Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 20 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Menzis Zorgverzekeraar N.V. en een gedaagde die in persoon procedeert. Menzis vordert betaling van een achterstallige zorgpremie van € 549,88, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 21 april 2020. De gedaagde heeft een zorgverzekering afgesloten bij Menzis en is verplicht om premie, eigen risico en eventuele niet-vergoede zorgkosten te betalen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 21 april 2020, gevolgd door een conclusie van antwoord, repliek en dupliek.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet heeft betwist dat zij de verschuldigde premie moet betalen. De vordering van Menzis is dan ook toewijsbaar, met uitzondering van een hoger bedrag dat Menzis heeft gevorderd, waarvoor onvoldoende onderbouwing is gegeven. Daarnaast heeft Menzis aanspraak gemaakt op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, welke ook zijn toegewezen. De gedaagde heeft bezwaar gemaakt tegen de proceskosten, maar de kantonrechter oordeelt dat de gedaagde zelf verantwoordelijk is voor het tijdig nakomen van de betalingsverplichtingen, ondanks een gemiste betaallink in maart 2020.
De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de proceskosten aan de zijde van Menzis vastgesteld op een totaal van € 844,09. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.