ECLI:NL:RBROT:2020:7226

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 augustus 2020
Publicatiedatum
18 augustus 2020
Zaaknummer
8343680 CV EXPL 20-743
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en non-conformiteit van PVC vloer in nieuwbouwwoning

In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 20 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een consument, aangeduid als [eiser], en de besloten vennootschap De Bouwmarkt Concurrent B.V., handelend onder de naam Voordeellaminaatvloeren. De consument had een PVC-vloer van het merk Quickstep Livyn aangeschaft en laten leggen in zijn nieuwbouwwoning. Na de installatie van de vloer heeft de consument geconstateerd dat grote delen van de vloer zijn gaan bobbelen, wat leidde tot een klacht bij de leverancier. De leverancier heeft de aansprakelijkheid afgewezen en betwist dat de vloer non-conform was. De consument vorderde herstel of vervanging van de vloer, met een dwangsom bij niet-nakoming.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vloer gebreken vertoont en dat deze gebreken zich binnen zes maanden na aflevering hebben geopenbaard. Dit leidt tot het bewijsvermoeden van non-conformiteit, zoals vastgelegd in artikel 7:18 lid 2 BW. De rechter oordeelde dat het aan de leverancier was om te bewijzen dat de gebreken niet aan hen te wijten waren. De leverancier kon niet aantonen dat de gebreken het gevolg waren van omstandigheden na de installatie. De kantonrechter heeft de vordering van de consument toegewezen en de leverancier bevolen om de vloer te herstellen of te vervangen, met een dwangsom van € 100,- per dag bij niet-nakoming, tot een maximum van € 5.000,-. Tevens is de leverancier veroordeeld in de proceskosten van de consument.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8343680 CV EXPL 20-743
uitspraak: 20 augustus 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van:
[eiser] ,
wonende te [woonplaats eiser]
eiser,
gemachtigde: mr. M.E. van den Berg,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Bouwmarkt Concurrent B.V., tevens h.o.d.n. Voordeellaminaatvloeren,
statutair gevestigd te Oostknollendam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. J.S.M. Brouwer (DAS).
Partijen zullen hierna ‘ [eiser] ’ en ‘Voordeellaminaatvloeren’ worden genoemd.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties van 14 februari 2020;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
De uitspraak van dit vonnis is nader bepaald op heden.

