In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Rotterdam, gaat het om een huurachterstand die is ontstaan tussen de eiser en de gedaagden. De eiser, vertegenwoordigd door Credifixx Incassoservices B.V., heeft de gedaagden aangeklaagd wegens een huurachterstand van € 9.400,- voor de huur van een woning. De gedaagden hebben de huur niet betaald vanwege financiële en persoonlijke omstandigheden en zijn per 31 januari 2020 uit de woning vertrokken. De eiser vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, alsook betaling van de huurachterstand en buitengerechtelijke kosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een huurachterstand van € 9.400,- bestaat, maar dat de gedaagden recht hadden op een borg van € 3.100,- die in mindering moet worden gebracht. Hierdoor resteert een te betalen bedrag van € 6.300,-. De kantonrechter heeft de vordering van de eiser tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming afgewezen, omdat de huurovereenkomst al was geëindigd en de woning was ontruimd. De vordering tot betaling van de huurachterstand is toegewezen, evenals de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten, omdat de gedaagden in verzuim waren.
De kantonrechter heeft de gedaagden ook veroordeeld in de proceskosten, omdat zij als de in het ongelijk gestelde partij werden beschouwd. Het vonnis is uitgesproken op 7 augustus 2020 en is uitvoerbaar bij voorraad.