ECLI:NL:RBROT:2020:7481

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 augustus 2020
Publicatiedatum
26 augustus 2020
Zaaknummer
C/10/601442 / JE RK 20-2164
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met gedragsproblematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 augustus 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de minderjarige ernstig belemmeren. De ouders van [voornaam minderjarige] hebben ingestemd met het verzoek om gesloten jeugdhulp, en de stichting heeft namens het college van Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Zwijndrecht een verzoek ingediend voor een machtiging voor verblijf in een gesloten accommodatie voor de duur van twaalf maanden. De kinderrechter heeft echter besloten om de machtiging te verlenen voor een periode van zes maanden, met de mogelijkheid om de zaak pro forma aan te houden tot 1 januari 2021 voor verdere beoordeling.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat de minderjarige in een onveilige situatie verkeert en dat behandeling en begeleiding in een duidelijke opvoedingsomgeving noodzakelijk zijn. De gedragswetenschapper heeft in een verklaring ingestemd met een verblijf van zes maanden, wat de kinderrechter heeft gevolgd. De stichting is verzocht om voor de pro forma datum van 1 januari 2021 te rapporteren over de voortgang van de behandeling en of het verzoek voor de resterende periode van twaalf maanden nog gehandhaafd wordt.

De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 18 augustus 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/601442 / JE RK 20-2164
datum uitspraak: 5 augustus 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

Stichting Jeugdteams Zuid-Holland Zuid,

hierna te noemen de stichting, gevestigd te Dordrecht,
namens

het college van Burgemeesters & Wethouders van de gemeente Zwijndrecht,

hierna te noemen het college, gevestigd te Zwijndrecht,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2007 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de stichting namens het college van 30 juli 2020, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum;
- de verklaring d.d. 30 juli 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 2 augustus 2020 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 5 augustus 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige] , die tevens voorafgaand aan de zitting apart is gehoord, bijgestaan door mr. A. Apistola,
- de moeder,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de stichting, mw. [naam vertegenwoordigster 1] en mw. [naam vertegenwoordigster 2] .
Opgeroepen en niet verschenen is de vader.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] verblijft op een gesloten groep bij Horizon Harreveld.
Bij beschikking van 30 juli 2020 heeft de kinderrechter een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken, te weten tot 27 augustus 2020. De beslissing voor het overig verzochte is aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De stichting heeft namens het college verzocht om aansluitend aan de spoedmachtiging een machtiging te verlenen voor verblijf in een gesloten accommodatie voor de duur van twaalf maanden.
De ouders stemmen in met het verblijf in een gesloten accommodatie.
De stichting heeft het aangehouden verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De ouders en de hulpverlening delen de zorgen die Enver heeft. Enver weet vaak niet waar [voornaam minderjarige] is en heeft onvoldoende grip op haar. [voornaam minderjarige] laat zich moeilijk begeleiden, waardoor de gestelde doelen niet behaald kunnen worden. Enver kan [voornaam minderjarige] hierdoor onvoldoende helpen. [voornaam minderjarige] brengt zichzelf en haar omgeving in gevaar door zich te onttrekken aan de hulpverlening. Het is belangrijk dat [voornaam minderjarige] in een veilige opvoedingsomgeving begeleiding en behandeling krijgt om aan haar doelen te kunnen werken.

De standpunten

[voornaam minderjarige] begrijpt dat er een machtiging gesloten jeugdhulp wordt verzocht. Namens [voornaam minderjarige] wordt verzocht om de machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van vier maanden te verlenen en het overig verzochte aan te houden, zodat de kinderrechter betrokken blijft en er een tussentijds toetsmoment is.
De moeder is het eens met het verzoek. De moeder vindt het belangrijk dat de veiligheid van [voornaam minderjarige] gewaarborgd wordt. De moeder denkt dat het langere tijd zal duren om [voornaam minderjarige] de behandeling te geven die zij nodig heeft. De moeder staat daarom achter de verzochte duur van twaalf maanden.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er bij [voornaam minderjarige] sprake is van forse gedragsproblematiek. [voornaam minderjarige] laat zelfbepalend gedrag zien en laat zich moeilijk sturen. [voornaam minderjarige] toont zeer weinig inzicht in haar gedrag en de consequenties daarvan. In een open instelling kan de veiligheid van [voornaam minderjarige] niet voldoende worden gewaarborgd. De complexe problematiek van [voornaam minderjarige] vraagt om behandeling en begeleiding in een zeer duidelijke opvoedingsomgeving. De kinderrechter is van oordeel dat [voornaam minderjarige] in een ernstig onveilige situatie verkeert, reden waarom een machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is. Nu de gedragswetenschapper in haar verklaring d.d. 2 augustus 2020 instemt met een verblijf van [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor de duur van zes maanden en niet voor de gevraagde duur van twaalf maanden, zal de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de duur van zes maanden en het overige verzochte aanhouden. Tegen die tijd kan bezien worden hoe het met [voornaam minderjarige] en haar behandeling gaat.
De kinderrechter verzoekt de stichting
uiterlijk een weekvoor de hierna te noemen datum te rapporteren over de laatste stand van zaken en daarbij aan te geven of het resterende deel van het verzoek al dan niet gehandhaafd wordt. Indien het verzoek gehandhaafd wordt, dient een nieuwe instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper aan de rechtbank (en de belanghebbenden) te worden gezonden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 27 augustus 2020 tot 27 februari 2021 betreffende de minderjarige [voornaam minderjarige] ;

en alvorens verder te beslissen:

bepaalt dat de behandeling van de zaak voor het overig verzochte wordt aangehouden tot
1 januari 2021 pro forma;
bepaalt dat de stichting en de belanghebbenden op de genoemde pro forma datum niet ter zitting behoeven te verschijnen;
verzoekt de stichting
uiterlijk een weekvoor de genoemde datum de kinderrechter (en de belanghebbenden) de verzochte rapportage te doen toekomen, alsmede – indien aan de orde – tijdig een recente verklaring van een gedragswetenschapper.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.J.M. Marseille, kinderrechter, in tegenwoordigheid van I.E. Teunissen als griffier en in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 18 augustus 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.