2..De feiten

2.1.
Partijen hebben op 23 maart 2019 een overeenkomst gesloten, waarbij Voordeellaminaatvloeren zich heeft verbonden aan [eiser] een PVC-vloer van het merk Quickstep Livyn (hierna: de vloer) te leveren en deze te leggen in de nieuwbouwwoning van [eiser] aan de [adres] te Dordrecht tegen betaling door hem van een totaalbedrag van € 3.384,25.
2.2.
Op 11 juli 2019 is de vloer door Voordeellaminaatvloeren geleverd en door [eiser] betaald.
2.3.
Op 16 juli 2019 is de vloer in opdracht van Voordeellaminaatvloeren gelegd door LegExpress vof (hierna: LegExpress).
2.4.
[eiser] heeft in de avond van 16 juli 2019 per e-mailbericht bij Voordeellaminaatvloeren geklaagd dat grote delen van de vloer zijn gaan bobbelen.
2.5.
Op 17 juli 2019 heeft een medewerker van LegExpress de vloer bekeken en geconstateerd dat de volledige vloer is gezwollen.
2.6.
[eiser] heeft Voordeellaminaatvloeren op 18 juli 2019 per e-mail laten weten dat de medewerker van LegExpress de vloerverwarming op 17 juli 2019 heeft uitgezet, maar dat het probleem daarmee niet is verholpen.
2.7.
Voordeellaminaatvloeren heeft naar aanleiding van de klacht van [eiser] contact opgenomen met de producent van de vloer, Quickstep. Op initiatief van Quickstep heeft op 7 augustus 2019 een onderzoek naar de vloer plaatsgevonden door de heer [naam persoon 1] van [naam bedrijf] (hierna: [naam bedrijf] ), de leverancier van de vloer.
2.8.
In een aan Voordeellaminaatvloeren uitgebrachte schriftelijke rapportage van [naam bedrijf] wordt, voor zover hier van belang, geconcludeerd dat de vloer omhoog is gekomen, “doordat de vloer niet voldoende zwelruimte heeft gekregen”.
2.9.
Een e-mailbericht van 9 september 2019 van LegExpress aan Voordeellaminaatvloeren houdt in, voor zover hier van belang:
“Deze vloer is door de vloerverwarming zo gaan bollen
Wij hebben deze 1 cm uit de kant gelegen en hij mag 2 mm.
(…)
Toen is hij samen met mevr. naar de cv ketel gegaan en daar zag [naam persoon 2] dat deze water temperatuur te hoog stond
Deze naar beneden gezet
Dit mag de pvc niet hebben
Daardoor zijn de leidingen te warm geworden en de vloer gaan bollen”.
2.10.
Een e-mailbericht van 10 september 2019 van Voordeellaminaatvloeren aan [eiser] houdt in, voor zover hier van belang:
“Volgens de monteur is de vloer rondom 1 cm vrij gelegd, dit is normaal gesproken ruim voldoende voor een PVC vloer. De monteur geeft aan dat daarna de vloerverwarming volop is aangezet, hetgeen eigenlijk volgens een protocol moet gebeuren.
Hierdoor is de vloer te snel opgewarmd in een keer en is dus meer uitgezet dan normaal gesproken het geval is. De monteur die bij u is geweest heeft daar ook melding van gemaakt en de verwarming weer lager gezet in de hoop dat de vloer weer terug zou vormen, helaas is dit dus niet gebeurd.
De Legexpress is er dan ook van overtuigd dat hen niets te verwijten valt, en dat het is veroorzaakt doordat de verwarming te snel te hoog is gezet.”
2.11.
[eiser] heeft Voordeellaminaatvloeren op 20 september 2019 schriftelijk gesommeerd de gebreken aan de vloer binnen 14 dagen te herstellen. Voordeellaminaatvloeren heeft iedere aansprakelijkheid bij e-mailbericht van 21 september 2019 afgewezen.

3..De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Voordeellaminaatvloeren beveelt om binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis de vloer te herstellen dan wel te vervangen op een zodanige wijze dat de overeenkomst wordt nagekomen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- per dag of gedeelte van een dag dat zij met de voldoening aan deze veroordeling in gebreke zal zijn, met een maximum van € 5.000,-, met veroordeling van Voordeellaminaatvloeren in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente zoals in de dagvaarding omschreven.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat de vloer non-conform is. Hij beroept zich op het in artikel 7:18 lid 2 BW opgenomen bewijsvermoeden. [eiser] stelt onder verwijzing naar het rapport van [naam bedrijf] dat de vloer ondeugdelijk is gelegd. Voor zover de vloer is gaan bollen omdat de vloerverwarming is aangezet, komt dat voor rekening van Voordeellaminaatvloeren. Een medewerker van LegExpress heeft de vloerverwarming na het leggen van de vloer aangezet om een bobbeltje weg te werken. Voordeellaminaatvloeren heeft niet voldaan aan haar verplichting om de vloer te herstellen of te vervangen, terwijl zij daartoe wel in de gelegenheid is gesteld.

