ECLI:NL:RBROT:2020:7224

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 augustus 2020
Publicatiedatum
17 augustus 2020
Zaaknummer
8389594
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van medische kosten door minderjarige na behandeling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 augustus 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Famed B.V. en een minderjarige gedaagde. Famed, een incassobureau, vorderde betaling van medische kosten die de gedaagde had gemaakt bij Dental Clinics Zaltbommel. De gedaagde, die op het moment van de behandeling 17 jaar oud was, betwistte de vordering en stelde dat de kosten voor rekening van haar moeder moesten komen, aangezien zij onder haar zorgverzekering viel. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde, als minderjarige, bekwaam was om een behandelingsovereenkomst aan te gaan en dat zij aansprakelijk was voor de daaruit voortvloeiende verbintenissen, zoals vastgelegd in artikel 7:447 BW.

De kantonrechter heeft de vordering van Famed toegewezen, omdat de gedaagde haar verweer niet voldoende had onderbouwd. De gevorderde hoofdsom van € 2.163,55 werd toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten van € 324,53, met inachtneming van een eerdere betaling van € 199,99 door de gedaagde. De wettelijke rente werd toegewezen over de hoofdsom, maar niet over de buitengerechtelijke kosten, omdat niet was aangetoond dat deze al aan de incassogemachtigde waren betaald. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten, die door de kantonrechter zijn vastgesteld op € 585,85 aan verschotten en € 360,- aan salaris voor de gemachtigde.

De kantonrechter heeft de gedaagde erop gewezen dat, voor zover de kosten van de medische behandeling niet door een verzekering zijn gedekt, zij haar ouders kan aanspreken op grond van artikel 1:404 BW, dat ouders verplicht om te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8389594 \ CV EXPL 20-1025
uitspraak: 13 augustus 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Famed B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en gerechtsdeurwaarders te Amersfoort,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna ‘Famed’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter heeft kennis genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 17 februari 2020;
  • de conclusie van antwoord (e-mail van [gedaagde] van 7 mei 2020);
  • de conclusie van repliek.
1.2.
[gedaagde] heeft, hoewel zij daartoe deugdelijk in de gelegenheid is gesteld, niet gereageerd op de conclusie van repliek.
1.3.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op vandaag.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de in zoverre niet weersproken inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast.
2.1.
[gedaagde] , geboren op [geboortedatum] , heeft in oktober en november 2018 diverse medische behandelingen ondergaan bij Dental Clinics Zaltbommel. [gedaagde] was op dat moment 17 jaar oud. De kosten van deze behandelingen bedroegen in totaal € 2.163,55.
2.2.
Dental Clinics Zaltbommel heeft haar vordering op [gedaagde] gecedeerd aan Famed.
2.3.
Famed heeft [gedaagde] vijf facturen gezonden, ter hoogte van € 486,33, € 163,00, € 422,70,
€ 616,21 en € 475,31.
2.4.
[gedaagde] heeft een bedrag van € 199,99 voldaan.

3..Het geschil

3.1.
Famed vordert bij dagvaarding [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling € 2.340,32, te weten de facturen ter hoogte van in totaal € 2.163,55, vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.340,32, die berekend tot en met 11 februari 2020 € 52,23 bedraagt, en € 324,53 ter zake buitengerechtelijke incassokosten, te verminderen met € 199,99. Tevens wordt veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevorderd.
3.2.
[gedaagde] heeft de vordering betwist en heeft daartoe het volgende aangevoerd. [gedaagde] was ten tijde van de medische behandeling minderjarig. De kosten van de behandelingen zouden voor rekening van haar moeder moeten komen, onder wier zorgverzekering [gedaagde] viel.

4..De beoordeling van de vordering

4.1.
Uit artikel 7:447 BW volgt dat een minderjarige die de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, bekwaam is tot het aangaan van een behandelingsovereenkomst ten behoeve van zichzelf, alsmede tot het verrichten van rechtshandelingen die met de overeenkomst onmiddellijk verband houden. Uit lid 2 volgt dat de minderjarige aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende verbintenissen.
4.2.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat de kosten van de medische behandeling voor rekening van haar moeder zouden komen. Dit is door Famed betwist met verwijzing naar voormeld wetsartikel en daarbij is ter onderbouwing gewezen op de omstandigheid dat alle facturen op naam van [gedaagde] zijn gesteld. [gedaagde] heeft daarop haar verweer niet nader onderbouwd. Als onvoldoende gemotiveerd betwist wordt de gevorderde hoofdsom van € 2.163,55 dan ook toegewezen.
4.3.
Famed maakt verder aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 324,53. Famed heeft ten aanzien van alle facturen aanmaningen overgelegd die voldoen aan de eisen van artikel 6:96 BW. De gevorderde vergoeding is berekend conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en zal worden toegewezen, met dien verstande dat de betalingen van [gedaagde] , van in totaal € 199,99 hierop conform artikel 6:44 BW in mindering strekken.
4.4.
Famed heeft de wettelijke rente gevorderd over een bedrag van € 2.340,32. De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen, nu niet is gesteld of gebleken dat Famed deze kosten reeds aan haar incassogemachtigde betaald heeft. De rente zal daarom worden toegewezen over de hoofdsom van € 2.163,55.
4.5.
Als de in het ongelijk gesteld partij wordt [gedaagde] veroordeeld in de kosten van deze procedure, die tot aan deze uitspraak aan de zijde van Famed worden vastgesteld op
€ 585,85 aan verschotten (€ 499,- aan griffierecht en € 86,85 aan dagvaardingskosten) en
€ 360,- aan salaris voor de gemachtigde (2 salarispunten à € 180,-).
4.6.
De kantonrechter wijst [gedaagde] erop dat voor zover de kosten de medische behandeling niet door een verzekering gedekt (blijken te) zijn, zij op grond van art. 1:404 BW haar ouder(s) kan aanspreken. Ouders zijn immers verplicht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Niet ieder bedrag is aanvaardbaar. De draagkracht van de ouders en de behoefte van het kind zijn bepalend.

5..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Famed tegen kwijting te betalen € 2.288,09 aan hoofdsom en buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over het saldo vanaf de respectieve vervaldata van de facturen, dat totaal aan hoofdsom, exclusief kosten, telkens, na elke credit- en debetmutatie, heeft uitgestaan, tot de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Famed vastgesteld op € 585,85 aan verschotten en € 360,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.F.M. Wouters en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
33394