ECLI:NL:RBROT:2020:7227

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 augustus 2020
Publicatiedatum
18 augustus 2020
Zaaknummer
8071815 CV EXPL 19-6045
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de rechtsgeldigheid van facturen van de NVWA en de gevolgen van bezwaar en beroep

In deze zaak heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een vordering ingesteld tegen een gedaagde die een factuur voor veterinaire keuringen niet had voldaan. De gedaagde had bezwaar gemaakt tegen de factuur, maar de NVWA verklaarde dit bezwaar ongegrond. De kantonrechter te Dordrecht heeft op 6 augustus 2020 uitspraak gedaan in deze civiele procedure. De rechter oordeelde dat de facturen van de NVWA als besluiten moeten worden beschouwd waartegen bezwaar en beroep openstaat op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb). De rechter stelde vast dat de NVWA pas op 22 januari 2020 een formeel besluit had genomen op het bezwaar van de gedaagde, waardoor de factuur formele rechtskracht had gekregen. Dit betekende dat de civiele rechter geen inhoudelijke bezwaren tegen de factuur kon behandelen. De rechter heeft de vordering van de NVWA toegewezen, waarbij de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het factuurbedrag, vermeerderd met wettelijke rente. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten werden afgewezen, omdat de NVWA te laat had beslist op het bezwaar, wat de gedaagde de mogelijkheid ontnam om de factuur tijdig te betalen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 8071815 CV EXPL 19-6405
uitspraak: 6 augustus 2020

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,

in de zaak van
het publiekrechtelijk rechtspersoon
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA),
gevestigd te Utrecht,
eiser,
gemachtigde: Flanderijn gerechtsdeurwaarders,
tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats gedaagde] , gemeente [gemeente] ,
gedaagde,
in persoon procederend.
Partijen worden hierna aangeduid als NVWA en [gedaagde] .

Verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
het exploot van dagvaarding van 12 september 2019, met producties;
de aantekeningen van het mondeling antwoord, met productie;
de conclusie van repliek, met producties;
de conclusie van dupliek;
de rolbeslissing van 9 januari 2020;
de aanvullende akte overleggen stukken namens NVWA, met producties;
de antwoordakte namens [gedaagde] ;
de rolbeslissing van 23 april 2020;
de akte namens [gedaagde] , met producties.
De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.

Omschrijving van het geschil

1. De feiten

1.1
[gedaagde] heeft voor twee paarden waarmee zij naar een evenement in Duitsland wilde afreizen een gezondheidsverklaring aangevraagd bij NVWA. De paarden zijn namens NVWA op 24 augustus 2017 gekeurd.
1.2
NVWA is belast met de vaststelling en inning van de eigen bijdrage voor veterinaire keuringen. NVWA heeft [gedaagde] op 8 september 2017 een factuur gestuurd voor een totaal bedrag van € 242,41.
1.3
Op 15 september 2017 heeft [gedaagde] bezwaar ingediend tegen de factuur bij NVWA. De factuur is onbetaald gelaten door [gedaagde] .
1.4
Op 22 januari 2020 heeft NVWA het bezwaarschrift ongegrond verklaard.
2. De vordering, de grondslag en het verweer
2.1
NVWA heeft gevorderd om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan hem te betalen € 291,27, te vermeerderen met de wettelijke rente over
€ 242,41 vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2
NVWA legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] de onder 1.2 vermelde factuur niet heeft voldaan hoewel zij op grond van de WMO 2015-regelgeving daartoe verplicht is. Daarnaast vordert NVWA een bedrag van € 0,46 aan rente en een bedrag van
€ 48,40 aan buitengerechtelijke incassokosten.
2.3
[gedaagde] betwist de vordering op een bedrag van € 82,26 na en heeft daartoe het navolgende betoogd. Nadat de aanvraag voor een keuring via de website van NVWA niet lukte, is deze telefonisch via een medewerker van NVWA ingediend. Deze aanvraag bleek ook niet juist te zijn ingediend. Vervolgens was een spoedaanvraag nodig om de gezondheidsverklaring op tijd te verkrijgen. De kosten voor de spoedaanvraag dienen voor rekening van NVWA te komen nu zij de tweede aanvraag niet juist heeft verricht. De kosten voor de dierenarts worden eveneens ten onrechte in rekening gebracht nu er tijdens het bezoek niet naar de paarden gekeken is. Tenslotte worden er ten onrechte kosten in rekening gebracht voor export nu het niet om export ging maar om deelname aan een evenement in Duitsland.

Beoordeling van het geschil

3.1
Facturen van NVWA zijn als besluiten aan te merken waartegen bezwaar en beroep op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) open staat. Door
[gedaagde] is bezwaar in de zin van de Awb tegen de factuur gemaakt. Tijdens de kantonprocedure is naar voren gekomen dat NVWA nog geen formeel besluit had genomen op dit bezwaar. NVWA heeft (uiteindelijk) bij besluit van 22 januari 2020 het bezwaar ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft [gedaagde] geen beroep ingediend, althans zo wordt haar laatste akte begrepen. Dit betekent dat de factuur van NVWA formele rechtskracht heeft gekregen zodat de civiele rechter geen inhoudelijke bezwaren tegen de facturen kan behandelen. Nu geen bezwaren tegen de factuur meer behandeld kunnen worden, moet het gevorderde factuurbedrag worden toegewezen. Van bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel moeten leiden, is niet gebleken.
3.2
De gevorderde wettelijke rente zal als onweersproken en op de wet gegrond eveneens worden toegewezen.
3.3
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen. Hoewel het instellen van bezwaar (en beroep) niet meebrengt dat de betalingsverplichting opgeschort wordt, valt het in dezen NVWA te verwijten dat pas op 22 januari 2020 een beslissing op bezwaar genomen is. Niet uit te sluiten valt dat de factuur na een tijdige beslissing ook buiten rechte betaald zou worden, maar die mogelijkheid is [gedaagde] ontnomen.
3.4
Om dezelfde reden als in overweging 3.3 genoemd zal [gedaagde] niet worden veroordeeld in de proceskosten van NVWA, maar zullen deze worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten betaald.

De beslissing

De kantonrechter,
veroordeelt [gedaagde] om aan NVWA tegen kwijting te betalen € 242,87, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over € 242,41 vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
verklaart dit vonnis in zoverre uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de proceskosten zodat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Deze beslissing is gegeven door mr. G.A.F.M. Wouters, uitgesproken ter openbare terechtzitting.
745