4..Het verweer

4.1.
Voordeellaminaatvloeren voert verweer, in het kader waarvan zij, voor zover hier van belang, het volgende heeft aangevoerd. Voordeellaminaatvloeren betwist dat de vloer non-conform is. Het bewijsvermoeden van artikel 7:18 lid 2 BW geldt niet, omdat de aard van de afwijking zich verzet tegen het vermoeden dat de vloer bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord. De vloer is deugdelijk gelegd. Aan het rapport van [naam bedrijf] kan geen waarde worden gehecht, omdat [naam bedrijf] als leverancier van de vloer niet onafhankelijk is. Het bollen van de vloer wordt veroorzaakt doordat de vloerverwarming niet goed was ingeregeld, waardoor de watertemperatuur in de verwarmingselementen te hoog was. De warmwatertemperatuur van de verdeelunit van de vloerverwarming bleek op 17 juli 2019 boven het maximum van 45 ℃ te staan. De schade kan ook veroorzaakt zijn doordat de verwarmingselementen niet diep genoeg in de vloer zijn geplaatst. Voordeellaminaatvloeren betwist dat een medewerker van LegExpress op 16 juli 2019 de thermostaat van de vloerverwarming hoger heeft gezet.

5..De beoordeling

5.1.
Voorop wordt gesteld dat sprake is van een consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 lid 1 BW. Het geschil tussen partijen spitst zich toe op de vraag op de gebreken aan de vloer zijn veroorzaakt door het ondeugdelijk leggen van de vloer of door een aan [eiser] toe te rekenen oorzaak.
5.2.
Uitgangspunt is dat bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord indien de afwijking van het overeengekomene zich binnen een termijn van zes maanden na aflevering openbaart, tenzij de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet (artikel 7:18 lid 2 BW).
Tevens geldt dat het ondeugdelijk leggen van de vloer gelijk wordt gesteld aan een gebrek aan overeenstemming van de vloer met de overeenkomst (artikel 7:18 lid 3 BW).
5.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat de vloer gebreken vertoont in die zin dat grote delen van de vloer na het leggen zijn gaan bollen. Ook is niet is in geschil dat de vloer reeds binnen enkele uren na het leggen is gaan bollen. Voordeellaminaatvloeren betwist echter dat de gebreken aan de werkzaamheden van LegExpress te wijten zijn.
5.4.
Op grond van het voorgaande staat vast dat de vloer afwijkt van het overeengekomene en dat deze afwijkingen zich binnen zes maanden na aflevering hebben geopenbaard, zodat het bewijsvermoeden van artikel 7:18 lid 2 van toepassing is. Dit betekent dat vermoed wordt dat de vloer bij aflevering/installatie niet aan de overeenkomst heeft beantwoord. Anders dan Voordeellaminaatvloeren betoogt, verzet de aard van het gebrek zich niet tegen de toepassing van dit bewijsvermoeden. Bij de aard van de afwijking had de wetgever de situatie op het oog waarin duidelijk is dat de afwijking is ontstaan door de handelwijze van de koper. Die situatie doet zich naar het oordeel van de kantonrechter hier niet voor.
5.5.
Het is vervolgens aan Voordeellaminaatvloeren om te stellen en te bewijzen dat er op het moment van aflevering/installatie geen gebreken waren, en dat de gebreken het gevolg zijn van omstandigheden die zich na het leggen van de vloer hebben voorgedaan. Voordeellaminaatvloeren stelt dat de vloer goed is gelegd met voldoende zwelruimte. De gebreken zijn naar zij stelt een gevolg van een onjuist omgaan met de vloerverwarming en mogelijk zelfs een gevolg van het onjuist plaatsen van de vloerverwarming. Voordeellaminaatvloeren stelt dat de vloerverwarming niet goed was ingeregeld, waardoor de watertemperatuur in de verwarmingselementen te hoog was en de vloer als het ware gebakken is op de betonnen ondergrond. Volgens Voordeellaminaatvloeren stond de warmwatertemperatuur van de verdeelunit van de vloerverwarming op 17 juli 2019 boven het maximum van 45 ℃. De medewerker van LegExpress heeft naar Voordeellaminaatvloeren stelt op 16 juli 2019 noch de thermostaat noch de unit van de vloerverwarming aangeraakt. Voordeellaminaatvloeren heeft bewijs aangeboden van haar stelling dat de gebreken aan de vloer het gevolg zijn van een omstandigheid die zich na het leggen van de vloer heeft voorgedaan.
