Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure:
- het verzoekschrift, met producties, ontvangen op 30 juni 2020;
- de (fax) brieven van 9, 14 en 17 juli namens Loodswezen, met telkens een productie.
mr. B. de Bruijn (namens mr. E.H. de Joode). [verweerder] is zonder bericht van verhindering niet op de mondelinge behandeling verschenen.
2..Het verzoek en de beoordeling daarvan
primair:de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden op grond van artikel 7:671b jo. artikel 7:669 lid 1 en 3 onder
eBW;
gBW;
3..Het verweer
4..De beoordeling
Kamerstukken II2013/14, 33 818, nr. 3, p. 99). Voldoende is gebleken dat [verweerder] zonder deugdelijke grond geen gehoor heeft gegeven aan de herhaalde verzoeken van het Loodswezen om zijn re-integratieverplichtingen als bedoeld in artikel 7:660a BW na te komen. Dat de re-integratie-inspanningen van [verweerder] onvoldoende zijn, wordt onderschreven door het deskundigenoordeel van het UWV van 7 juli 2020. Het Loodswezen heeft [verweerder] er bij indiensttreding op gewezen dat hij mee dient te werken aan re-integratie, op straffe van een loonsanctie of ontslag. [verweerder] heeft daarop enkele weken gewerkt en is toen arbeidsongeschikt geraakt. [verweerder] is meerdere keren zonder voorafgaand bericht van verhindering niet verschenen op de werkvloer, voor het verrichten van vervangende werkzaamheden en is veelvuldig onbereikbaar geweest voor het Loodswezen en de bedrijfsarts. Het Loodswezen heeft [verweerder] er meerdere keren op gewezen dat het belangrijk is dat hij bereikbaar is voor het Loodswezen en de bedrijfsarts. Dit heeft echt geen resultaten opgeleverd, waardoor de re-integratie belemmerd is. [verweerder] heeft zijn re-integratie eveneens belemmerd doordat hij geen zorgverzekering heeft afgesloten, waardoor het medisch onderzoek niet kon plaatsvinden. Een loonstaking, waarin [verweerder] nogmaals is gewezen op het belang om bereikbaar te zijn, heeft niet geleid tot verbetering. [verweerder] heeft zelfs in het geheel niets van zich laten horen, ook zelfs niet in de onderhavige procedure. Door zo te handelen heeft [verweerder] zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 7:660a BW ernstig veronachtzaamd.
Kamerstukken II2013/14, 33 818, nr. 3, p. 39 en 40). Naar het oordeel van de kantonrechter is deze situatie in het onderhavige geval aan de orde. [verweerder] is herhaaldelijk, ook na opschorting van het loon, zonder deugdelijke grond telefonisch onbereikbaar geweest voor de bedrijfsarts en heeft zo onvoldoende meegewerkt aan zijn re-integratie. Naar het oordeel van de kantonrechter is daarmee sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door [verweerder] . De arbeidsovereenkomst zal met toepassing van artikel 7:671b lid 9, sub b BW worden ontbonden met ingang van 14 augustus 2020.