Tablis vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. de huurovereenkomst te ontbinden, met veroordeling van gedaagden om binnen 14 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis het gehuurde aan het adres [adres] met alle personen en zaken die zich vanwege gedaagden daar bevinden, te ontruimen en te verlaten en door overgave van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van eiseres te stellen;
II. gedaagden hoofdelijk, des dat de één betaalt de ander in zoverre zal zijn bevrijd. te veroordelen aan eiseres te betalen het ter zake verschuldigde bedrag van € 4.448,16 vermeerderd met voornoemde wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW, over € 3.935,07, zulks vanaf 29 juli 2020, tot de dag van algehele voldoening;
III. gedaagden hoofdelijk, des dat de één betaalt de ander in zoverre zal zijn bevrijd, te veroordelen aan eiseres te betalen vanwege verschuldigde huur, de som van € 697,72 per maand, te rekenen vanaf 1 augustus 2020 tot aan het tijdstip van de ontbinding van de huurovereenkomst, per datum vonnis;
IV. gedaagden hoofdelijk, des dat de één betaalt de ander in zoverre zal zijn bevrijd, te veroordelen aan eiseres te betalen vanwege schadevergoeding, de som van € 697,72, voor elk(e) maand of gedeelte daarvan dat gedaagden in gebreke blijven met de ontruiming van het gehuurde, zulks ingaande op het tijdstip van de ontbinding van de huurovereenkomst;
V. gedaagden hoofdelijk, des dat de één betaalt de ander in zoverre zal zijn bevrijd, te veroordelen in de kosten van deze procedure, inclusief een bedrag aan salaris van de gemachtigde van eiseres en de kosten van dagvaarding.