoerde argumenten.
1.470,00
1.470,00
1.470,00