Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 24 maart 2020;
- de e-mail van [gedaagde] van 21 mei 2020;
- de conclusie van repliek, waarbij Evides haar vordering heeft verminderd;
- de conclusie van dupliek.
2..De vaststaande feiten
- op 8 maart 2019 een factuur ter hoogte van € 108,69;
- op 8 september 2019 een factuur ter hoogte van € 122,95;
- op 8 december 2019 een factuur ter hoogte van € 122,95.
3..Het geschil
4..De beoordeling
Er zijn momenteel geen openstaande facturen”staat hieraan niet in de weg, zoals aangevoerd door [gedaagde] . Dat er geen sprake is van openstaande facturen wil immers niet zeggen dat [gedaagde] in het geheel geen (schade)vergoeding aan Evides verschuldigd is. De verschenen rente van € 3,- kan als onvoldoende betwist worden toegewezen.
De gevorderde verklaring voor recht wordt daarom afgewezen. Hetzelfde geldt voor de gevorderde veroordeling tot gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming van het betreffende deel van het pand voor de duur van de werkzaamheden.