ECLI:NL:RBROT:2020:7119

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 augustus 2020
Publicatiedatum
11 augustus 2020
Zaaknummer
10/142385-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplegen van en medeplichtigheid aan diefstal met geweld

Op 11 augustus 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd bijgestaan door raadsman mr. A. Jhingoer. De zaak betrof de tenlastelegging van medeplegen van diefstal met geweld en medeplichtigheid aan diefstal met geweld, gepleegd op 28 mei 2020 te Rotterdam. De officier van justitie, mr. N. van der Meij, eiste bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde en veroordeling tot een gevangenisstraf van 2 maanden met aftrek van voorarrest.

Tijdens de zitting op 28 juli 2020 werd het bewijs besproken. De officier van justitie stelde dat de verdachte een significante bijdrage had geleverd aan de diefstal van een telefoon door de medeverdachte en dat er sprake was van nauwe en bewuste samenwerking. De rechtbank oordeelde echter dat er onvoldoende bewijs was voor deze samenwerking. De verdachte en de medeverdachte waren weliswaar samen in de winkel, maar dit was niet voldoende om te concluderen dat er sprake was van gezamenlijke uitvoering van de diefstal.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde. Voor medeplichtigheid is vereist dat de verdachte opzet had op de diefstal, wat niet kon worden vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal en dat hij daarom niet strafbaar was. Het bevel tot voorlopige hechtenis werd opgeheven, en de uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. S.J.M. Kokken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/142385-20
Datum uitspraak: 11 augustus 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
feitelijk verblijvende op het adres [verblijfadres verdachte] , [postcode verblijfadres] [verblijfplaats verdachte] ,
raadsman mr. A. Jhingoer, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 28 juli 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. N. van der Meij heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde (medeplegen van diefstal met geweld);
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte medepleger was van de diefstal met geweld. Zij heeft daartoe aangevoerd dat op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat de verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan de diefstal van de telefoon door de medeverdachte, zodat van een nauwe en bewuste samenwerking kan worden gesproken. Deze samenwerking was er niet alleen bij het plegen van de diefstal, maar ook daarna heeft de verdachte een rol van betekenis gespeeld in het plegen van geweld tegen de beveiligers. Beoordeeld op de uiterlijke verschijningsvorm pleegden de verdachte en de medeverdachte dit geweld om aan zichzelf of elkaar de vlucht mogelijk te maken, nadat zij op heterdaad betrapt waren op het plegen van de diefstal. Indien het medeplegen niet kan worden bewezen, is volgens de officier van justitie sprake van medeplichtigheid.
4.1.2.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier noch het verhandelde ter terechtzitting kan worden geoordeeld dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachte bij het plegen van de diefstal. Er zijn onvoldoende aanknopingspunten die erop wijzen dat sprake is geweest van een gezamenlijke uitvoering, dan wel van een andere van voldoende gewicht zijnde bijdrage van de verdachte. Dat de verdachte en de medeverdachte vanaf hun binnenkomst in de winkel voortdurend samen zijn geweest, is daarvoor onvoldoende. De verdachte wordt daarom vrijgesproken van het primair ten laste gelegde medeplegen van diefstal met geweld.
De rechtbank zal de verdachte tevens van de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan diefstal met geweld vrijspreken. Voor strafbare medeplichtigheid is dubbel opzet vereist. Het opzet moet zijn gericht op de hulpverlening en op het misdrijf dat wordt ondersteund, in dit geval de diefstal. Hiervoor is weergegeven wat er met betrekking tot de rol van verdachte is komen vast te staan. Daaruit kan niet blijken dat hij (voorwaardelijk) opzet had op de diefstal gepleegd door de medeverdachte.
4.1.3.
Conclusie
De verdachte wordt vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde.

5..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. van Luijck, voorzitter,
en mrs. C.E. Bos en E.M. Rocha, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.J.M. Kokken, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 augustus 2020.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 28 mei 2020 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een telefoon (Samsung Galaxy S8), in elk geval enig goed, dat geheel of
ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde, te weten aan de [naam winkel] (gevestigd: [adres] ),
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of
gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf
of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te
maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] te duwen,
- aan die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] te trekken,
- die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] te slaan en/of slaande bewegingen te maken
richting die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] ,
- die [naam slachtoffer 2] op de grond te duwen, en/of
- die [naam slachtoffer 1] in zijn arm en/of been te bijten;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
[naam medeverdachte] op of omstreeks 28 mei 2020 te Rotterdam,
een telefoon (Samsung Galaxy S8), in elk geval enig goed, dat geheel of
ten dele aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan de
[naam winkel] (gevestigd: [adres] ),
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld of
bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] , gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere
deelnemers aan dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij
het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] te duwen,
- aan die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] te trekken,
- die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] te slaan en/of slaande bewegingen te maken
richting die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] ,
- die [naam slachtoffer 2] op de grond te duwen, en/of
- die [naam slachtoffer 1] in zijn arm en/of been te bijten
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 28
mei 2020 te Rotterdam
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid,
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- die [naam medeverdachte] af te schermen,
- door op de uitkijk te staan en/of
- door middel van geweld richting die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] (te weten te
duwen, te trekken, te slaan en/of slaande bewegingen te maken) (te
proberen) de vlucht voor die [naam medeverdachte] mogelijk te maken.