Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het impliciet subsidiair ten laste gelegde schuldwitwassen;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 uur, te vervangen door 60 dagen hechtenis in het geval de taakstraf niet naar behoren wordt verricht, alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand met een proeftijd van 2 jaar met als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, ook wanneer dit begeleiding door Pameijer of Mozaïk inhoudt.
4..Waardering van het bewijs
De verdachte heeft verklaard dat zij op verzoek van een kennis van haar overleden moeder, ene ‘ [naam] ’, van wie zij geen achternaam en geen adres kent, het geldbedrag op haar rekening heeft laten storten. Dit geld zou afkomstig zijn van de man met wie die ‘ [naam] ’ een buitenechtelijke relatie had en zou bestemd zijn voor de aanschaf van een auto. De verdachte heeft niet gekeken van wie het geld afkomstig was. Na bijschrijving van het bedrag heeft zij aan de hand van instructies van deze ‘ [naam] ’ haar opnamelimiet verhoogd, een deel van het bedrag eerst naar haar spaarrekening overgeboekt en vervolgens weer terug naar haar betaalrekening, om het geldbedrag van € 39.870,- uiteindelijk in drie opeenvolgende dagen bij verschillende geldautomaten op te nemen. In het licht van deze feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de verdachte zodanig is tekortgeschoten in haar onderzoeksplicht dat zij met de voor schuldwitwassen vereiste aanmerkelijke onvoorzichtigheid heeft gehandeld. De rechtbank acht het (impliciet subsidiair) ten laste gelegde schuldwitwassen dan ook wettig en overtuigend bewezen.
hebbenzij, verdachte, en haar mededader,
envermoeden dat dat
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij
9..Schadevergoedingsmaatregel
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
120 (honderdtwintig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
40 dagen;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting om ten behoeve van [naam bedrijf] aan de staat te betalen een bedrag van
€ 39.870,- (zegge: negenendertigduizend achthonderdzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 maart 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening;
€ 39.870,-niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
234 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;