5.6.
[eiser] heeft betwist dat de vloerverwarming niet correct is aangelegd. Niet is in geschil dat de woning een nieuwbouwwoning betreft. [eiser] heeft onweersproken gesteld dat na oplevering van de woning een deskundige van de Vereniging Eigen Huis een keuring heeft uitgevoerd en daarbij geen gebrek aan de vloerverwarming heeft geconstateerd. Aan bewijslevering op dat punt wordt daarom niet toegekomen.
5.7.
[eiser] heeft eveneens betwist dat geen waarde gehecht kan worden aan het rapport van [naam bedrijf] . Ook heeft [eiser] betwist dat de warmwatertemperatuur aan het uiteinde van het verwarmingstoestel de maximaal toelaatbare temperatuur van 45 ℃ heeft overschreden. Daarnaast heeft [eiser] zijn standpunt gehandhaafd dat de medewerker van LegExpress op 16 juli 2019 na afloop van de legwerkzaamheden de thermostaat van de vloerverwarming hoger heeft gezet. Ook op deze punten wordt aan bewijslevering niet toegekomen. Naar het oordeel van de kantonrechter kan in het midden blijven of de vloer al dan niet met voldoende zwelruimte is gelegd, of de watertemperatuur van het verwarmingstoestel de maximaal toelaatbare temperatuur heeft overschreden en of de medewerker van LegExpress al dan niet de thermostaat van de vloerverwarming hoger heeft gezet. Vast staat immers dat in de door Voordeellaminaatvloeren overgelegde en aangehaalde Vloerwarming Quick-Step Vinyl – LVT handleiding (productie 4 bij conclusie van antwoord) onder het opschrift Installatie-instructies staat vermeld dat na de installatie van de vloer minstens 48 uur moet worden gewacht voor de vloerverwarming weer wordt aangezet en dat dit geleidelijk moet gebeuren, namelijk met 5 ℃ per dag. Voorts staat vast dat een medewerker van LegExpress op 17 juli 2019 heeft geconstateerd dat de vloerverwarming aanstond, derhalve binnen de periode waarin de vloerverwarming volgens de instructies van Quikstep uitgeschakeld moet zijn. [eiser] heeft onweersproken gesteld dat hij nooit enige vloerverwarmingsinstructie, van Quikstep of anderszins, heeft ontvangen. Niet is gesteld laat staan gebleken dat (LegExpress namens) Voordeellaminaatvloeren [eiser] heeft gewaarschuwd om de vloerverwarming conform de vloerverwarmingsinstructie van Quickstep minstens 48 uur niet aan te zetten, terwijl dat wel op haar weg had gelegen. Nu Voordeellaminaatvloeren dat heeft nagelaten, komt de bolling van de vloer voor haar rekening en risico.
5.8.
Op grond van het voorgaande is de conclusie dat het beroep op non-conformiteit slaagt. De vordering van [eiser] die ertoe strekt Voordeellaminaatvloeren te bevelen om de vloer te herstellen dan wel te vervangen op straffe van verbeurte van een dwangsom is dan ook toewijsbaar.
5.9.
Voordeellaminaatvloeren zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

6..De beslissing

De kantonrechter
:
beveelt Voordeellaminaatvloeren om binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis de vloer te herstellen dan wel te vervangen op een zodanige wijze dat de overeenkomst wordt nagekomen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- per dag of gedeelte van een dag dat zij met de voldoening aan deze veroordeling in gebreke zal zijn, met een maximum van € 5.000,-;
veroordeelt Voordeellaminaatvloeren in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde aan [eiser] vastgesteld op
- € 183,89 aan verschotten;
- € 480,- aan salaris voor de gemachtigde;
voornoemde bedragen vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
en indien Voordeellaminaatvloeren niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, begroot op € 120,- aan nasalaris. Indien daarna betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, dient het bedrag aan nasalaris nog te worden verhoogd met de kosten van betekening. Ook is Voordeellaminaatvloeren de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over al deze bedragen verschuldigd vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.F.M. Wouters en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
546